Hoofdstuk 1

3 0 0
                                    

'Kun je me vertellen over die stemmen Leroy?' vroeg de psycholoog. Leroy zat voorovergebogen op zijn stoel. 'Het zijn die stemmen' zei hij angstig. 'En wat zeggen ze dan?' vroeg de psycholoog verder. 'Het is een geest, eerst stond ze voor mijn bed en daarna......ze praten tegen me dwong me te drinken' vertelde Leroy verder. 'En deze geest is een man, vrouw?' 'Een vrouw ze is kwaad, ze is kwaad op ons allemaal' zei Leroy, hij keek de psycholoog angstig aan. 'Waarom is ze kwaad op ons?' 'Vanwege het liedje we dachten waarschijnlijk allemaal dat het een onschuldig liedje was, we zongen het allemaal. Maar niemand van ons wist wat het liedje echt betekende'. 'Welk liedje?'vroeg de psycholoog. Leroy sluiten zijn ogen, hij wou er eigenlijk niet aandenken. De psycholoog keek hem verontrustend aan. 'Het liedje over Kortjakje' zei hij angstig.

Maurice had er zin in, eindelijk verhuizen. Hij was al maanden voor plan om eindelijk naar het kleine stadje Ravendam te verhuizen. Zijn goeie vriend Roland had in deze stad een restaurant geopend. Hij zou helpen in het restaurant. Dit kwam mooi uit want hij had net zijn diploma voor zijn koksopleiding afgerond. Roland deed de zaken voor het restaurant en hij ging werken als chefkok. Het huis die hij had gekocht was ongeveer twee kilometer verwijderd van het restaurant. Het was een klein huisje, je had de begaande grond met een keuken, slaapkamer, woonkamer en badkamer. En dan had je een klein zoldertje. Maurice wist nog niet wat hij met dit zoldertje moest doen. Toen Maurice aan kwam rijden stond zijn vader al klaar, hij had net de witte verf gekocht voor de muren. 'Dit was de kleur die je wou toch?' vroeg de Maurice vader toen hij de kleur liet zien. Maurice checkte de kleur, gebroken wit dit was precies de juiste kleur. Hij knikte en samen met zijn vader gingen ze verder met verven ze waren nu voor de tweede dag aan het verven en ze waren al over de helft. Maurice trok het blik open. 'Wie ben jij?' hoorde hij ineens een vrouwenstem zachtjes fluisteren. Maurice keek om zich heen. Wie was die stem? Hij was alleen met zijn vader dit toch helemaal niet. 'Hoor je dat?'vroeg Maurice aan zijn vader. Zijn vader die kritisch het werk van gisteren aan het bekijken draaide zich om. 'Wat moet ik horen?'vroeg hij. 'Die stem' zei Maurice. 'Wat voor stem?' vroeg zijn vader. 'Een vrouwenstem ze vroeg wie ik ben'. Maurice vader schudde zijn hoofd, hij hoorde de stem niet. 'Waarschijnlijk gewoon oorruis' zei Maurice vader. 'Ja dat zou het zijn' zei Maurice. Het gaf hem een enigszins geruststellend gevoel. Alleen niet helemaal, de stem klonk namelijk verdacht echt.

De vloek van KortjakjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu