hoofdstuk 59 - soms breek je

1.7K 53 11
                                    

Frank had het in de gaten. Raoul zou op een gegeven moment breken maar wanneer was toch wel echt de vraag. De vraag was inmiddels beantwoord. Het antwoord was nu. Raoul brak op dit moment. Recht voor zijn ogen. 

Zuchtend pakt Frank een glas met water. Hij staat op en geeft de water aan de jongen voor hem. Met trillende handen wordt het glas aangenomen en tegen zijn lippen gezet. 

Frank wrijft over de rug van Raoul. Hij had het niet makkelijk. Alles behalve. Frank voelde de flashbacks van gisteren al opkomen. Hij kon zich dan ook niet voorstellen hoe de jongen in de stoel zich moest voelen. 

"Hey vriend," begint Raoul zacht wanneer hij over de rug van de jongen wrijft, "wordt even rustig oke! Drink even je drinken op, dan ga ik eventjes de laptop opstarten. We gaan er nu over praten maar ik moet het dus weer documenteren vanuit jeugdzorg." 

Frank pakt zijn bril uit de lade en pakt de laptop erbij. Hij start het op en kijkt over zijn HP heen naar de jongen in de stoel. Nog steeds afwezig tuurt hij in de rondte. Het enige wat Raoul op dit moment wilde was zijn hart luchten bij zijn begeleider. Op welke manier dat was, dat zag hij zelf wel. 

Als hij zijn ogen sluit ziet hij hem weer liggen. Toen Koen hen riep, wist hij niet hoe snel hij zijn kamerdeur open moest trekken. De urgentie waarmee de jongen sprak was verschrikkelijk. De schreeuw om hulp ging dan ook bij ieder door merg en been. 

Rob hoorde het ook en rende tegelijk met Raoul naar beneden. Rob en Raoul leken te bevriezen in de deuropening. De jongen lag voor Koen zijn voeten. Half op zijn zij, maar nog steeds niet correct in de houding waarin hij niet kon stikken in zijn eigen braaksel. 

Rob was meteen naar Matt gesneld en had hem wel in de juiste houding gelegd. Bij Raoul gingen er wel bellen af, nadat hij Jesse niet zo gek lang geleden had gesproken. Hij had aangeven dat Matt soms stopte met ademen. 

Meteen legt hij een arm op de buik van Matthyas en een vinger onder zijn neus. Hij hoopte vurig dat hij enige vorm van zuurstof tegen zijn vinger krijgt. Hij wist dat het niet waar was. Draaide zijn beste vriend om en wist dat hij nu moest handelen om hem in leven te kunnen houden. 

Raoul verliest zichzelf in zijn onverwerkte trauma. Frank merkte het. Maakte notities en hield zijn oudste huisgenoot goed in de gaten. Elke manier van reactie noteerde Frank. 

Hoe hij met zijn handen aan het kloten was en hoe zijn ademhaling verhoogt. Dan weet Frank dat hij in moet grijpen vooraleer de jongen helemaal in een paniekaanval zit. 

Frank gaat voor de jongen zitten en probeert via pijnstimulans Raoul uit zijn paniekaanval te krijgen. Tuurlijk wist hij waarom die jongen een paniekaanval had. Daar was geen twijfel over mogelijk. Hij had het hele scenario ook weer in zijn hoofd afgespeeld. Als een slechte film blijft het doorspelen in zijn hoofd. 

Zijn handen gaan onwelwillend richting zijn eigen littekens. Frank maakt zich zorgen en wilt hem zo controleren op zijn littekens. Na gisteren durft hij namelijk niet te zeggen of er nieuwe bij zijn gekomen. Hij zou er niet verbaasd om zijn. 

Frank pakt rustig de handen van Raoul terwijl hij zijn bril weer teruglegt op het bureau. "Raoul." De stem van Frank klinkt streng en doordringend. Frank probeert door te dringen bij de jongen die nog steeds volledig in paniek is. 

Frank tilt de jongen uit de stoel en legt hem zacht op de grond neer. Een kussen pakt hij uit de bank en legt hij onder het hoofd van Raoul. Zijn hand legt hij op de buik van Raoul waar hij druk op uitoefent. 

De ogen van Raoul schieten alle kanten op. Frank bleef de druk uitoefenen en hoopte dat Raoul rustiger werd. Misschien was het te vroeg voor traumaverwerking. 

Soms kon het ook te vroeg zijn. Dan had het geen nut om erover te praten. Moest het vanuit de persoon in de stoel voor hem komen. Vanuit de intrinsieke motivatie dat de mensen met hem dingen wilde delen. 

Frank kijkt zuchtend op zijn horloge terwijl hij druk uit blijft oefenen op de buik van Raoul en blijft hij tegen de jongen op de grond praten. 

"Het komt wel Raoul," klinkt de stem van Frank voorzichtig, "misschien niet vandaag maar het komt goed!" 


Gefrustreerd gooit hij zijn autosleutels op het keukeneiland. De deur had hij hardhandig achter zich dichtgetrokken wat ertoe leidde dat Jonathan meteen rechtop zit in de zetel. 

Hij wrijft ruw zijn tranen uit zijn ogen voordat hij Jonathan aankijkt. Nadat Raoul vanochtend brak, was het nu tijd voor Frank. Hij kon het niet meer. 

Hij kon het niet meer geheim houden voor de jongens. Hij wachtte eigenlijk op de verjaardag van de volgende achttienjarige of het moment totdat jeugdzorg bij hem aan zou kloppen. 

"Ze hebben je weer gebeld?" Frank kijkt naar zijn verloofde, knikt en daarna beginnen de tranen over zijn wangen te biggelen. "Ze begrijpen me niet Jonathan. Deze jongens zijn niet ziek. Ze zijn niet psychisch gestoord! Deze jongens hebben gewoon een warm bad nodig, niet meer dan dat! Ik kan ze dat bieden! Alles doe ik voor de jongen en toch blijkt het allemaal niet genoeg. Wat moet ik dan Jona? Zeg het gewoon!" 

Frank spreekt de laatste woorden snikkend uit. Hij blijft huilen en Jonathan neemt hem in zijn armen. Hij wist hoeveel de jongens voor Frank betekende. Alleen hoopte hij vurig dat jeugdzorg het ook in zou zien. Dat zijn verloofde niet van negen tot vijf werkte maar van negen tot negen in de volgende ochtend. Zeven dagen in de week. 

Frank was zichzelf intern aan het opvreten. Bij hem stonden de jongens en zijn kinderen op één. Hij was bereid om daar alles voor op te geven. Al ging dit ten koste van zijn eigen gezondheid. 

Frank kijkt roerloos voor zich uit. Vanmiddag, nadat hij met Raoul in het kantoor zat, stond de jeugdzorg weer op de stoep. Mensen die veel te interessant doen volgens Frank. Mensen die geen belang hebben bij de kinderen, maar meer belang bij zichzelf. 

Vandaag heeft hij ze eruit gezet wanneer ze hem vroeger waarom de dossiers van Raoul, met daarin aangebracht zijn paniekaanvallen en dan hadden ze nog niet het dossier van Matthyas doorgenomen. Ze waren er niet over te spreken, dat was duidelijk. De controversiële aanpak van Frank viel niet in de smaak bij de andere. 

Misschien was het wel omdat hij zich zo in kon leven in de jongens. Dat hij wist hoe zij zich voelde. Afgestoten worden, jezelf helemaal de gedver in zuipen. Hij was daar ook geweest. Jonathan was er ook in zijn donkere dagen. Hij kende de jongen al langer dan vandaag. Leerde hem kennen op de opleiding, maar Jonathan besloot om te wisselen van opleiding. 

Jonathan legt zijn arm om de schouder van de man met wie hij ondertussen twee kinderen had. Frank keek ook de kamer rond. De verhuisdozen stonden opgestapeld en beetje bij beetje werd het huis ingepakt. 

"Ik ben gewoon bang dat ze mij uit de functie gaan zetten Jona," snikt Frank na. "Die jongens betekenen alles voor mij. Dat weet jij ook." Jonathan legt zijn hoofd op de schouder van zijn vriend en speelde een beetje met zijn haren. 

Hij had bewondering voor de man tegen wie hij aan zat geleund. Echt alles, maar alles stond in het teken van het beteren van het leven van zeven jonge mensen. De een nog jonger dan de ander. 

Over een paar weken gingen ze trouwen. De jongens hadden al heel wat op poten gezet en Frank en Jonathan lieten het over en heen komen. De bruiloft was kleinschalig. Alleen de jongens, Sam, Noud en de familie van de jongens zouden komen. 

Frank snikt nog wat verder maar het gevoel dat Jonathan er altijd voor hem is en hem nooit in de steek zou laten. Frank kijkt hem aan, "besef dat dit de laatste maand hier is." 

Jonathan lacht zacht en knikt. "Alles wat we op hebben gebouwd ligt hier. Ik weet het Frank." 

Na drie jaar samen te hebben gewoond in het appartement was het bijna tijd om het verouderde huis achter hen te laten. Ze gingen groter wonen. Sloten een derde kind ook niet uit. 

"Ja maar we gaan daar nog meer herinneringen maken. Ik voel het." 

groeps(te)huisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu