Check-up

745 33 23
                                    

[ aan het begin weet Milo alleen dat Matthy 'Matthyas' heet, dus zo wordt hij ook nog even genoemd <3]

Milo pov:

Mijn kleding leg ik in mijn kast, de toilet spullen op een plankje in de badkamer en wat overige spulletjes op mijn nachtkastje.
Wanneer ik na het uitpakken van mijn koffer op bed plof, hoor ik een klop op de deur.

Het is geen grote kamer, maar groot genoeg voor 2 personen. Er staat een simpel 2-persoons bed in, en kleine badkamer met douche, en een bureau.
Dus ver lopen naar de deur, is het niet.

"Ey Rob" zeg ik. "Jo man. Roel en Koen wilden even een rondje over de boot doen. Ga je mee?" "Oh ja. Ja dat is goed" antwoord ik hem.

Snel check ik of ik mijn telefoon, portemonnee en mijn kamersleutel mee heb, en loop dan achter Robbie aan, naar de buitenkant van de boot.

~
Ik loop over het dek heen. Mijn hand glijdt over de ijzeren reling terwijl de zeegeur mijn neus binnendringt. Daar zal ik nog wel even aan moeten wennen.

"Dus als je dan-" Mijn zin wordt abrupt gestopt als ik tegen iemand aanloop. "Ho, kut sorry" zeg meteen terwijl ik omhoog kijk.
Mijn ogen glijden over hem heen, en ik slik snel. Waarom overkomt mij dit nou weer.
Waarom kom ik nu weer precies die kapitein tegen waar ik net al een kut indruk bij heb achtergelaten?

"Hey" zegt hij vrolijk. "H-hoi" stotter ik.
Ik breng mijn hand richting de achterkant van mijn nek en wrijf erover uit ongemakkelijkheid. Dit is nou al de tweede keer dat ik niet normaal kan antwoorden. Wat zal hij wel niet denken... 'Wat een mongool' zal zeker éen van zijn gedachtes zijn.

"En? Hoe bevalt je kamer, alles goed?" Vraagt Matthyas aan me. "Ja- ja! Helemaal goed" stamel ik een beetje. Ik kom gewoon niet uit mijn woorden. Waarom niet?

Het pad waar we staan is niet heel groot, en ik draai me dan ook om terwijl ik op de ijzeren leuning leun met mijn onderrug en handen.
Het ijzeren ding voelt ontzettend koud aan, en het geeft me een kleine rilling door mijn lichaam.

Door de koude, en klamme reling glijdt ik een stukje naar achter, en glijd ik mijn armen eraf.
Maar ik voel dat een arm me tegenhoud, aan mijn rug. Als hij me weer naar voren trekt, hijg ik haast van de schrik.

Oprecht, ik viel er bijna vanaf.

"Blijf je nog even hier? Ik zou niet willen dat je nu al vertrekt via de zee." lacht hij Matthyas naar me, die me opgevangen heeft. Hij verlegt zijn hand van mijn rug naar mijn bovenarm, waar hij zachtjes overheen wrijft.
Ik verstijf van zijn aanraking, en krijg weer een rilling. En dit keer niet van de kou, kan ik je vertellen. Het komt door hem.
Snel trek ik mijn arm weg, ik kan niet dit gevoel krijgen.
Dat mag niet. Van mezelf niet, en van... Nee. Alleen van mezelf niet.

"J-ja. Sorry" zeg ik. "Geen probleem... Gaat ie wel?" Hij bekijkt me van top tot teen. Ik volg zijn ogen, met die van mij. Wat een mooie ogen, jezus...
"Ja hoor- alleen een beetje hoofdpijn" zeg ik hem. Ik wrijf over mijn hoofd heen, waar het pijn doet. Alsof dat helpt..! Doe even normaal Milo, alsjeblieft zeg. Straks vind hij je nog raarder.

"Vind je het oké om toch even mee te lopen? Je stootte je hoofd namelijk" zegt Matthyas me. Ik frons mijn gezicht. Hoofd gestoten? Dat heb ik niet eens gevoeld. Maar het zou wel verklaren waarom ik ineens knallende koppijn heb.

"Naar de EHBO. Ik loop wel even met je mee. Kom" Vervolgd hij zijn voorstel. Ik knik zachtjes. Als hij denkt dat er toch even naar gekeken moet worden, doe ik dat maar. Voordat ik straks niet meer kan zuipen door de hoofdpijn.

"Hij gaat even naar de EHBO, ik zal hem terugbrengen naar jullie kamers. Welke nummers?" Vraagt hij aan Raoul terwijl hij zijn hand op mijn rug legt, om me mee te nemen.
"Nummer 230 is die van mij, 232 die hem" legt hij snel uit. "Ik breng hem wel naar zijn kamer, bedankt!" Zegt Matthyas.

Liefdeskapitein // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu