Raoul

349 17 5
                                    

Langzaam begint het bij iedereen door te dringen. Langzaam ontstaan er emoties. Maar hetgeen wat nu het meest voorkomt is shock. Allemaal zijn ze in shock.

Net als ik vanochtend. Net als ik nog steeds. Net als ik over twee uur. Net als ik over een week. Ik ga het niet kunnen beseffen.

Mijn emoties vullen mijn lichaam. Ik moet weg hier. Meteen sta ik op en verlaat de ruimte. Eerst lopend. Dan joggend. En uiteindelijk ren ik over straat. Niet wetende waarheen. Niet wetende wat ik ga doen. Zo lang ik maar weg ben. Weg van die verstikkende ruimte. Van die ruimte waar Matthy nog in voortleeft. Waar hij niet vergeten gaat worden, maar waar de druk om normaal te functioneren nu enorm hoog ligt. Ik kan daar nu niet zijn. Nu niet, morgen niet, volgende week niet en misschien zelfs volgend jaar niet.

Na een tijdje stop ik met rennen. Aan mijn ademhaling te horen, moet ik hard en ver hebben gerend. In eerste instantie herken ik de omgeving niet. Nou ja vaag. Voor mij ligt een parkje. De perfecte plek om even tot rust te komen. Tot mezelf komen. Dat is wat ik nu nodig heb. Geen mensen om mij heen. Gewoon even rust.

Toch kruipt er een schuldgevoel omhoog. Ik heb de jongens alleen gelaten met hun gevoelens. Wie weet wat zij aan het doen zijn. Nee ik moet terug. De jongens hebben mij nodig. Meer dan ik mezelf.

En dus loop ik even later weer terug het kantoor is. Rillingen glijden over mijn lichaam als ik Matthy zijn bureau zie, zijn air up, zijn computer, zelfs zijn koffiekopje van gister staat er nog. Hoe moet ik hier in godsnaam gaan werken als alles mij herinnert aan Matthy..

Drie paar ogen kijken mij aan. Twee van de drie paar hebben waterige ogen. De ander kijkt een beetje gek uit zijn ogen. Het is Milo. Hij weet niet wat hij met de situatie aan moet. Het is pijnlijk om te zien hoeveel moeite hij heeft met zijn emoties tonen. Maar ik begrijp het. Alles wordt nu anders. We hebben er geen controle over. Dit is zoals het nu voortaan gaat. Met zijn vieren. Of moeten we stoppen met bankzitters? Zou Matt dat gewild hebben? Het zijn gedachten die ik voorlopig niet durf uit te spreken.

Er gaat zoveel door mij heen. Er zijn zoveel angsten die ik nu heb. Er zijn zoveel nare gedachtes in mijn hoofd. Maar ik moet er voor de andere jongens zijn. En met dit in mijn hoofd, besef ik me dat ik nog steeds nutteloos in de deuropening sta, terwijl de jongens mij nog steeds aankijken.

"Gaat het?" De zachte stem van Koen vult mijn oren. Eigenlijk wil ik nee schudden, maar mijn hoofd knikt ja.

Zwijgend zitten we aan tafel. Niemand weet iets te zeggen. We zijn met elkaar maar toch alleen. De afstand tussen ons is groot. Enorm groot. "Ik ga naar huis." Rob is de eerste die de stilte verbreekt. We knikken allemaal. Misschien is dat wel beter. We maken aanstalten om weg te gaan.

In de garage staan we nog even bij elkaar. Wederom in stilte. "Nou doei denk ik dan maar." Zeg ik zacht. De rest knikt. Nog nooit is het zo stil geweest hier.

"Wacht.." Zegt Koen snel. We kijken hem aan. "Rijd alsjeblieft voorzichtig.." Ik hou mijn adem in. Zo had ik het niet meer bekeken. Angstig kijkt Koen naar ons en dus verzekeren we hem dat we rustig rijden.

"App als je thuis bent." Met die woorden rijd ik weg.

Fake // Bankzitters Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu