Hoofdstuk 1

0 0 0
                                    

'Als we zomenteen landen verwacht dat er misschien een valstrik is. De separatisten lopen hier nu al twee dagen rond en zijn in gesprek met het koningshuis. Volgens onze informatie proberen de mensen onafhankelijk te blijven, maar in de tijd dat wij hier onderweg naar toe zijn kan er van alles gebeurt zijn. Ik zeg niet dat we aangevallen zullen worden, maar houd het in je achterhoofd. Echter laat niet merken dat we uitgaan van een valstrik. Het zou onze hoop op eventueel een verdrag tekenen weg kunnen vagen.' 'Ja generaal Kenobi. We letten op en gaan niet over tot aanvallen totdat u het teken geeft.' 'Cody ik kan ook altijd op je rekenen.' 'De landing wordt ingezet!' Schreeuwt Anakin vanuit de cockpit. De schepen zetten de daling in en landen feilloos op het rotsachtige land. Ruim driehonderdvijftig troopers springen naar buiten en twee jedi.

Als iedereen met twee benen op de grond staat en het opgewaaide stof heeft uitgehoest en afgeklopt, komt er een luxe speeder aan. Uit het voertuig stappen twee net geklede mensen. Een man met een blonde baard en blond haar. En een vrouw met licht bruin haar en sproeten op haar gezicht.

'Welkom, op Ithra. Mijn naam is Eduardo Nevran en dit is mijn vrouw Celia.' Zegt de man. 'Zijn jullie hier namens de republiek?' 'Ja, wij zijn gestuurd namens de senaat. Ik ben Anakin Skywalker en dit is Obi-Wan Kenobi.' 'U bent welkom, maar ik moet u zeggen dat we geen verdrag willen sluiten met de galactische senaat, nog de separatisten. Wij zijn een onafhankelijke planeet en willen dat ook zo blijven. Niemand kan dat veranderen zolang ik aan de macht ben.' 'Met alle respect uwe hoogheid.' Begint Obi-Wan. 'Maar de separatisten denken daar anders over. Daarom zijn wij hier om ze van uw grond gebied af te halen zodat u zoals u wenst onafhankelijk kan blijven.' 'Waarom zouden jullie dat doen? Wat voor voordeel hebben jullie daar aan?' 'Niks mijn heer, maar wij zijn vredesbewakers. dat houdt in dat hoe graag de senaat ook een verdrag wil, wij hier niet zijn om die te sluiten. Wij zijn hier enkel en alleen om uw planeet niet ook nog in de oorlog te betrekken.' 'Als u het zo stelt gaan wij er vanuit dat het ook zo is. U heeft mijn vertrouwen, mocht u dit beschadigen weet dan dat ook wij ons kunnen verdedigen als het moet.' 'U hebt alle recht om argwanend te zijn en we zullen beloven uw vertrouwen niet te beschadigen.' Zegt Obi-Wan met zekerheid. Al zo klinkt het. Dat willen ze natuurlijk wel proberen, maar hij weet niet wat er nodig zal zijn om de separatisten hier weg te krijgen.

'Dat mag ik toch hopen. Nou goed. Als er iets mocht zijn horen we het wel. Heeft u een verblijfplaats?' 'Wij slaan hier ons kamp op. Ik denk niet dat u plek heeft voor driehonderdvijftig man?' Plaagt Anakin grappend. De koning kan er niet om lachen. 'Nee helaas niet. Mocht er iets zijn dan hoor ik het. U bent tenslotte nog steeds onze gast.' 'We zullen het u melden mocht het nodig zijn.' Verklaart Kenobi. De twee jedi's buigen voor de leiders waarna de wegen van de twee duo's elkaar scheiden.

'Nou ze zijn niet erg blij met ons.' 'Dat is logisch Anakin. Hun planeet was vredig totdat de oorlog zich er mee ging bemoeien. De koning als leider moet zijn volk het beste geven in deze moeilijke tijden. Hij doet zijn best.' 'Cody regel dat het kamp wordt opgezet, we blijven hier in de buurt van de schepen.' 'Ja generaal Kenobi.' 'Rex, wij gaan op verkenning in de omgeving. Ik heb geen zin in separatisten die ons kamp overvallen.' 'Ik zal een groep mannen klaarmaken generaal Skywalker.'

De patrouille gaat snel op pad en waant zich een weg door het rotsachtige land. Met de meegebrachte speeders verplaatsen ze zich snel, maar ze zijn goed hoorbaar en zichtbaar. Voor een kloof stoppen ze. Anakin heeft een onaangenaam gevoel. Als klein jongetje moest hij altijd uitkijken in kloven voor Sand People. De wezens die de dood van zijn moeder betekenden. Wat hier voor gedaantes rond lopen hij weet het niet, maar het zicht van een grote kloof waar ze vanaf boven aangevallen kunnen worden, sterker nog vanaf alle kanten aangevallen kunnen worden. Toch is de gok wagen het wel waard. Erger dan Dooku of Grievous kan het toch niet worden en ook die zijn nog nooit zijn dood geweest.

'We gaan de kloof in. Let goed op de bovenrand en de zijkanten. Ik heb geen zin in mensen verliezen.' En daarmee vertrekken ze de kloof in. 'Toch was Anakin's voorgevoel niet voor niks. Als ze halverwege de kloof zijn lijkt het alsof hij iemand bij een hoger liggende richel ziet. Een donkere mantel verschuilt het gezicht. Het is niet langer te zien dan een seconden of twee, maar het is genoeg om de aandacht van de Jedi op zijn speeder te trekken. Anakin verminderd vaart in de hoop de gedaante nogmaals te zien, als voor hem stenen naar beneden vallen. De groep trapt op hun remmen en komt op tijd tot stilstand. 'Wat krijgen we nou!' Schreeuwt Rex.

De weg is volledig geblokkeerd en de lucht is stoffig. Voor de ravage in de stoflucht verschijnt een gedaante. Een lange stok wordt op Rex zijn hoofd gericht. Hij is gegraveerd met allemaal verschillende figuren en bloemen. Anakin grijpt zijn lichtzwaard vast en richt het op het hoofd van de nu inmiddels zichtbare mantel. 'Wat willen jullie?' 'Wij zijn vredesbewaarders. We komen de vrede terugbrengen op deze planeet. We zijn alleen de omgeving aan het ontdekken.' 'Als jullie vredesbewaarders zijn stop dat lichtstokje dan terug in je zak in plaats van het op mijn hoofd te richten.' 'Niet zolang je een wapen op mijn mannen gericht houdt.' De gedaante trek de stok terug en Rex ontspant iets. Anakin stopt zijn lichtzwaard terug in de houder aan zijn riem.

De gedaante trek de kap van de mantel van haar hoofd. Een jonge vrouw wordt onthuld. Haar blonde haar zit in een strakke vlecht. En haar blauwe ogen kijken de lange jedi strak aan. Haar huid is een beetje getint van de zon en stoffig van het stof. Over haar neus zitten sproeten en ze heeft lichte wallen onder haar ogen. Ze ziet er een beetje vermoeid uit. Anakin moet aan Padmé denken. Toen Naboo jaren terug bezet werd zag ze er ook vermoeid uit. Alleen zij liep nog steeds er netjes bij. In mooie jurken en netjes opgemaakt. Dit meisje loopt in een versleten broek en een strak vastgebonden lappen shirt. Haar laarzen zien eruit alsof ze meer hebben meegemaakt dan Anakin zelf. Om haar nek hangt een ketting met een bloem eraan. In het midden zit een diamantje dat schittert in de zon. Haar bruine mantel hangt losjes om haar schouders heen.

'Niemand heeft om jullie gevraagd.' Begint ze. 'Wij waren een onafhankelijke planeet totdat jullie kwamen!' 'De separatisten kwamen hier naartoe.' 'Voor zover ik weet is dat niet illegaal. We zijn onafhankelijk. Ze mogen hier gewoon komen. Als wij separatistisch willen worden kiezen wij daarvoor.' Zegt ze met een vuile blik naar de jedi. 'Dat is de keuze aan het koningshuis. Jouw koning beslist daarover en voor zover ik weet niet het volk.' Nu geeft Anakin een vuile blik terug. 'Doe niet alsof ik niets van politiek weet meneer. Ik weet meer dan dat jij denkt te weten.' 'Ga je nog de stenen weghalen?' 'Nee, ik denk dat jullie ver genoeg zijn gekomen. Stap op je speeder en keer om.' Zegt ze vernijdig. En daarmee draait ze zich om klimt in een paar vlugge bewegingen omhoog over de gevallen rotsen en verdwijnt erachter.

'Generaal, gaan we er achteraan?' 'Nee, we gaan terug.' En daarmee draaien ze zich om en vertrekken om zich weer bij de grote groep te voegen.

Wereld van licht en duisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu