toen we uit waren, gingen Edward en ik ieder even onze eigen weg. ik had hem expres gezegd dat ik ging wandelen in het bos. hij had bij hoog en laag geprotesteerd dat het te gevaarlijk was. ik had me handen om z'n gezicht gelegd en gezegd: 'ik red me wel.' 'geen zorgen.' 'ik blijf weg bij la push, dus Alice kan me altijd zien.' we keken elkaar diep in de ogen en toen ontspande hij. 'ik zal voorzichtig zijn, en me telefoon meenemen.' 'Oke.' 'Oke.' ik kusten hem en zei z'n familie gedag en vetrok. het bos was rustig. heerlijk om gewoon lekker rond te lopen. ik was eerst doodsbang geweest van het bos. gewoon om het gevoel dat het uitstraalde. maar nu niet meer. vogels vlogen boven me en ik keek ze na. me leven was perfect. Edward was bij me. nou ja, perfect. ik zag Jacob eigenlijk nooit meer.ik miste hem vreselijk. ik ging tegen een boom staan en dacht aan hem. aan de leuke tijden die we samen hadden. maar ik moest dit doen, anders had ie teveel pijn gehad. ik hoopte met heel me hart dat ie ooit op een dag een vriendin zou krijgen die wel bij hem paste. ik liep weer verder en zag een prachtig meer. ik liep ernaar toe en zag hoe de maan er prachtig op scheen. nu viel het me pas op dat het eigenlijk best warm was. ik besloot om even te gaan zwemmen. ik maakte er expres een besluit van zodat alice het zou zien. ik hing me kleren aan de boom en sprong erin. ik was een paar dagen gaan zwemmen, en op de een of andere manier had ik me bikini nog bij. ik trok hem aan en ging zwemmen. het water was heerlijk. ik luisterde aandachtig of ik iemand hoorde. maar niemand. het water was echt heel lekker warm. en omdat ik me bikini nog bij had,en me handdoek ook. maar ik wilde er nog niet uit. ik zwom naar het midden van het meer en de maan scheen precies boven me hoofd. toen, opeens begon het water te borrelen. alsof het kookte. ik wilde weg, maar het kon niet. me benen voelde raar. ik wilde schoppen, maar alles wat ik voelde was, borrelend water. toen stond de maan plotseling net een paar meter naast me en werd het water rustig. ik zwom gelijk naar de kant en klom eruit. me benen waren helemaal normaal. waarschijnlijk kwam het door het water dat me benen raar voelde. ik droogde me af en liep naar me auto. toen ik thuis kwam kwam Charlie gelijk naar me toe. 'bella!' 'wat heb je gedaan?' 'je bent helemaal nat.' 'ik heb gezwommen, das alles.' 'het water was heerlijk.' 'lekker warm.' 'als je niet erg vind, ik ga nu douchen.' 'oke.' 'en daarna moet je eten.' 'oke.' 'ik heb best honger.' 'mooi.' ik ging douchen en waste het water van me af. toen ik klaar was, gooide ik de natte kleren en handdoek in de was en ging eten. ik had echt honger gekregen en had veel meer dan gewoonlijk. daarna waste ik af en ging maar snel aan me huiswerk beginnen. Edward was er al en lag op me bed. 'hoi.' 'hoi.' 'hoe was het zwemmen?' 'lekker.' 'je vind het toch niet erg he?' 'ik had liever dat je helemaal het bos niet was ingegaan, maar je bent in orde en kennelijk heb je het leuk gehad.' 'je ruikt naar het bos en water.' ik lachte en ging aan me huiswerk beginnen. toen ik klaar was, vroeg edward naar me zwemtripje. 'je had mee moeten gaan.' 'het meer is prachtig met volle maan.' 'de maan scheen er recht boven en het glinsterde.' 'het was prachtig.' 'dan moeten we volgende maan maar weer eens gaan kijken.' 'ja.' toen viel ik in slaap. toen ik de volgende ochtend wakker werd, merkte ik dat ik em anders voelde. maar toen keek ik naast me en wist ik gelijk waarom. edward lag naast me. 'goedemorgen.' 'goedemorgen.' 'kleed je maar snel aan, je bent laat.' 'jemig, ja.' ik kleedde me snel aan, at en we gingen naar school. ik voelde me dagen daarna steeds raarder. ik had het idee dat het te maken had met het meer. dus toen het volle maan was, besloot ik terug te gaan. kleedde me om en sprong erin. wat er toen gebeurde, zou alles voorgoed veranderen.