Brian wist het zeker.
Hij moest het volhouden.
Hij moest zich voortbereiden op het ergste.
Hij moest overleven.Brian zette zijn tent op bij het watervalletje dat uitkomt op een meer.
Vanuit het meer loopt er een stromend riviertje door naar de dichte bossen.
Hij ging in zijn tent liggen en viel als een blok in slaap.
Hij droomde van zijn moeder en van zijn vader.
Er liep een traan over zijn wang.De volgende dag werd hij laat wakker.
Nog nadenkend over zijn droom.
Hij kroop de tent uit en ging buiten zitten.
De stenen zaten ongemakkelijk.
Maar de opkomende zon en het geluid van het watervalletje maakte alles goed.
Hij ging nadenken over hoe het nu verder moet.
Hij zou niet eeuwig eten hebben.
Hij moest op de een of andere manier aan eten komen.
'Misschien zitten er vissen in het water' dacht hij.
Er groeien genoeg bramenstruiken maar van bramen kun je je maag niet eeuwig blijven vullen.
En trouwens bramen vullen niet.
Dus moest Brian iets anders verzinnen.
Maar wat?
Hij zou misschien vissen kunnen vangen met een stok.
Wel met een punt eraan natuurlijk.
En hij heeft een zakmes.
Dus die punt kan hij slijpen.
Brian pakte een stok en begon hem te slijpen.
Hij slijpte hem net zo lang tot er een punt aan kwam.
Twee keer brak de punt af, en moest hij opnieuw beginnen.
Maar de derde keer ging het goed.
Hij had een mooie scherpe punt, waarmee hij zeker een vis kan doorboren.
En hij had ergens gelezen, dat als je de punt in het vuur hield hij nog veel sterker werd.
Dus dat deed hij.
Het vuur was net zo snel en makkelijk aan als de vorige keer.
Hij pakte zijn speer (hij vond wel dat hij dat zo mocht noemen), en liet de punt net boven de vlammen uitharden.
Hij maakte het vuur dit keer niet uit, want het was op stenen gemaakt en hij wist dat hij het nog nodig zou hebben.
Brian liep naar het water toe en liep er voorzichtig in.
Hij keek of hij vissen zag zwemmen.
Ja, daar in zijn rechterooghoek schoot er iets voorbij.
Het was een vis, wist Brian.
Hij liep voorzichtig nog wat verder het water in.
En daar zag hij er een.
Een best wel grote.
Hij deed zijn arm omhoog met de speer naar de grond gericht.
En hij wachtte tot de vis dichterbij kwam.
Toen gooide Brian de speer het water in.
Recht op de vis af.
Maar de vis ontsnapte toen de speer het water raakte en trillingen veroorzaakte.
De vis was weg.
Brian vloekte in zichzelf.
Hij pakte zijn speer van de bodem en deed nog een poging.
Daar kwam er al een.
Deze vis was wat kleiner dan de ander, maar je kon hem niet klein noemen.
Hij wachtte tot de vis dichterbei kwam en gooide.
Dit keer kwam de speer met een enorme vaart op de vis af.
De vis zag geen ontsnappings route meer.
Hij werd geraakt.
De vis werd helemaal doorboord.
Rood bloed dreef naar de wateroppervlakte.
Brian pakte zijn speer met de vis eraan.
De vis legde hij op een grote vlakke steen.
Zijn speer zette hij tegen zijn tent.
Het vuur was nog aan en Brian gooide er wat extra hout op.
'De vis moet eerst gevild worden' dacht Brian.
Hij pakte zijn zakmes en ging aan de gang.
Hij wist niet precies hoe het moest maar hij sneed alles eraf wat er niet eetbaar uitzag.
De restjes oneetbare dingen gooide hij weg, naast zijn tent.
Het vis dat overbleef was vreemdgenoeg heel weinig.
Nou ja, hij moest het er mee doen.
Het vis wat hij wou eten gooide hij op het vuurtje.
Na een half uur was het vis licht bruin.
Brian dacht dat het nu wel gaar zou zijn en nam een flinke hap.
Het was erg lekker vond brian.
De rest bewaarde hij voor morgenochtend.
Hij ging slapen.
JE LEEST
overleven
AdventureBrian van 12 is boos op zijn ouders. hij loopt weg. weg de uitgestrekte bossen in. maar of dat zo goed idee is...