Ze had de ingang van de grot versierd met buxus. Omdat het een mooie plant was, en omdat die veel geluid maakte wanneer iemand zich erdoor wurmde.
In paniek legde ze haar tekengerei aan de kant. Met een hand op haar borstkas maande ze haar hart tot rust. De slangen zouden weldra hun honger kunnen lessen. Momenteel sisten ze ongeduldig en bewogen ze wild door elkaar heen.
Wegens een gebrek aan meubels in haar grot, verstopte ze zich achter het standbeeld van Phoibe. Als ze nog in de goedheid van de Goden geloofde, zou ze bidden dat de indringer zich van grot vergist had.
Wanneer ze haar ademhaling onder controle had, waagde ze een blik op de ingang.
Een vrouw van middelbare leeftijd staarde naar de tafel waar Medusa daarnet nog zat. Het kortzwaard in haar hand verraadde haar intenties al snel. Ze had niet eens iets om haar ogen te beschermen. Typische beginnersfout.
De krijgster draaide haar hoofd met een ruk om toen de slangen intenser te begonnen te sissen.
Hou jullie bek toch, smeekte Medusa. Hoewel de vrouw ouder was dan de meeste huurmoordenaars die op visite kwamen, had ze nog een heel leven voor zich.
Het was afschuwelijk stil in de grot, op de monotone sisklank van de slangen na. Medusa draaide zich nog een keer om. De ingang was leeg. Er was geen spoor van de vrouw.
Een opgeluchte zucht ontvluchtte haar lippen. Ze gleed vanachter Phoibe vandaan om de rest van de grot in zich op te nemen.
Het volgende moment werd Medusa vastgegrepen met een verbazingwekkende kracht.
De vrouw duwde haar tegen de koude steen waarachter Medusa zich had verscholen. Ze duwde haar kortzwaard tegen haar keel.
Medusa nam haar tijd om elk detail van de vrouw in zich op te nemen. Haar schouderlange krullende haren piepten onder haar helm uit. Ze had een opmerkelijk aantal littekens op haar kin. Twee donkere ogen met een ondertoon van honing schoten alle richtingen uit. Die kleur moest ze onthouden om in een gedicht te verwerken. Haar lichtbruine huid zou binnen uttele seconden bedekt worden door steen.
Er gebeurde niets. Medusa's nek werd niet doorgesneden, en wat nog verbazingwekkender was, de vrouw bleef haar aanstaren.
Medusa hield haar hoofd schuin, geïntrigeerd door deze ontwikkeling. 'Hoe-?'
De vrouw onderbrak haar met een hese, ongeduldige stem. 'Waarom vecht je niet terug?'
Medusa's adem stokte, ze wist waarom. De hand van de vrouw had haar pols in een ferme greep, haar huid verspreidde warmte die – in contrast met de kilte van haar eigen huid – haast brandde. Ze had in decennia geen menselijke aanraking gevoeld.
Snel herpakte Medusa zich. Ze haalde uit met haar been en ramde haar voet tegen de knie van haar tegenstander, die zoals gehoopt door haar been zakte.
Medusa strompelde verbaast weg. Haar handen grepen naar hals. Een stekende pijn was voelbaar op de plaats waar net het lemmet nog rustte.
Het zwaard zou haar niet mogen kunnen kwetsen. 'Hoe-' herhaalde ze.
De vrouw stond al snel terug op beide voeten en lachte terwijl ze traag naar Medusa toe stapte. 'Verbaasd? Dit zwaard is redelijk uniek, zie je.' Ze priemde het naar Medusa en versnelde haar pas. 'Deze kan je namelijk doden.'
Een drukkend gevoel op haar borstkas benam Medusa de adem. Voor de eerste keer in een eeuwigheid was ze effectief bang. 'Wie ben jij?' kon ze uiteindelijk uitbrengen.
De vrouw kwam op haar stem af. 'Ik ben Tyra.' Haar hand streek langs de rotswand, die haar zelfverzekerde stappen begeleidde. 'En ik ga er niet van genieten om je te doden.' Ze draaide af bij een standbeeld, haar zwaard nog steeds gestrekt voor haar. Ze ging de verkeerde richting uit. 'Niet zoals jij ervan geniet om onschuldige mensen te verstenen.'
Medusa kon niet anders dan lachen.
Het ontging haar niet dat Tyra onmiddellijk van richting veranderde bij het horen van haar gelach.
Medusa's rug raakte de rotswand, ze tuitte haar lippen. 'Je bent blind.'
Tyra's mondhoek vertrok in een grijns. 'Wat een opmerkingsvermogen.' Ze kwam steeds dichterbij en haalde één keer wild uit met haar zwaard. Ze miste Medusa op een haar na.
'Wacht,' riep ze, toen de vrouw haar zwaard opnieuw hief. 'Het is de vloek.' Ze keek naar het gelaat van de versteende man vlak naast haar. Geschenk, vloek. Het was allemaal hetzelfde. 'Bij elke verstening sterft een stukje van mij. Wil jij jezelf ook verliezen?'
Tyra stopte met bewegen, haar zwaard hoog in de lucht.
'Je had me daarnet de keel kunnen doorsnijden. Dat deed je echter niet,' ratelde Medusa, 'omdat je verwachtte dat ik zou terugvechten, dat ik jou ook dood zou willen. Ik denk dat we elkaar beiden niets willen aandoen.'
'Dat zei ik toch al,' siste Tyra. Ze ontblootte haar tanden. 'Ik ga hier niet van genieten. Maar er is mij iets kostbaars beloofd in ruil voor jouw hoofd.'
'Ik heb al het goud dat je je maar kan wensen.' Ze bukte zich en raapte een handvol munten van de grond. Hadden ze ooit tot Myron de rijke politicus behoord? Ze kon het zich niet herinneren.
'Het is niet goud dat ik verlang.'
Ze hief haar handen. 'Alsjeblieft.' Waarom smeekte ze? Er was een tijd geweest dat ze niets liever dan dood wilde zijn.
Tyra twijfelde, ze liet het zwaard even zakken om het dan terug te heffen.
Medusa overbrugde de korte afstand tussen hen, nog steeds op haar knieën. Wat het ook was dat Tyra verlangde, het moest iets ongelofelijks belangrijk zijn, de tweestrijd in haar gezicht was pijnlijk om te zien. 'Doe het dan snel. En beloof me dat je de familieleden van die twee opzoekt.' Ze wees naar Myron en Phoibe, haar twee recentste slachtoffers. Ze liet haar vinger terug zakken toen ze besefte dat Tyra het niet kon zien.
De vrouw liet een gekwelde schreeuw ontsnappen en liet haar zwaard neerkomen.
Medusa kon nog net haar ogen sluiten en glimlachen.
Een echo weergalmde in de grot toen het zwaard op de grond kletterde.
JE LEEST
Zij Die Mij Ziet
Short StoryIn dit kortverhaal komt Medusa oog in oog te staan met de enige persoon die haar van haar vloek kan verlossen. Deze krijgster, genaamd Tyra, heeft er haast alles voor over om haar missie te volbrengen; Medusa doden. Tot wanneer hun gemeenschappelijk...