γ - zal weldra mooi zijn

35 12 2
                                    

'Maláka, ik wist het.' Tyra rukte de helm van haar hoofd, waardoor de stevige bos haar naar boven krulde. 'Ik wist dat ik het niet kon. Stomme idioot dat ik ben.' Ze liet de helm uit haar handen vallen en schopte ertegen met verbazingwekkende precisie.

Medusa kromp ineen toen de helm de rotswand raakte. Geschokt over dat ze nog in leven was, kon ze geen woord uitbrengen.

Tyra haalde haar vrije hand door haar haar, in een poging kalm te worden. Alles aan de vrouw leek erop te wijzen dat ze een bloedlustige krijger was. De littekens die haar benen en gezicht versierden waren zowel vervaagd als felrood. Haar lederen uitrusting paste perfect in het plaatje van de andere zelf-bestempelde helden. Maar als je aandachtig keek, zag je dat het pantser te strak rond haar borst zat en de rok omgekeerd was aangedaan. Het zwaard dat ze nog steeds in haar hand klemde, glansde als nieuw. Het had waarschijnlijk nog nooit bloed geproefd, op dat van Medusa na.

'Ik moet hier weg,' besloot Tyra, al leek ze dat voornamelijk tegen zichzelf te zeggen. De vrouw kwam in beweging. Met het zwaard voor haar zocht ze naar de uitgang, net zoals Medusa was ze gedesoriënteerd. Ze zette haar gemompel onverstoord voort. 'Zo snel mogelijk. Voordat hij mij vindt.'

'Hé wacht.' Medusa krabbelde overeind, niet zeker wat ze wilde bereiken. Als een kip zonder kop rende ze Tyra achterna, die de uitgang al snel had gevonden. Het enige wat ze wist was dat ze niet alleen in de grot wou zijn. Dat ze voor de verandering een ander gezelschap dan dat van een standbeeld verlangde. Niets persoonlijks, Myron.

Het zonlicht overviel Medusa plotsklaps. Ze hief een arm in de lucht om de zon te weren. 'Wacht,' herhaalde ze terwijl haar ogen zich aanpasten. 'Uit welk krocht van de onderwereld heb je dat zwaard vandaan?'

De vrouw stapte onverbiddelijk door, zelfs toen ze struikelde over een rots herpakte ze zich vluchtig. 'Laat me met rust! Of zal ik mijn keuze om je te sparen herzien?'

Medusa versnelde haar pas en riep opnieuw: 'Wacht!' Deze keer niet omdat ze op onverklaarbare wijze plots bang was om alleen te zijn, maar omdat Tyra recht op een klif afmarcheerde.

Tyra negeerde haar. Natuurlijk.

Medusa nam haar pols beet, uttele seconden voor Tyra's tuimel.

De vrouw gilde toen ze achteruitgetrokken werd, en doorrolde in het droge zand. Ze werkte zich onmiddellijk terug op haar ellebogen, zoekend naar het zwaard dat buiten handbereik gekatapulteerd was. 'Wat in de naam van de Goden bezielt jou, slangenmens? Wil je zo graag doodgaan?'

Ze lachte terwijl ze haar slapen masseerde. Medusa was op een rots neergekomen, al voelde ze geen pijn, Tyra begon op haar zenuwen te werken. 'Ik zou hetzelfde van jou kunnen vragen. Je bent zo druk bezig met in jezelf te mompelen dat je recht op een afgrond afloopt.' Ze stond recht en klopte haar jurk af. 'Nu zou ik graag een antwoord op mijn vraag hebben. Van wie is dat zwaard? Wie heeft je gestuurd?'

Tyra drukte kinderachtig haar lippen op elkaar.

Dit ging niet werken. De vrouw hield haar kin misschien wel omhoog, maar haar ogen spraken een angst uit. Medusa zuchtte, het was tijd om het grove onderhandelingsmiddel boven te halen.

'Wil je thee?'

Een ongeloofwaardige blik werd haar toegeworpen.

'Ik kan je niet laten gaan tot je van mijn befaamde kruidenthee geproefd hebt.'

Tot haar verbazing stemde Tyra in.

Medusa had een hekel tegenover eten ontwikkeld. Het was overbodig veel werk om zichzelf van voedsel te voorzien. Het zetten van de thee, aan de andere kant, was een rustgevende routine.

Zij Die Mij ZietWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu