Hoofdstuk 3

103 5 0
                                    

Ik leek wel gek zo dicht achter hem te rijden. Wat als hij me had gezien? En wat deed hij daar ineens? Ik vraag me af of hij de brief al heeft gelezen. Gisteren heb ik hem op de post gedaan, precies optijd voor het weekend. Zou hij hebben gehuild bij het lezen, net als ik?


Pov Raoul

"Zit je te dromen manneke?" Eén man achter me belt ongeduldig. "Het is groen!" Ik schrik op en maak zo snel mogelijk vaart. Mijn zij voelt nog een beetje beurs aan door de val van gisteren. Het duurde lang voordat ik sliep, de gedachte aan de fiets met de grote koplamp hield me wakker. Wie was het? Wat wilde diegene van me? En wat was er gebeurt als Matthy niet toevallig was langsgekomen? Bij het laatste stoplicht voor Riverside moet ik opnieuw wachten voor rood. Het is een druk fietspad. Een stuk of tien toeristen staan in een kluitje bij elkaar met hun huurfietsen. Als het licht op groen springt komen ze tegelijk in beweging. Ik verlies bijna mijn evenwicht omdat ze me tegen de stoeprand dwingen. In een flits zie ik een donkerbruine fiets tussen de andere fietsen. Het is er eentje met een groot voorlicht, zoals de koplamp van een auto. Mijn lichaam reageert eerder dan mijn hoofd. Het is net of ik een val maak, mijn hart mist een slag. Hij is opnieuw hier... dit kan niet. Toch? Ik kijk nog een keer, maar ik zie hem nergens meer. De fietser is opgelost in het niets.  


"Hé" roept Koen uitgelaten als ik bij Riverside aankom. "Je bent de eerste." Ik geef hem een een knuffel. "Gefeliciteerd." Ik moet de fietser loslaten, waarschijnlijk heb ik het gewoon verkeerd gezien. Waarom zou iemand mij willen achtervolgen? Bovendien is deze stad enorm, er zijn vast wel meer donkere fietsen met zulke grote voorlichten. "Waar denk je aan, Spinsel?" "Spinsel?" "Hersenspinsel," zegt Koen. "Volgens mij zit jouw hoofd altijd vol." Ik voel mijn wangen branden. Zal ik Koen over de fietser vertellen? Ik haal diep adem, maar dan verstart Koens blik. Hij kijkt naar iets achter mij en als ik me omdraai, zie ik Milo aankomen. Hij heeft een enorme beer in zijn handen. Koen zucht. "Die is toch niet voor mij, hè?" Ik schiet in de lach. "Ik ben bang van wel." Milo geeft altijd rare cadeaus. Hij heeft mij deze winter een bon voor een all-you-can-eat-reastaurant om spareribs te eten gegeven, terwijl ik al jaren vegetariër ben. En hij gaf Matthy een muziekboek voor de viool. "Gefeliciteerd!" Milo remt af en steekt Koen de beer toe. "Zodat je minder eenzaam bent s'nachts." "Dat had je niet hoeven doen." Koen trekt een gezicht. De beer is bijna even groot als hijzelf. "Waar is Matthy?" "Hij komt eraan." Koen kijkt de straat in. Hij friemelt nerveus aan zijn shirt. Zou hij écht bang zijn dat hij afhaakt? Maar dan zie ik Matthy. Hij draagt zoals altijd een T-shirt met een spijkerbroek. Zijn gezicht ziet grauw, alsof hij dagenlang niet heeft geslapen. "We zijn compleet." Roept Milo. "Gefeliciteerd." Zegt Matthy, terwijl hij Koen een knuffel geeft. Ik steek mijn hand op, maar laat hem halverwege zakken. Hij negeert me compleet, alsof ik niet meer ben dan een hap zuurstof. 

"We kunnen eindelijk naar binnen!" Milo slaat een arm om Matthy heen en loopt naar de ingang. Koen slingert de beer over zijn schouder en haakt zijn arm door de mijne. "Zullen wij ook dan maar?" Voor de deur van Riverside staat een portier met een hoge hoed en een uniform. Ik zie hem even naar de beer kijken, maar hij houdt zijn gezicht keurig in de plooi. Hij zwaait de deur voor ons open en we stappen het hotel binnen. Natuurlijk wist ik dat Riverside chic zou zijn, maar dit had ik nooit kunnen bedenken. In het midden van de hoge hal hangt een gigantische kroonluchter. Vlak voor de trap naar boven ligt een Perzisch tapijt en er staan loungestoelen bij een grote vleugel. Die glimt zo dat ik ons alle vier erin kan zien. Aan de zuilen, die de eerste verdieping dragen, hangen lichtfakkels, het voelt net alsof ik een filmset op wandel. Of sterker nog: alsof ik de hoofdrol speel in een grote productie. Ik kan mijn ogen niet van de grote klok boven de ingang afhouden. Er zijn allerlij wijzers, die buiten de tijd om nog meer dingen aangeven. Ik herken een paar symbolen langs de rand van de klok als sterrenbeelden. Ik zoek naar mijn sterrenbeeld, het symbool met een M en een lusje eraan: maagd. Milo volgt mijn blik. "Gaaf hè?" "Echt wel." Achter me hoor ik Koen druk aan Matthy vertellen hoeveel beroemdheden al achter de vleugel hebben gezeten. "Weet je zeker dat je bij hem op één kamer wil liggen?" Milo grinnikt. "Ik mag dan snurken, hij houdt je ook de hele nacht wakker met zijn geklets." "Daar heb je gelijk in." Ik glimlach. Ik zal erover nadenken."

Koen komt bij ons staan met twee sleutels in zijn hand. Het zijn ouderwetse, met een zware sleutelhanger eraan. De meeste hotels werken tegenwoordig met pasjes, maar in Riverside is alles authentiek. "Gaan jullie mee? Ik heb de sleutels al. We moeten naar de bovenste verdieping." Ik schrik op als Koen naar de lift loopt. "Ik... ik neem de trap wel." Zeg ik snel. "De trap?" Milo kijkt me verbaasd aan. "Waarom zou je dat doen?" "Goed voor mijn conditie. Bovendien passen we nooit alle vijf in die lift." "Vijf?" "Wij en de beer." Milo en Koen schieten in de lach, Matthy trekt zijn wenkbrauwen op. Zijn blik dwaalt af van mijn ogen en verder naar beneden. Hoe hij naar me kijkt... Mijn bloed suist in mijn oren. Waarom laat ik me toch zo opfokken door die jongen? Als ik richting de trap loop, kijk ik even naar de uitgang. Het liefst zou ik nu naar buiten willen rennen. Hoe moet ik een heel weekend met Matthy overleven? Maar na dit weekend zal hij er ook nog zijn. Hij is er elke dag op school, in elke les, tijdens elke pauze. Zolang ik met Koen en Milo omga, krijg ik Matthy er gratis bij. Als ik me omdraai, zie ik Koen nog even naar me zwaaien. Hij straalt helemaal, het is net alsof hij van binnenuit licht geeft. Ik kan het niet maken om weg te gaan, hij is juist zo blij dat we er allemaal zijn. Volgens mij was hij écht bang dat Matthy niet kwam opdagen... Als ik nu wegga, verpest ik zijn verjaardagsweekend en dat verdient hij niet. Op mijn allereerste schooldag was hij er voor mij, nu moet ik er voor hem zijn. Ik sla af voor de trap, maar dan bots ik keihard tegen iemand op. Tranen springen in mijn ogen van de pijn en ik wrijf over mijn schouder. Ik kijk achterom, maar zie tot mijn grote verbazing niemand. De persoon is gewoon doorgelopen.


Heyheyy, zelf vind ik dit echt een kutdeel maarja het moest voor de verhaallijn. Nou hoe was jullie vakantie? Ik zit nu dus in de derde en heb een nieuwe klas gekregen en die is echt het kutste van het kutste. Al mijn vriendinnen zijn in 1 klas geplaatst en ik in een andere :') maar ja we doen het er maar mee

Room Service // ft. BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu