hoofdstuk 5

79 5 1
                                    

Pov Matthy

''Maar...'' ''Het kan niet Koen.'' Even valt het stil. Wedden dat Koen opnieuw zal proberen me over te halen? Hij kan vreselijk doordrammen als hij zijn zin niet krijgt, dat deed hij vroeger al.

 ''Waar is je gitaar eigenlijk?'' vraagt hij dan. Ik voel mijn hoofdhuid prikken. ''Hoe bedoel je?'' Koen kijkt de kamer rond. ''Je hebt hem altijd mee naar feestjes, waarom nu dan niet?'' ''Ik...ik ben hem vergeten.'' ''Vergéten?'' Koen schud zijn hoofd. Hij gelooft me niet, natuurlijk niet. Ik sleepte dat ding overal mee naartoe. Er hoefde nooit muziek opgezet te worden, ík was de jukebox. Ik speelde alles, elk verzoeknummer zat in mijn vingers. Koen en Milo dansten, hij luisterde. Met zijn hoofd in zijn handen, een dromerige blik in zijn ogen. Hij was de reden dat ik speelde, net zo lang tot mijn vingers verkrampten. 

''Maar mijn cadeau dan?'' vraagt Koen verbaast. ''Ik krijg toch elk jaar een liedje van je!'' Ik had kunnen weten dat hij hierover zou beginnen. Die traditie is ooit begonnen toen Koen zei dat hij alles al heeft. Daarom speelde ik elk jaar een eigen nummer speciaal voor hem. Maar hoe kan ik nog gitaar spelen nu hij er niet meer is? Ik heb mijn gitaar al bijna een jaar niet aangeraakt.

 ''Matthy kan ook spelen zonder gitaar.'' We kijken alle drie op. Raoul staat in de deuropening en kleurt een beetje. ''Toch?'' ''Hoe bedoel je?'' vraagt Milo. ''Nou, hij oefent elke dag tijdens de les. Dan mompelt hij teksten en tikt met zijn vingertoppen onder zijn stoel.'' Raouls woorden versplinteren langzaam in mijn hoofd. Er was tot nu toe maar één iemand die het opviel. Het was iets tussen ons tweeën, zelfs Koen heeft mijn tic nooit ontdekt. Als ik nerveus ben, oefen ik solo's en hoor ik de melodie in mijn hoofd. Het maakt me rustig. Hoe kan het dat uitgerekend Raoul dit heeft opgemerkt? ''Is dat waar?'' vraagt Koen aan mij. Hij schiet in de lach. ''Mafkees!'' ''Natuurlijk niet,'  zeg ik hard. ''Hij zegt maar wat. Raoul ziet dingen die er niet zijn.'' Ik kijk naar Raoul, die zijn hoofd laat hangen. 

Wat doet hij hier eigenlijk? Híj  hoorde erbij te zijn. We zouden in Riverside samen een kamer hebben gedeeld en we hadden de luxe belachelijk gemaakt. We maakten al plannen voor na de middelbare school, we zouden met z'n vieren in dezelfde stad gaan studeren. Hoe kan alles in één moment veranderen? Ik háát Raoul, met zijn onschuldige blauwe ogen. Hij heeft geen idee van wie de plek was, die hij zo gretig inneemt. ''Nou, we gaan maar naar het zwembad,' zegt Milo en hij trekt Raoul mee. Als ze de gang op zijn, kijkt Koen me onderzoekend aan. Zal hij nog iets over mijn gitaar zeggen? Ik ken die blik van hem, hij laat het onderwerp nog niet los. Maar ik dwing mezelf terug te kijken, net zolang tot mijn ogen ervan tranen. Koen wendt als eerste zijn blik af en trekt zonder iets te zeggen de kamerdeur achter zich dicht. 

In de spiegel boven de wastafel zie ik mezelf. De huid onder  mijn ogen is dun en paars en mijn wangen zijn ingevallen. Ik zie eruit als de eerste beste junk, dat moeten mijn vrienden ook hebben gezien. Het voelt alsof ik elk moment om kan vallen. van de slaap en tegelijkertijd alsof ik nooit meer een oog dicht zal doen. Ik ben veel te bang voor nachtmerries. Hij in een kist. Zijn armen gekruist en zijn ogen gesloten. Heeft hij geleden? Hoe heeft hij het gedaan? Pillen? Springen? Strop? Ik druk mijn vingertoppen tegen mijn slapen. Mijn hooft ontploft door alle vragen. 

Dan klinken er plotseling drie harde bonzen op de deur. Geschrokken kijk ik achterom. Is Milo soms iets vergeten? ''Roomservice" klinkt een gedempte stem. Heeft Milo iets besteld? Hij eet het liefst de hele dag. Ik wrijf even over mijn wangen en loop naar de deur. Als ik die opentrek, staat er tot mijn verbazing niemand. Dan zie ik de roestvrijstalen stolp bij mijn voeten. Het is zo'n ding waar eten onder geserveerd wordt, een cloche. Ik kan me niet voorstellen dat Milo zomaar eten zou bestellen, zeker niet hier. De prijzen in dit hotel zijn belachelijk hoog. Voor een simpele salade betaal je al een fortuin. Waarschijnlijk is het gewoon verkeerd bezorgd. Even denk is erover om de deur dicht te doen, maar mijn rammelende maag houd mij tegen. Eigenlijk is iets eten zo gek nog niet. Vanochtend heb ik nauwelijks ontbeten en mijn lunch was één plakje ontbijtkoek. Wat zou hieronder zitten? Ik hoop op een hamburger met friet. Bij dat idee loopt het water me al in de mond. 

Ik til de stolp op, maar er ligt geen eten onder. Vanaf het bord grijnst een envelop me aan. Een gouden envelop. Precies zo een als ik in mijn zak heb zitten. Met mijn naam erop. Bloed gonst door mijn hoofd als een zwerm bijen. Is dit toeval? Ik kijk links en rechts de gang in, maar er is niemand te zien. Ik buk en raap de envelop van het bord. Met trillende vingers maak ik hem open. Er zit een klein stukje krantenpapier in met de datum van vandaag erop. 

12-06-2024

Wat was het plotseling zwart,

de zon was weg, heel even.

Maar voor altijd in ons hart, 

Daar zal je verder leven.

Robbie van de Graaf

~9 juni 2024~

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 29 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Room Service // ft. BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu