Hoofdstuk 4 : Frost

6 2 1
                                    


"Eh... hallo... Wie ben jij? Toon jezelf alstublieft?" Zeg ik tegen wie of wat het ook is. Het begint weer te schrijven op het ijs

"Je weet wie ik ben. Je wenste zojuist dat ik echt was".

"Wanneer? Ik weet niet eens wie je bent."

"Ja, dat weet je wel. Nog niet zo lang geleden keek je naar een foto van mij."

Foto? De enige foto waar ik naar keek was...

"Jack Frost?", vermoed ik. Plotseling voel ik een ander lichaam achter me en een hoofd dat over mijn schouder zweeft.

"Goed geantwoord... Koningin Elsa," zegt een mannenstem in mijn oor. Ik draai mij langzaam om en zie een lange jongen achter mij staan. Hij heeft een staf met een haak aan het einde in zijn hand en een kap over zijn hoofd, zodat ik zijn gezicht niet kan zien. Hij gaat blootvoets op het ijs staan, lang en trots.

"Onmogelijk," stotter ik en stap achter uit. Ik glij uit op het ijs onder mijn voeten en val achterover. Hij pakt snel mij bij mijn middel voordat mijn hoofd het ijs raakt.

"Echt wel mogelijk", zegt hij simpel, terwijl hij mij overeind helpt. Zijn capuchon valt op zijn schouders en de maan schijnt op zijn gezicht. Zijn haar is kort en wit als sneeuw. Zijn ogen zijn groot, blauw... en heel erg mooi. En zijn huid is zo bleek dat het bijna leek alsof hij zo uit een zwart-wit schilderij is gestapt. Ik maak mezelf snel los uit zijn greep en doe een stap naar achteren.

"Nee, nee. Dit is onmogelijk. Ik moet ergens mijn hoofd behoorlijk hard hebben gestoten. Jij bestaat niet!", zeg ik terwijl ik van het ijs af loop.

"Doe ik wel. Hoe denk je anders dat ik je heb betrapt?", beantwoord hij mij, terwijl hij mij volgt.

"Ik denk dat ik droom. Dat ik nu gewoon in mijn bed lig te slapen."

"Nou... sorry dat ik je bubbel barst, maar je praat toch echt met Jack Frost." Hij pakt mij schouder vast om mij er van te weerhouden door te lopen.

"Je liegt. Ik word gewoon gek, of jij bent een normaal persoon die een grap met mij probeert uit te halen," snauw ik, terwijl ik zijn hand wegsla. Wanneer onze handen contact maken, voel ik dat zijn handen kouder zijn dan ijs.

"Oh ja?"

"Ja," knik ik.

"Hoe kon het meer dan bevriezen?", vraagt hij wanneer zijn gezicht dichter bij het mijne komt.
"Dat heb ik gedaan," verdedig ik.

"Dan kun je het natuurlijk ook weer laten ontdooien." Hij grijnst, terwijl hij zijn handen over elkaar heen slaat.
"Misschien zal ik dat dan ook wel doen," zeg ik, terwijl ik mijn hand opsteek om het ijs te ondooien. Er gebeurt niets. Ik gebruik beide armen en alle energie die ik kan om het ijs te ontdooien.... nog steeds niets.

"Wat nou lukt het niet? Heb je hulp nodig? Zal Jack Frost je maar even helpen," plaagt hij als hij ziet dat ik meer en meer worstel

"Ok, best, laat we dan eens zien of jij het kan," zeg ik geïrriteerd.

Jack heft zijn hand op en het ijs ontdooit snel. Ik sta verbaasd te kijken, terwijl Jack begint te grinniken.

"Goed gedaan," grijnst hij.

"Ik kan dit nog steeds niet geloven," zeg ik, terwijl ik terug loop naar het kasteel.

"Nou, wat wil je dan? Hoe overtuig ik jou? Samen de wereld rondvliegen? Je paleis versieren met ijs? Heb je een ongeslagen sneeuwballengevecht zoals die je met je zus had?" vraagt hij.
"Wacht, hoe weet je in hemelsnaam dat ik een sneeuwballengevecht had met mijn zus?", vraag ik terwijl ik me omdraai. Jack aarzelt... en ik weet het antwoord al.

"Je hield ons in de gaten, nietwaar?", antwoord ik voor hem.
"Nou, het is een beetje mijn werk, weet je? Ik moet naar mensen over de hele wereld kijken. Meer specifiek kinderen, maar ja, dat is mijn werk," legt hij uit.

"Om wat te doen? Wat is uw 'echte' baan? Omdat ik weet dat het jouw taak niet alleen maar is om naar mensen te kijken."

"Mensen helpen plezier te hebben." Hij kijkt naar mij alsof hij zich iets pijnlijks herinnert.

"Oké, we hadden plezier? Dus waarom hield je ons in de gaten?' vraag ik, terwijl ik naast hem loop.

"Je zult het antwoord hierop te laat vinden: wacht... je praat tegen mij." Hij verandert snel van onderwerp.
"Ja, dat ben ik... dus?"
"Je gelooft echt dat ik echt ben," beantwoord hij mij
"Wrijf het mij niet zo in, Frost," zeg ik, terwijl we het kasteel binnen lopen.
"Achternaam basis. Dat is schattig," zegt hij, terwijl hij me de gangen in volgt. Ik draai me om en duw tegen zijn borst.
"Kun je mij met rust laten?", snauw ik.

"Elsa?", hoor ik Anna ineens achter mij roepen.
"Anna, wat is er aan de hand?", vraag ik.
"Ik denk dat ik eerder jou die vraag zou moeten stellen. Gaat het?", vraagt ze, terwijl ze even met haar hand op mijn voorhoofd voelt.

"Ja, alles gaat goed. Wat is er aan de hand?", vraag ik haar.
"Je was alleen maar aan het praten en aan het duwen... nou ja, lucht," legt ze uit
"Nee, dat was ik niet," ontken ik.
"Jawel. Ik zag je. Wie wil je met rust laten?", vraag ze mij.
"Ik..." fluistert Jack in mijn oor. Jack loopt naar Anna toe en begint in haar gezicht te zwaaien. Ze reageert helemaal niet. Dan probeert hij haar opzij te duwen, maar zijn armen gaan dwars door haar heen. Alleen ik zie Jack, alleen ik kan hem aanraken. Al snel voelt mijn lichaam zwaar aan, mijn knieën zakken in. Ik val op de grond en laat mijn geest in een diepe slaap vallen.

Bevroren hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu