Hij kijkt op. Shit...
Hij kijkt recht in mijn ogen. En hij geeft me die lach.
Weer zwaait hij z'n deze keer probeer ik de moet te vinden om terug te zwaaien. Ik kan alleen maar een zwakke glimlach tevoorschijn halen en meer niet. Ik laat me onder het ramcozijn zakken zodat hij me niet meer kan zien.
Waarschijnlijk vindt hij me nu raar. Welke 26 jarige kan er nu niet terug zwaaien. Ik schaam me een beetje. En dat is niet de eerst keer.
Ik heb me altijd een beetje kinderachtig gedragen voor mijn leeftijd. Maar veel kan ik er niet aan doen.
Ik hoop gewoon dat hij me niet super raar gaat vinden.
Stilletjes kruip ik naar mijn schetsboek dat op de grond ligt, en teken ik verder aan het rode huis. Alleen voeg ik er nog een klein detail bij.Hij
"Matthy?" Ik kijk op en zie dat Jesse mijn kamer is binnen gekomen. "Wat ben je aan het tekenen?" Vraagt hij terwijl hij naast me komt zitten.
"Het huis hier achter" zeg ik zachtjes. "Wie is dit?" Wij wijst naar de jongen op de tekening. "Dat...dat is..."
"Je hoeft het niet te zeggen hoor" zegt hij. Ik knik en ga verder met tekenen. Snel gaat hij met zijn hand door mijn haar, en staat dan recht.
Hij kijkt eens rond in mijn kamer en blijft met zijn blik op het raam hangen. "Je weet toch dat die jongen daar naar ons kijkt?" Ik knik zachtjes en maak een goedkeurend geluid. "Ja, dat weet ik"
Jesse knikt en verlaat de kamer.De deur gaat dicht en mijn schetsboek beland opnieuw op de grond. Snel trek ik mezelf op en kijk terug door het raam.
Hij is weg.
Weer laat ik me op de groen zakken. Diep zuchtend laat ik me helemaal onderuitgleiden.
Daar lig ik dan.
Alleen het geluid van de vogels en de wind die door de bomen giert is te horen. Ik sluit mijn ogen en geniet ervan.
Het is rustgevend.Tik.
Tik.
Tik.
Tik.
Ik open mijn ogen. Het is een geluid dat op dit moment niet te horen zou moeten zijn.
Tik.
Tik
Tik.
Ik sta op en kijk rond.
Tik.
Tik. Ik open het raam.
"Aaaaaa" er beland een steentje in mijn gezicht.
"OMG, S-SORRY!!" Hoor ik de jongen roepen.
"Nee, nee het is ok." Roep ik minder luid terug.
"Ik-euhm...ik dacht om eens met elk-Ik sluit het raam met een klap dicht. Mijn ademhaling loopt op en de kamer begint te draaien.
Wit en zwarte stippen beginnen mijn zicht te blokkeren.
"EZZ-
"P-PAP!!"
Met een luide klap eindig ik op de grond. Het doet pijn. Veel pijn.
Angst neemt me over wanneer het zwart-~
"Hij word wakker pap"
Fel licht betreed mijn zicht en boven mij hangt er iemand.
"Gaat het?"
Ik kan niet plaatsen wie het vroeg maar toch knik ik zachtjes. Ik voel hoe er een arm onder mijn rug word geplaatst en hoe ik zachtjes en voorzichtig omhoog word gebracht zodat ik recht kan zitten in de zetel. Dat is toch waar ik snel dat ik ben.
Of is het toch mijn bed?
"Mat? Weet je wat er gebeurd is?"
Deze keer kan ik de stem plaatsen het is pap.
"Ik-er...ik...ik deed het raam open...omdat-er..er werden steentjes op gegooid...en..en ik open mijn raam...en er er vliegt een steentje in..in...mijn gezicht."
"En...en hij...hij praat opeens zo...hij praat veel...ik...ik raakte in paniek en-"
"Rustig mat"
Het is Ezra. Hij legt zijn hand op mijn been en wrijft zachtjes heen en weer.
"Is het die jongen van in het rode huis?" Vraagt Jesse.
Zacht knik ik.~
Ik lig in bed. Luisterend naar de vogeltjes. Morgen gaan we een bergwandeling maken. Ik heb er wel redelijk veel zin in.
Langzaamderhand neemt de vermoeidheid toe en beginnen mijn ogen moe te worden.
Mijn gedachten dwalen steeds af naar de jongen van het rode huis.
Had ik niet beter ook tegen hem beginnen praten? Want hij klonk zo lief. Misschien kan ik hem morgen Zien, de kans is klein. Maar vanaf ik hem zie ga ik me excuseren voor mijn assosiale gedrag.
~
Een gewicht beland op mijn borstkas. Uit ervaring weet ik dat het Ezra is.
"Mmmm?"
"Op staan slaapkop, we gaan wandelen." Hij gaat van me af en laat me uit bed komen.
"Het is wel een duidelijke blauwe plek geworden" zegt hij terwijl hij op me afkomt.
"Zeker dat je geen hoofdpijn hebt?"
"Ik voel me prima" zeg ik tegen hem.
"Zeg wel wanneer je hoofdpijn hebt ok?"
Ik knik en ga naar mijn koffer op zoek naar mijn kleren. Ik pak een shirtje en een basic t-shirt. Ezra is ondertussen al uit mijn kamer gegaan.
Nadat ik me omgekleed heb kijk ik snel even door het raam voor het geval ik hem zou zien. Maar geen geluk. Hij staat er niet.Die mysterieuze jongen. Of ben ik dat eerder voor hem?
Comfortbankz™