Hoofdstuk 2

31 1 0
                                    

Nadat ik de toetsen heb uitgeprint, kom ik weer terug aan bij het lokaal. Ik gluur via het raam naar binnen en zie dat de leerlingen, van wie ik hun telefoon heb afgepakt achter hun telefoon zitten. In mijn voorhoofd komen plooien en mijn gezichtsuitdrukking veranderd naar boos. Ik loop naar de deur en zie dat de leerlingen snel hun telefoon wegstoppen, in hun broekzak. In plaats ervan om het lokaal binnen te stormen, loop ik rustig het lokaal binnen.
'Goed, dames en heren. Ik heb hier de toets. Maar voor we beginnen, wil ik eerst alle telefoons in dit bakje hebben,' zeg ik vriendelijk en pak een bakje van mijn bureau, waar prima de grote van een telefoon erin past.
Iedereen zucht.
'Mevrouw, dat doe-.''Doe ik nooit, dat weet ik. En toch weet ik toevallig dat de leerlingen van wie ik hun telefoon heb ingenomen hun telefoon weer terug heeft genomen,' reageer ik op een leerling. De leerling is meteen stil en kijkt naar zijn klasgenoten.
'Het spijt ons mevrouw,' zeggen de twee leerlingen in koor.
'Moeten we nu naar de directeur?', vraagt een van de twee leerlingen met een zucht.
'Na nog een waarschuwing, mogen jullie inderdaad naar de directeur,' zeg ik streng tegen ze.
'Ik laat het bakje rond gaan en als ik er achter kom dat je hem niet inlevert, mag je direct naar de directeur om een verklaring af te leggen,' zeg ik en zet het bakje, bij de eerste persoon neer. Bij Shanti.
'En als je geen telefoon hebt?', vraagt Shanti aan me.
'Dan mag je hem door geven. Maar iedereen heeft toch tegenwoordig een telefoon, mevrouw Shanti?', zeg ik tegen haar.
'Euhm... Ik niet. Mijn ouders zijn niet zo rijk en hebben niet genoeg geld om een telefoon aan te schaffen voor mij en hun zelf,' zegt eerlijk tegen me.
'Oh, geef hem dan maar door naar achteren,' zeg ik en wacht, totdat alle telefoons in het bakje weer terug naar mij keert.

Al gauw zijn alle telefoons ingeleverd en zet ik het bakje bij mij op mijn bureau. Ik loop vervolgens het lokaal rond, om de toets uit te delen en vraag iedereen vriendelijk om hun tafel in de toets opstelling te zetten. Anders zullen ze bij elkaar afkijken. Ik loop inmiddels terug naar mijn bureau en wacht totdat iedereen in de juiste opstelling zit. Een van de leerlingen staat plots op en loopt naar het raam.
'Waarom sta je opeens op Sam?', vraag ik aan de leerling.
'Ik wou kijken wat ik nou hoorde, maar ik laat maar. Er is niks aan de hand,' antwoordt de leerling en neemt weer terug plaats op aan zijn tafel. Ik frons mijn wenkbrauwen, maar trek er maar niet al te veel aandacht aan.
'Goed, heeft iedereen een gum en een potlood?', vraag ik aan de leerlingen.
Alle leerlingen knikken als teken op mijn vraag. 'Dan mogen jullie beginnen met de toets. Als je een vraag niet snapt, steek je hand op dan kom ik zo snel mogelijk naar je toe,' zeg ik en ik ben net uitgesproken of de meeste leerlingen steken meteen hun hand op. De leerlingen die weinig moeite doen bij nederlands. 'Maar ik ga het antwoord niet verklappen,' zeg ik op een strenge toon en meteen zakken alle handen naar beneden. Ik ken hun al vijf jaar, dus ik weet wat ze doen. Er heerst een stilte en ik hoor hoe de potloden over het papier gaan. Af en toe klinkt er een gum. Ik loop naar mijn bureau en open een word document. Terwijl ik op mijn werk ben en een oogje in het zeil hou tijdens de toets, schrijf ik ook gewoon aan mijn zelf verzonnen verhalen.

Na een poosje klinkt er gegrinnik en ik kijk verstoord op. Ik kijk het lokaal rond, maar ontdek de geluidsverstoorder niet. Weer kijk ik terug naar mijn computer en opnieuw hoor ik weer gegrinnik. Het komt van de leerlingen vandaan. Mijn ogen speuren elke leerling één voor één af, maar ik ontdek niet wie het doet. Ik wend mijn blik weer van de leerlingen af, terug naar mijn computer. Heel even is het weer stil voor een paar minuten, maar dan hoor ik geluid vanuit de gang. Verbaasd kijk ik weer op en zie dat de deur open staat. Heu, die had ik toch dicht gedaan?
Ik sta op en loop naar de deur toe. Mijn ogen glijden door de gang, maar ik zie niemand. Dan doe ik de deur weer toe en loop weer terug naar mijn bureau. Ik kijk het lokaal rond, maar zie dan tot mijn verbazing een paar lege stoelen. Meteen sta ik weer op en loop naar de tafels, van de lege stoelen. Ik kijk wie hier zaten en zie de namen: Sam en Shanti.
'Mevrouw, wat is er aan de hand?', vraagt een leerling zachtjes aan me.
'Weet jij waar Sam en Shanti gebleven zijn?', vraag ik aan de leerling.
'Naar de wc mevrouw. U was zo bezig dat u ze niet heeft gezien, maar ze moesten zo nodig dat ze geen tijd meer hadden om te wachten,' antwoordt de leerling.
'Hoe lang zijn ze al weg?', vraag ik aan de leerling.
'Euh... een minuutje volgens mij mevrouw,' antwoordt de leerling.
'Oké, dan komen ze snel weer terug hoop ik,' zeg ik en loop weer terug naar mijn bureau, maar voordat ik ga zitten kijk ik eerst nog even door het raam. Ik zie een zwart busje op de parkeerplaats staan wat me niet bekend voor komt en probeer het busje in te kijken, maar de ramen zijn geblindeerd waardoor het naar binnen kijken niet kan. Vreemd. Ik ga weer terug op mijn bureaustoel zitten en kijk weer terug naar mijn computer.

'Mevrouw?', hoor ik iemand vragen.
Ik kijk verstoord op en zie dat een leerling met zijn hand omhoog zit. Heel even kijk ik het lokaal rond en zie dat Sam en Shanti weer terug zijn. Ik sta op en loop naar de vragende leerling toe. Naast de tafel blijf ik staan. 'Wat is er?'
'Ik snap deze vraag niet. Het lijkt wel alsof er een woord ontbreekt in de vraag,' zegt de leerling.
'Ja, die vraag heb ik ook gehad!' merkt een andere leerling op, die in de buurt zit.
'Die heb ik overgeslagen, omdat die vraag onduidelijk is!' merkt weer een andere leerling op.
'U heeft toch niet stiekem een woord van die vraag verwijderd, mevrouw?' vraagt een andere leerling. Binnen de kortste keren staat het hele lokaal in rep en roer. Iedereen is meteen van slag, omdat ze al een half uurtje bezig waren met de toets en hem misschien opnieuw moeten maken. Ik zucht diep en vraag aan de leerling of ik zijn pen even mag lenen. Met pen zet ik het gemiste woord in de vraag en loop bij iedereen even langs om de vraag aan te vullen.

Het Jachtseizoen 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu