Weet je nog die prachtig mooie middagen in de zomer
Slenterend op de stoep onder een strak blauwe hemel,
Waar de hitte nog vanaf straalt lang nadat de zon is verdwenen
Samen kon je je vervelen tot je weer naar huis moest komenOf weet je nog hoe ongelooflijk de mieren
In de kieren tussen de stoeptegels je konden fascineren
Gewoon om eens te leren hoe of zij de zomer vieren
En hun kostje bij elkaar sprokkelen volgens hun eigen mierenregelsEn voelde jij soms ook dat er dan van die grote blauwe hemel
Iets onverbiddelijks kon uitgaan, als een stilverzwegen regel
Dat de zon heer en meester was in zijn hemelse domein,
En alles kon zien en overal bij kon en overal kon zijnEn ook wist dat je moeder achter de schutting stond te tuinieren
En ook zag dat je op de stoep zat te piekeren over of je anders was
en hoe het kwam dat je er misschien net niet bijhoorde bij de kinderen uit je klas
en waarom je op dit soort dagen eigenlijk wel eens rusteloos of zo wasEn dat dat gevoel misschien zou willen dat je vader jou eens zag
JE LEEST
Naar binnen
PuisiGedichten over verlangen, worsteling en mooie momenten. Van lief tot grimmig tot humoristisch. Een zoektocht naar identiteit en authenticiteit. Read Entry for some English translations.