Hoofdstuk 4.

19 2 7
                                    

Het was zo muf en stoffig in de ruimte dat ik spontaan begon te hoesten. De ruimte was te klein om rechtop te kunnen staan. Ik werd omgeven door het hout van de bar en op mijn billen schoof ik voorzichtig naar de eerste traptrede. Dit bleef ik trede na trede doen tot ik daadwerkelijk kon staan en in een grotere ruimte was aangekomen.

Ik stond op en daalde de trap af. Iedere fakkel aan de muur die ik passeerde sprong aan. De vlammen flikkerden en veroorzaakte spookachtige schaduwen op de stenen muur. Ze hadden de afgelopen jaren niet stil gezeten en hadden dus toch meer automatisering  toegepast. Dat was fijn dan hoefde ik de fakkels niet meer handmatig aan te steken.

Mijn voetstappen galmden in de ruimte en ik vroeg me af wanneer er hier voor het laatst iemand was geweest. Alle cafés waren aangesloten op het netwerk, de shortcuts naar de levende wereld, het hiernamaals en de onderwereld. Het kon niet anders dan dat er iemand recenter nog gebruik van had gemaakt. Het werd steeds kouder en de haartjes op mijn armen schoten overeind.

Wat was eigenlijk nu mijn plan? Zomaar het hiernamaals binnenstormen en verhaal gaan halen? Of de levende wereld in en de boel de boel laten? Wat als het onoverkomelijk was af te dalen naar de onderwereld? Een brok vormde zich in mijn keel. De twijfel sloeg toe. Het alternatief was echter terug gaan en kijken of ik daar de rommel kon oplossen terwijl de doden steeds levender werden en bij bosje het café bleven binnenstromen. Alleen al het idee liet een rilling over mijn rug gaan.

Ik rechtte mijn rug en liep vastberaden verder. De trap hield op en ik was in de donkere ruimte aanbeland met de driesplitsing. Mijn blik viel gelijk op de middelste gang, mijn mond viel open, ze hadden gewoon een roltrap aangebracht naar de levende wereld. Ik herinnerde me de ruimte van heel lang geleden, tijdens een ontruimingsoefening, toen had er geen roltrap gezeten maar een gemetseld pad.
Dat pad was ik toen overgegaan en ik was een paar kilometer van het café vandaan via een putdeksel weer naar boven gekomen. Het betreden van de anderen paden was strikt verboden met uitzondering van noodsituaties. 

Ik liep naar de rolstrap en de band begon automatisch te lopen, snel deed ik een stap achteruit. Ik had meer tijd nodig. Ik liep naar de linkergang, er kwam fel licht uit, waardoor de witte muren en het graspad goed zichtbaar waren. Het wonderlijke pad naar het hiernamaals. Ik onderdrukte de neiging mijn schoenen uit te doen en het zachte gras te betreden en de gang in te lopen. Alle zorgen zouden voorbij zijn.

Ik schudde mijn hoofd en wierp snel een blik over mijn schouder naar de rechtergang. Rood licht flikkerde aan en uit en verlichte de donker stenen trap waarop je kon afdalen naar de onderwereld. Mijn hart begon sneller te kloppen.

Er gingen diverse verhalen in de rondte over de verschillende shortcuts. Hoe een caféhouder een lastige klant naar het hiernamaals had willen krijgen en toen dat niet lukte de klant mee had genomen naar de driesplitsing. De logica van de caféhouder was; goede pad nemen, deurtje open, klant erin, deurtje dicht, opgelost. De klant was echter in paniek geraakt en was het pad naar de levende wereld ingerend, de cafehouder wilde hem tegenhouden maar was te traag. De klant was verdwenen in de levende wereld en had zijn levende familieleden de stuipen op het lijf gejaagd door het verplaatsen van voorwerpen, angstaanjagend gekrijs om hulp en geklop op de muren. Ze konden hem echter niet zien.

Speciale spokenjagers hadden er aan de pas moeten komen om de man die rondspookten te verwijderen en de cafehouder was zijn café kwijt geraakt en werkte nu bij de Albertheijn op de broodafdeling.

Toch had ik mij wel vaker afgevraagd of er geen simpelere manieren waren om de gekwelde zielen op hun eindbestemming te krijgen, al had ik er nooit lang bij stilgestaan. Het ging al jaren zoals het ging en dat werkte tot nog toe prima.

Plotsing hoorde ik voetstappen. Als door een wesp gestoken draaide ik me om. Mijn hart stopte even met kloppen toen ik recht in de ogen van Kathinka keek, met een grote grijns op haar gezicht liep ze de trap vanuit het café af, mijn kant op. 

Het Bruine Café 'De Splitsing' [ONC 2024]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu