5.

37 4 1
                                    

Met tranen in mijn ogen kijk ik om me heen, er is niemand, alleen ik. Eindelijk rust.

Hoge bomen staan om me heen, alleen het geluid van vogeltjes en de wind in de bladeren. En mijn gedachte.

‘Je bent lelijk, je bent niks, waarom besta je nog?’  Hoor ik, het klinkt als de stem van Jo, maar toch ook weer de mijne.

‘Niemand geeft om je, rot lekker op!’

De stem blijft maar door gaan, ik kan hem niet ontwijken, het is gewoon zo, ik ben niks waard!

Boos en verdrietig sta ik op en loop richting een boom. Om mijn woeden af te reageren geef ik een harde trap tegen de boom. Hij schud hevig en er vallen bladeren uit. “AUW!” schreeuw ik hard.

Ik val weer neer op de grond nu ben ik boos en heb ik een zere enkel, het was geen goed idee om die boom te trappen. "Karma is a bitch" zeg ik zacht.

Wat moet ik nu doen? Het lijkt wel alsof alles wat ik doe verkeerd is.

Zachtjes begin ik te neuriën en in mezelf te mompelen.

"Do I look pretty?...Well... nobody cares.

 Am I worth the trouble?....Like someone would try.

Does anyone actually care about me... Does anyone love to see me come around.

Well nobody cares, about me"

Als een lijk staar ik voor me uit. In de verte hoor ik de kerkklokken slaan. Het kan me niet schelen hoe laat het is maar toch kijk ik op mijn mobiel om zeker te weten hoe laat het nou eigenlijk is.

Links boven op het scherm staat een envelopje.

Waar ben je? Ik was net naar je huis gegaan maar je moeder zij dat je weg bent gegaan maar ze niet wist waarheen, ik maak me zorgen

X

Het smsje is van Ryan, er verschijnt een glimlach op mijn gezicht door de gedachten dat er tenminste nog iemand om me geeft.

Ik veeg mijn tranen weg en sta op.

De volgende morgen word ik wakker in mijn bed ik kan me niet meer goed herinneren hoe ik thuis ben gekomen. Het enige wat ik nog weet is dat ik vanuit het bos naar Ryan ben gegaan.

Het zal wel laat zijn geworden denk ik.

Een beetje verward stap ik uit bed en loop naar beneden, de woonkamer in.

Er is niemand.

Ik loop naar de slaapkamer van mijn moeder, weer niemand alleen een hele hoop rotzooi. Kleren liggen verspreid over het bed, tassen open op de grond met allerlei toiletartikelen er naast. "What the..." zeg ik.

Na het hele huis doorzocht te hebben is er geen spoor te bekennen van mijn moeder, alleen een briefje.

Oma is plotseling afgevoerd naar het ziekenhuis, ik ben naar België, ik probeer zo snel mogelijk terug te zijn, er ligt geld voor eten op tafel. Je red je vast wel alleen, als er iets is bel je maar.

Een kort bericht geschreven zonder enig idee over wat ik er van zou vinden.

Misschien wou ik ook wel mee, misschien kan ik mezelf wel helmaal niet redden! Woedend scheur ik het briefje in tweeën.

Helemaal alleen, leuk.

Het eerste wat in me op komt is muziek. Ik loop naar de radio en zet hem aan, lekker hard. Er is nu toch niemand die me af zal zeiken om mijn "slechte" muziek smaak.

De rest van de ochtend zit ik op de bank voor me uit te staren met mijn gedachten diep bij de muziek.

Ik laat de teksten en de gitaar solo's goed tot me door dringen.

Nirvana, Lenny krevitz en Bon Jovi komen voorbij.

Niks beters dan Rock. Of zoals mijn moeder en Jo het noemen "Oude rotzooi".

Rond 12 uur word ik uit mijn trans gehaald door gebonk op het raam. Ryan staat buiten met een doos donuts.

Ik sta op en open de schuifdeur. "Hoi, wat doe jij hier zo vroeg?" vraag ik verbaast. Niet dat ik het erg vind dat hij er is, ik ben niet zo graag alleen voor een lange tijd. "Je moeder belde, of ik je gezelschap wou houden".

Ik lach, mijn moeder heeft tenminste nog een beetje na gedacht.

Ryan en ik gaan op de bank zitten, hij geeft me een donut of eigenlijk propt hij hem in mijn gezicht. "EET" zegt hij met een duivelse stem. Samen liggen we in de slappe lach, ik bedenkt met glazuur.

My Super HeroWhere stories live. Discover now