Hoofdstuk 3

120 11 1
                                    

"En dan wens ik u nog een fijne avond." 

Koen staat nog net niet met de bezem om de laatste klant uit de zaak te vegen. Raoul en Mat hadden ze een drankje beloofd en Koen kon het gele goud al proeven in zijn mond. Hij hiel van een biertje, al helemaal als het met dit gezelschap was. 

Als de deur sluit, gooit Rob zichzelf naar de deur en draait deze meteen op slot. Mat kijkt verbaasd maar de jongen draait maar wat snel het bordje om zodat gesloten zijn intrede maakt in de avondzon. 

"Was je er zo klaar mee Robje?" Raoul lacht als hij met zijn onderkant van zijn shirt zijn gezicht weer schoonmaakt. "Ja Roel," snikt hij dramatisch en lachend, "ik kon niet meer!" 

Milo is ondertussen de toonbank aan het poetsen en Mat staat weer met zijn hoofd in de koeling. De bestelling was verlaat dus kon hij tegen sluit pas alle friet op zijn plek zetten. Olivier en Sem waren al vertrokken en Milo wilde maar wat graag de sluitende shift om de binding te vinden met de overgebleven jongens. Hij moest iets in de grote stad waar hij nu alleen was. 

"Rob maak jij de kaastray nog schoon? Ik ben even Mat helpen in de koeling, en dan hebben jullie wel een biertje verdient. Drink jij ook Milo?" De jongen kijkt op van de toonbank en knikt. Ja hij dronk inderdaad en was niet vies van een biertje. "Oww daar zeg ik inderdaad geen nee tegen." 

Koen is nog driftig de vloer aan het poetsen want hij weet dat hij dan sneller aan het bier zit. Rob maakt, met frisse tegenzin, de kaastray schoon en ook Milo doet wat er van hem wordt gevraagd. Raoul komt de koeling in en ziet dat Matthyas druk bezig met de telling is. "Hey maatje," kondigt Raoul zacht zijn binnenkomst aan, "ben je oké?" 

Matthy schrikt er een beetje van en draait lachend om. "Jahoor," beantwoord hij de vraag als zijn adem wolkjes blaast, "maar hoe was het bij jou trouwens? Wat gaan ze nu weer doen met je arm? Ik ben het helemaal vergeten te vragen man!" 

Raoul klapt een kratje om als hij zijn jasje goed trekt. Hij deed altijd een jas in de koeling aan, puur voor zijn arm. Bij kou was het helemaal niet te harden dus zorgde hij er altijd voor dat hij iets warms om zijn arm kon dragen. 

"Ja ze weten het dus nog niet," zucht hij gefrustreerd, "ik snap het ook gewoon niet Mat. Hoe kan iemand het zo verneuken?" 

De tranen vallen uit zijn ogen en Matthyas legt meteen zijn werk neer. "Hey er is meer aan de hand of niet?" Raoul knikt terwijl hij in zijn armen valt. "Die hoofdpijnen Matthyas," zucht de jongen, "ik trek het echt niet meer die focking hoofdpijn!" 

Mat zucht en kijkt zijn allerbeste vriend aan. "Heb je weer zoveel pijn? Roel meld je morgen ziek maatje, we vragen Miel wel of hij morgen wil werken en dat we Koen inwerken voor jouw baantje? Denk voor een keer aan jezelf vriend!" 

Trillend vallen de tranen uit Raoul zijn ogen terwijl hij nog altijd aan de jongen voor zijn neus vastklemt. "Weet je wat we doen Roel? Ik moet volgende week ook terug naar de neuroloog en dan ga je zelf lekker mee. Ik slaap vanavond wel bij jou als je dat fijn vindt." Meteen knikt de jongen terwijl hij zijn tranen wegveegt. Zijn anti-depressiva werkte niet tegen de immense hoofdpijnen die hij iedere avond had.

"Je bent een toppertje Mat! Ik zou echt niet weten wat ik zonder jou zou moeten doen maatje." Glimlachend kijkt hij naar de jongen voor zijn neus. De jongen die met heel zijn hart van hem hield. 

"Nou kom maat. We gaan een biertje doen met de jongens en dan zien we vanzelf wel of Rob weer een achterlijk idee heeft om ergens te gaan stappen." 

Stappen. De jongens gingen vaak na het werk nog stappen, ongeacht de frietlucht die rond de jongens hing. Rob wist van Mat zijn probleem, dus zorgde hij ervoor dat ze altijd naar een club gingen waar de lichten niet te snel flikkerde, anders konden ze hem met convulsies op de grond vinden.

Ze lopen samen de koeling uit, en Raoul probeert zijn gedachten te verzetten terwijl hij zijn arm stevig in zijn jas houdt. Zodra ze terugkomen in de zaak, heeft Koen net de vloer gedweild en staat Rob klaar met een lach en een flesopener. "Zo, jongens," zegt hij vrolijk, "dat hebben we wel verdiend, denk ik."

Koen tikt met een grijns op de biertjes die Rob klaarzet op de bar. "Eindelijk, ik dacht al dat we nooit klaar zouden zijn," zegt hij terwijl hij zijn handen langs zijn schort veegt. Milo komt er ook bij staan, zijn handen nog nat van de laatste vaat, en pakt meteen een flesje op. "Proost op een drukke avond," roept Rob, zijn fles in de lucht stekend.

Ze klinken hun biertjes en nemen hun eerste slok. "En trouwens, Milo," begint Koen met een nieuwsgierige blik, "we weten eigenlijk helemaal niet zoveel over jou. Je bent er net, toch?"

Milo glimlacht verlegen en kijkt even naar zijn flesje voordat hij begint te vertellen. "Ja, klopt. Ik ben hier eigenlijk pas net, uit een klein dorpje verhuisd naar Amsterdam om te studeren," legt hij uit. "Ik doe een communicatie-opleiding aan de UVA, dus het is allemaal nog een beetje wennen."

Rob knikt enthousiast. "Dat verklaart waarom ik je ineens tegenkwam in het studentenhuis! Hoe bevalt het daar, trouwens?"

"Het is gezellig, en gelukkig zijn er een paar van die vaste dingen die alles een beetje normaal laten voelen," vertelt Milo. "Het leven in de stad is een stuk hectischer, maar met zo'n huis vol mensen, zoals bij Rob, gaat het wel wennen. Ook wel fijn dat jullie me een beetje in het team hebben opgenomen," voegt hij eraan toe.

Raoul kijkt met een nieuwsgierige glimlach naar Milo. "Dat betekent dus dat jij wel gewend bent aan gekke taferelen in dat huis van Rob?"

Milo lacht en knikt. "Dat kun je wel zeggen, ja. Van kapotte kranen en verdwenen potten pindakaas tot halve feesten op een doordeweekse avond, je maakt het allemaal mee. Maar als ik zo naar jullie kijk," zegt hij met een knipoog, "kan ik me voorstellen dat de avonden hier niet veel anders zijn."

Koen grijnst breed. "Welkom bij de club, maat. We maken er het beste van, ook al ruiken we allemaal standaard naar friet. En zijn onze twee leidinggevende altijd in het ziekenhuis te vinden."

Milo kijkt even verschrikt naar beide mannen die aan de toonbank hangen. "Iets met een gebroken elleboog door werk." Koen kijkt Mat aan of hij het mag vertellen of hij het liever zelf doet. "Ow ja ik heb epilepsie maar goed de jongens weten altijd wat ze moeten doen dus het komt niet op jou neer Milo," lacht Mat zacht.

"Maar kan je dan wel mee stappen?" De jongen kijkt vol verbazing en was best bezorgd over de jongen die voor zijn neus stond. De jongen die zacht lacht om de bezorgdheid van de jongere jongen voor hem. "Ow ja," lacht Mat, "Rob weet de juiste plekjes! Maar het komt goed. Wel lief van je maatje!"

Ze drinken nog een slok, en de stemming wordt steeds losser naarmate het bier doorwerkt. Rob kijkt iedereen aan en roept: "Oké, zijn we klaar voor een echt biertje in de kroeg? Stappen dan maar!"

Milo lacht en heft zijn flesje. "En dan wens ik u nog een fijne avond," grapt hij plechtig, waarbij hij zijn fles naar de deur richt alsof hij het publiek een theatrale groet geeft.

De jongens schieten in de lach en weten dat het een avond gaat worden die weer vol verhalen zal zitten.


Fabelmannetje // bankzitters fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu