"Godsamme," vloekt Raoul terwijl hij zijn telefoon gefrustreerd op de toonbank smijt. "Sem is ziek, en Mat ook. Het wordt dus flink aanpoten vandaag."
Rob kijkt op van zijn werk en ziet hoe Raoul zijn handen aan zijn shirt afveegt, een duidelijke tic die hij alleen toont als hij nerveus is. Of gefrustreerd. Vandaag zou het waarschijnlijk een mix van beide zijn. "Hebben ze zich afgemeld in de groepsapp of privé?"
"Groepsapp. Waarom?" vraagt Raoul, met een schijnbaar nonchalante blik. Maar zijn aandacht wordt getrokken door het geluid van zijn telefoon, die opnieuw begint te trillen. "Mat," mompelt hij, voordat hij het gesprek opneemt. Raoul had die ochtend al de melding van Mat gezien, of beter gezegd, hij had de ziekmelding over zijn huisgenoot zelf gestuurd, en wist dat hij zich beter niet op het werk zou vertonen. Maar Mat leek vastbesloten toch zijn verantwoordelijkheid te nemen als leidinggevende.
Raoul zet de telefoon op de luidspreker zodat ook Rob en Milo, die met hem de zaak opende, mee kunnen luisteren. "Goedemiddag, Fabelfriet met Raoul."
Aan de andere kant van de lijn is een zware, hees klinkende ademhaling te horen. Matthyas klinkt alsof hij al honderd keer op het punt stond het bijltje erbij neer te gooien, maar hij weigert toe te geven. Hij moest er zijn voor zijn team. Ondanks dat niemand hem had gedwongen om te komen werken, zette hij zichzelf over zijn grenzen heen, gedreven door zijn plichtsbesef. Gezondheid stond voor de jongens altijd op de eerste plaats, behalve als het op hun eigen gezondheid aankwam—dat gooiden ze liever overboord.
"Raoul, kan je me ophalen? Ik ben al gedoucht, dus of je haalt me nu op, of ik fiets zelf naar jullie toe."
Rob schudt zijn hoofd en kijkt Raoul indringend aan. Ze hadden eerder geprobeerd Mat te overtuigen, maar hij wist zijn koppigheid steeds te laten winnen. Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand van Fabelfriet moest horen dat een jongen in hun shirt ergens in het Vondelpark was gevonden na een aanval. Sindsdien fietste Matthyas alleen als er geen andere optie was.
Maar Raoul had andere plannen. "Luister eens goed, Matthyas," bromt hij resoluut terwijl hij naar de achterruimte loopt, zijn stem steeds verder wegstervend bij elke stap die hij neemt.
Milo, die de frituur voorbereidt, werpt Rob een verbaasde blik toe zodra Raoul uit het zicht is. "Hij komt echt werken?" vraagt hij aarzelend.
Rob knikt traag en zucht. "Mat is Mat," antwoordt hij. "Die jongen heeft een hart van goud, maar hij kan het nog steeds niet accepteren dat hij ziek is. Hij wil altijd voor ons klaarstaan, al is het op het randje."
"Maar heeft hij wel eens..." Milo zoekt naar de juiste woorden en Rob helpt hem meteen. "Hier een aanval gehad?" Milo knikt en kijkt met grote ogen naar Rob, een vleugje paniek in zijn blik. Hij zou echt niet weten wat te doen als zijn leidinggevende plots voor zijn ogen zou neerstorten.
"Ja, het is wel eens gebeurd," antwoordt Rob geruststellend. "Maar er is altijd iemand die weet wat hij moet doen." Milo knikt, net op het moment dat Raoul terug de ruimte binnenstapt. "Luister, Mat, je bent zelf verantwoordelijk," horen ze hem zeggen. "Ik app Koen en hij komt je halen met de Biro. Geen gedoe met fietsen."
Hij hangt op en laat zijn hand door zijn haar gaan, duidelijk geïrriteerd door zijn eigen toegeeflijkheid. "Hij komt dus echt," zucht hij. "Had je wat anders verwacht, Rob? Als het aan Mat ligt, komt hij nog in een rolstoel werken. Maar met Koen die hem ophaalt, zijn we tenminste redelijk bemand."
Rob trekt een schamper gezicht. "En wat had je anders willen doen? Jij in de verkoop en Mat gewoon thuislaten?" Raoul knikt, zijn shirt gladstrijkend. In een wit shirt werken in een friettent was eigenlijk een geval apart, maar bij Fabelfriet liep het anders.
"Mat stelde voor iemand van Koekemannetje in te schakelen," zegt Raoul. Rob schudt direct zijn hoofd. "Dat gaan we dus mooi niet doen, Roel. Ik werk niet met iemand van Koekemannetje!"
Raoul trekt een wenkbrauw op en kijkt Rob strak aan. "Waarom niet? Ze hebben vaker invallers gestuurd, het is toch maar friet bakken en een beetje vriendelijk zijn tegen klanten? We zijn ermee gestopt omdat ene R. van de Graaf daar ooit was weggelopen."
Rob haalt zijn handen opnieuw door zijn shirt, alsof hij een nare herinnering wil wissen. "Luister, ik ben daar dus eens ingevallen," begint hij, terwijl hij Raoul recht in de ogen kijkt. "En ik zweer het je, het is alsof je daar in een mist verdwijnt. Na een halve dag was ik kapot."
Raoul zucht en wuift het weg. "Ach, misschien was je gewoon niet in je beste doen."
"Nee, Roel, het lag echt aan die plek," zegt Rob vol overtuiging. "Maar ik weet wel waarom jij iemand van Koekemannetje wil. Lieke toch? Die meid staat elke dag wel even aan onze kant van de schutting."
Raoul kijkt hem even onderzoekend aan, alsof hij twijfelt of hij hem serieus moet nemen. Maar voor hij kan reageren, klinkt een notificatie op zijn telefoon. "Koen heeft geappt," zegt hij terwijl hij het leest. "Hij haalt Mat op en ze zijn over een kwartiertje hier."
"Godsamme," mompelt Rob, met een mengeling van ongeloof en irritatie. "Hij zou toch echt beter thuisblijven?"
"Ja, maar je weet hoe Mat is. Als hij maar een beetje rechtop kan zitten, komt hij werken," zegt Raoul, schouderophalend.
Op dat moment horen ze het geluid van een voertuig dat voor de zaak stopt. Even later stapt Koen binnen, gevolgd door een bleke, maar vastberaden Matthyas. "Goedemiddag," begroet Koen hen, terwijl hij zijn jas in de achterruimte hangt. Mat volgt hem, wankel maar onverstoorbaar, en zwaait naar Rob en Milo alsof het een doodnormale dag is. "Dit is trouwens echt het domste idee ooit om hem hier te laten werken, maar dat terzijde!" roept Koen vanuit de hal.
Rob draait zich naar Mat en legt een hand op zijn schouder, met een frons. "Serieus, Mat? Je zou echt moeten rusten."
"Ach, rusten kan ik als ik dood ben," lacht Mat, terwijl hij zijn plek achter de toonbank inneemt alsof hij nog geen uur geleden niet ziek op bed lag. "Tijd voor een nieuwe dag, Fabelfriet!"
JE LEEST
Fabelmannetje // bankzitters fanfic
FanfictionHij werkt bij fabelfriet, zij bij het koekemannetje. Beide studerend in Amsterdam, maar zien elkaar elke dag. Hij geeft leiding aan een groepje jongens, zij werkt onder een ander regime. Komen Raoul en Lieke dichter tot elkaar? En wat als alles in h...