De confrontatie

26 3 3
                                    

Eva:

Ik wist niet wat ik voelde. Mijn leven, mijn naam, alles was een leugen geweest. Ik was koopwaar. "Ik voel me leeg, Floris," zei ik snikkend. "Ik ben niets, ik ben niemand. Elke keer als ik denk dat de storm gaat liggen, komt er weer een nieuwe orkaan bij." Ik voelde zijn armen steunend om me heen.

"Nee, jij bent iemand. Jij bent in dat gezin gekomen, hoe dat ook ging. En daar ben jij je gaan vormen: wie je kon zijn, wie jij wilde zijn. Met moeilijke tijden, maar ook gelukkigere momenten, ben je gevormd tot de vrouw die jij bent, de vrouw van wie ik houd. Niet hun leugens." Tranen stroomden over mijn wangen. "Ik weet het niet meer," zei ik.

Hij streelde mijn haar. "Ik wel. Ik weet wie jij bent en dat wil ik je laten zien. Steun op mijn kennis en geloof in jou, tot je het zelf weer weet," zei hij, me stevig vasthoudend.

"Maar wie ben ik dan? Eva is gestorven voor ze geboren werd. En Mellisande moest dood. Wie ben ik? Wat is mijn doel? Wat is mijn naam? Waar hoor ik?" Hij keek me aan. "Wie wil je zijn?" vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op. "Dat weet ik niet," zei ik. "Je hoeft ook niet alles te weten, meisje."

"Wat wil je doen? Wil je je biologische ouders vertellen wie je bent? Wil je ze confronteren met alles wat je nu weet?" vroeg hij. "Absoluut," zei ik vastberaden.

Hij knikte. "Dan doen we dat. En jij bepaalt wanneer, Eef," zei hij. "En Eva." Ik keek hem aan. "Wat is er?" Hij pakte mijn hand. "Wat ze je ook vertellen, jij bent perfect zoals je al was. Je bent mooi, sterk, lief, vurig. En dat heb je allemaal zelf ontdekt. Wie je ook bent of wilt zijn, ik houd van je."

Ik nestelde me in zijn armen. "Ik houd ook van jou." Hij streelde mijn haar nog even, om me vervolgens aan te kijken met zijn doordringende blauwe ogen. "Kom, ik denk dat het tijd is dat ze kennis maken met de sterke, mooie, slimme vrouw die ze niet wilden. Laat ze maar spijt krijgen," zei hij, mijn hand pakkend en me zachtjes mee trekkend.

We reden samen naar het landgoed. "Ik ga eerst even rondkijken, oké Eef?" vroeg hij. "Waarom rondkijken?" zei ik. "Omdat ik ze niet vertrouw. Mensen die bereid zijn hun baby te vermoorden, deinzen voor niets terug." Ik glimlachte. Zo was hij nou eenmaal: licht paranoïde en beschermend. Hij stapte uit en liep al snel mijn blikveld uit.

Ik probeerde rustig te worden. Ondanks dat Floris had gezegd dat ik hier klaar voor was, vond ik het nog steeds eng. Wat zeg je tegen mensen die je hebben willen vermoorden, maar er vanaf zagen omdat een droevige moeder geld voor je bood?

Ik hoorde kloppen op het raampje van de auto. Ik keek naast me. Daar stond een man van achter in de 30. Hij keek me aan. Ik drukte op de knop om de deur open te maken. "Zie je wel, je bent helemaal niet dood," zei hij.

Ik besefte dat hij dacht dat ik mijn tweelingzusje was. "Wie is die vent? Je laatste klant?" Ik zei niets. "Hij heeft toch wel gedokt, hè?" vroeg hij. "Nee, niet als de vorige keer." Hij bekeek me van top tot teen. "Wat heb jij aan zeg. Kom die auto uit en ga je verkleden, je ziet eruit als de eerste de beste burgertrut." Ik keek hem zwijgend aan. "Ik zei," hij trok het portier open. "Kom die auto uit," Hij trok me aan mijn paardenstaart de auto uit.

"En voor jouw insubordinatie ga jij maar eens even mij een plezier doen." Hij duwde me op de grond en sloeg me. Daarna ritste hij zijn broek open.

"Als ik jou was, zou ik mijn broek dichtknopen," hoorde ik Floris zeggen. "En anders?" vroeg de man. "Anders zorg ik ervoor dat je dat ding voor maanden niet kunt gebruiken."

Hij hielp me omhoog. "Ben jij in orde, meisje?" vroeg hij. Ik knikte. "En wie denk jij wel niet dat je bent?" vroeg de man aan Floris. "Jouw ergste nachtmerrie als je haar nog een keer durft aan te raken, vriend," zei Floris. "Heeft hij je pijn gedaan, Eva?" vroeg hij. "Valt wel mee," zei ik. "Hij sloeg me één keer in mijn gezicht. Maar het gaat wel," zei ik tegen hem. "Sla haar nog een keer en ik breek je beide poten," zei Floris.

De Verloren ErfgenameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu