Diep in gedachten verzonken, zocht hij de koelte van zijn kantoor weer op. Zijn stoel was bezet: de ongenode gast leunde rustig naar achter, met zijn vuile voeten op het glanzende bureaublad. Dries haalde scherp adem.
'Kenny,' bromde hij ter begroeting en de man schonk hem een brede grijns.
'Goedemiddag, chef.' De stoel landde op zijn poten en 'Kenny' (Dries betwijfelde sterk of het de man zijn echte naam was maar die had hij in hanenpoten op zijn cv gezet dus daar moest hij het maar mee doen) haalde zijn voeten van de tafel. 'Wat nieuws van het duiveltje?'
Hij knikte naar het raam. Daar lag de straat en het dorpspleintje er opnieuw verlaten bij, zinderend in de hitte nu ook de bodem opnieuw opwarmde. Dries schonk zich een glas water in, bood Kenny eentje aan en klokte het naar binnen.
'Geen idee wat hij in zijn schild voert,' gaf hij toe. 'Maar ik vertrouw hem niet.' Kenny telde een hoop levensjaren meer dan hijzelf, wist Dries en die waren niet allemaal legaal ingevuld. De enige liefde van de man was het elftal van zijn favoriete voetbalploeg, wiens kleuren en logo terug te vinden waren in talrijke tatoeages. Kenny en zijn maatjes van de hooliganclub, zoals Dries ze in gedachten noemde, vormden het olijke vijftal die de gebouwen in as legden.
Kenny was zijn Viking op strooptocht.
En als Dries heel eerlijk was, al zou hij dat nooit toegeven, joeg de man hem de stuipen op het lijf. Zijn maag rommelde ongunstig bij het idee dat hij hier misschien vast zat, met vijf kerels als Kenny, zonder hun favoriete voetbalclub om op te brullen.
'Waarmee kan ik je helpen, Kenny?' Dries zette een neutraal gezicht op. Zoals altijd grinnikte Kenny bij het vernoemen van zijn naam. Hij knakte zijn hoofd snel links en rechts, er volgde een akelig krakend geluid.
'Elion zal niet praten, dat weet je,' begon Kenny opgewekt, wijzend naar buiten waar nu niks meer te beleven viel. 'Hoe hard je hem ook laat werken, hij zal heus niet plooien. Die vent is spijkerhard.'
'Hmmm, hij is ziek, Kenny. Nu valt er niks mee aan te vangen, duimen maar dat hij niet doodgaat en wij hier vastzitten.'
'Hij brak een jaar af vier geleden bijna ieder bot in zijn lijf, inclusief zijn rug, dat vertelde Gildar me zonet. En daar merkte jij niks van, Dries. Hij heeft nu misschien een zwak momentje maar...' Kenny boog zich wat naar voor. 'Ook al enkele van jouw medewerkers zouden zijn kant kiezen. Je moet opletten, Dries. Strenger optreden. Want hij heeft gelijk, toch, als we de weg kennen, komen we terug. Dit hier is onontgonnen land, de rijkdommen zijn groot.'
Dries haalde in een vaag gebaar zijn schouders op, hij voelde er niet veel voor om zijn toekomstplannen hier met Kenny te delen. Er was geen plaats voor Kenny in die plannen.
'Ik heb een idee waardoor hij zijn mond zal opentrekken, chef, en ons waarschijnlijk morgen al naar huis wil brengen. Geen zorgen, ik laat hem intact, we zijn er niks mee als hij de pijp uitgaat.'
Dries bevochtigde zijn kurkdroge lippen. Hij liet zijn ogen over het kurkdroge landschap glijden. Kenny's voorstel kon niet veel goeds inhouden, de man had geen subtiel werkend brein.
'Wat weet je over zijn gezelschap,' vroeg Kenny langs zijn neus weg. Dries verstrakte.
'De jongen, de mens, is op één of andere manier zijn kleine broer. Met hem valt wel te onderhandelen, Elion is zijn held. In ruil voor wat zorg...'
'Is dat zo?' Kenny fronste komisch. 'Ze lijken niet echt op elkaar. Was hun vader postbode?' meesmuilde hij. Dries slaakte een geërgerde zucht. 'En de andere vent?'
Dries ogen schoten van de verlaten straat naar Kenny. Hij aarzelde hooguit één tel.
' Dat is een vriend van hen allebei.'

JE LEEST
1. De Dievenliga (tijdelijk op pauze, al ken ik het einde.)
FantasyDe Dievenliga is een alomgerespecteerde groep van dieven in Grensstad. Haar dieven en smokkelaars hoppen probleemloos tussen het land van het Volk en de mensen, de rest van de wereld dus. De Liga draait al eeuwen mee, ongenaakbaar. Als vast onderde...