Hoofdstuk 5

1 0 0
                                    

Ik loop zo snel als ik kan naar beneden. En kom in de welkomshal. Ik ben nog geen wacht tegen gekomen, ze zijn echt op zoek. Al 3 uur ofzo. Straks is ze echt weg. Snel loop ik naar de deur van de tuin. Ik blijf daar stil staan. De deur...staat open??? Hoe kan dat? De wachten zouden de deuren nooit open laten! Ik ga in de deuropening staan en kijk naar rechts. Wat ik dan zie, maakt me zo blij!

Het is Kisses!! Met...een jongen?

"Dus jij bent het schattige hondje van de prinses", hoor ik hem zeggen. Kisses blaft en kwispelt vrolijk met haar staart. "Waarom ben je dan niet bij haar? Ben je weggelopen ofzo?", vraagt hij, maar jammer genoeg zou ze nooit antwoord kunnen geven.

Dan ziet Kisses mij opeens. Ze blaft de heletijd en rent op me af. Ik glimlach en hurk zodat ze in mijn armen kan springen.

Ik houd haar stevig vast. Ben zo blij dat ze oke is. Ik kijk naar haar pootjes. Onder de modder. Mijne hele jurk is nu ook vies. Alleen dat boeit me op dit moment niet.

De jongen loopt naar me toe. "Dank u wel, voor het vinden van Kisses", zeg ik blij. "Oh het was niks hoor. Ik hoorde opeens geblaf , dus ging ik kijken. Sorry dat ik de regel heb overtreden, hoogheid", zegt hij. "Maak niet uit en zeg maar Virginia. Wie bent u?", vraag ik. "Alan, maar prinses ik wil niet in moeilijkheden komen vanwege dit", zegt hij. "Nee ik ook niet, geloof me. Zullen we dit als geheimpje houden?", vraag ik met een schuin hoofd. Hij grijnst. "Goed plan". Ik kijk in de verte of er al mensen aankomen. Niks.

"Hoe kan het dat ze weggelopen was?", vraagt Alan. "Normaal gesproken zou ik haar uitlaten, maar dat kon nu niet. Dus deed iemand anders het en ze schijnt haar gebeten te hebben en daarna is ze weggerend", antwoord ik. "Raar, je zou niet zeggen dat zo'n hondje iemand ooit zou bijten", zegt hij. "Nee, ik vond het ook al raar", zeg ik.

Ik kijk in het rond, maar zie nog steeds niemand komen. Ook Alan zie ik niet. Het is hier zo donker. Waarschijnlijk zijn de wachters vergeten het licht aan te doen toen ze weggingen.

"Ik denk dat ik maar eens naar boven ga, straks ontdekken ze ons nog samen", zegt hij. Ik geef hem een vriendelijk knikje, ookal ziet hij me niet. "Ben ik het mee eens", zeg ik. "Slaap lekker prinses", zegt hij en hij loopt weg. Ik kijk naar de grond en glimlach. Zo erg was dit niet. Als alle jongens nou zo zijn, dan kan mijn dag niet meer stuk.

Van ver zie ik de wachters en dienstmeisjes aankomen. Ik zie de trieste blik in hun ogen dat ze Kisses niet hebben gevonden. "Ik heb haar!", schreeuw ik van een afstand. Blij kijken ze op en snel lopen ze naar me toe.

Allemaal vragen vliegen om mijn oren. Waar was ze? Hoe heeft u haar gevonden? Is ze oké? Bent u gewond? En meer. Ik vertel ze dat ik naar buiten ging om haar te zoeken en ze opeens blaffend aan kwam rennen. Wat er echt is gebeurt blijf ons geheimpje.

De volgende dag was ik al vroeg op. Ik had nog allemaal werk klaar liggen waar ik nu wel concentratie voor had. Eigenlijk wilde ik ook nog kijken in Alan's inschrijfformulier en kijken hoe hij eruit zag, maar daar had ik nog geen tijd voor gehad.

Voor ik het wist, moest ik me klaarmaken voor de kennismakingsgesprekken die voor het ontbijt plaats vinden. Ik doe een donkerrode jurk aan en steek mijn haar op. Volgens Lindsey zie ik er heel mooi uit. Zoals altijd.

Ik loop naar beneden. Voor de eetzaal staan 30 jongens zenuwachtig met elkaar te smoezen. Toen ze mij zagen waren ze meteen stil. Een paar zeiden hoogheid. Een paar zeiden prinses. Een paar zeiden niks. Dus besloot ik maar te beginnen.

"Goedemorgen", zei ik met een mooie glimlach.
"Betekent dat dat je ons een goede morgen wenst of dat je het een goede morgen vind of dat je wilt dat het een goede morgen wordt?", vraagt er één brutaal. Alle jongens kijken hem meteen aan. Ik herken meteen wie het is aan zijn stem. "Ik denk allebei, Alan", zeg ik. Ik zie dat bij het horen van zijn naam zijn mondhoeken meteen omhoog schieten.

"Vandaag zijn de kennismakingsgesprekken. Ik spreek jullie 1 voor 1, apart en er gaan pas eten als ik klaar ben met de laatste. Als je je naam hoort mag je de vrouwenkamer in en daarna de eetzaal", zeg ik. Ik loop alvast de vrouwenkamer in. Er staan 2 stoelen tegenover elkaar. Ik ga er op 1 zitten. Arthur staat voor de deur.
"Haal de eerste maar", zeg ik. Hij knikt en stuurt Samuel naar binnen.

Hij maakt een buiging. "Ga zitten, Samuel", zeg ik beleeft. "Zeg maar Sam", zegt hij. "Oké, Sam. Wat brengt jou hier?", vraag ik. "U natuurlijk", zegt hij met een glimlach. Hij weet precies wat hij moet zeggen. "Wat vind u belangrijker? Eerlijkheid of trouw?", vraag ik. "Eerlijkheid is trouw zijn, vind u niet", zegt hij scherp. Oeh even niet aan gedacht. "Ik bedoelde eerlijkheid of geld?", vraag ik. Ik vertrouw hem niet zo. Misschien door deze vraag te stellen weet ik dat hij liegt. "Eerlijkheid natuurlijk. Ik vertel u alleen maar de waarheid en verwacht dan ook terug dat u zich helemaal bloot geeft", zegt hij met een grijns. Ik moet lachen van antwoord. Snel hervat ik mezelf weer. "Eerlijkheid is belangrijk toch". "Zeker, prinses", zegt hij. Ik mag hem wel. "Bedankt Sam, ik hoop je snel weer te spreken", zeg ik. "U ook bedankt", zegt hij. Hij staat op, maakt een buiging en loopt de kamer uit. Ik pak mijn notitie blok en schrijf bij Samuel's naam een plusje.

Ik heb besloten meteen al een boel weg te sturen. Dan hoef ik alleen maar dingen te doen met de leuke jongens, die ook echt een kans maken. Ik schrijf plusjes en minnetjes bij hun namen. De minnen gaan meteen weg.

"Stuur de volgende maar Arthur", zeg ik. Hij knikt. En nu staat Vladmir voor me. Hij maakt een buiging. "Hoe maakt u het, prinses", vraagt hij. Zozo hij is beleefd. "Uitstekend en u?", vraag ik en ik bied hem een stoel aan. Hij gaat zitten. "Kan niet beter. Ik ben nu bij mooiste meisje van het land", zegt hij met een glimlach. Ik moet lachen. "Dat is wel heel overdreven", zeg ik. "Het is waar, prinses", zegt hij lief. "Nou, ik word er helemaal verlegen van", zeg ik lachen. "Oh, dan bent u nog leuker", zegt hij. "Oké, stop!", zeg ik lachend. "Óke, óke", zegt hij. "Het was leuk, u mag naar de eetzaal", zeg ik met een glimlach. "Óke, tot snel prinses", zegt hij. Hij staat op, maakt een buiging en loopt weg.

Wauw, het gaat goed. De twee eerste hebben beide een plusje nu. Als het zo door gaat, kan ik niemand naar huis sturen.

Utanza, de selectieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu