17. Ashton

619 55 1
                                    

"We gaan hier wegkomen" zegt Mackenzie bitter.
"Goed idee" antwoord ik met een kleine glimlach.
De deur vliegt weer open en ik word losgemaakt.
Hardhandig trekken ze me mee.
"Ash!" Roept Mackenzie paniekerig.
"Alles komt goed!" Roep ik nog, dan word ik de kamer uitgesleept.
2 mannen slepen me een andere kamer in.
Calum ligt bewusteloos in de hoek.
"Cal" fluister ik angstig.
Ik word naast Calum neergesmeten.
Een man komt dichterbij met een grote stok.
Ik voel een klap tegen mijn slaap.
Half-bewusteloos val ik op de grond.
"Die is neer" hoor ik een man zeggen.
De deur slaat weer dicht.
Bloed stroomt uit een snee op mijn wang.
Ik wil mijn ogen sluiten, maar ik vecht tegen de pijn.
Langzaam duw ik mezelf overeind.
"Calum" zeg ik schor.
Hij antwoordt niet.
Zachtjes schut ik hem doorelkaar.
Geen reactie.
Ik kruip naar een plas water in de hoek van de vochtige kamer en maak mijn handen nat.
Snel kruip ik weer terug naar Calum.
Ik leg mijn natte handen in zijn nek.
Hij kreunt zachtjes.
"Wake up" zeg ik zachtjes.
Calum duwt zichzelf langzaam overeind.
"Duizelig" kreunt hij.
"I know" mompel ik terwijl ik tegen de muur aan ga zitten.
We staren een tijdje voor ons uit.
"Die blonde is next" hoor ik iemand op de gang zeggen.
"Ze willen Luke" fluister ik paniekerig.
Calum en ik sluipen naar de deur en leggen onze oren er tegenaan.
"We moeten alleen uitvinden waar ze zich verstoppen" hoor ik een man zeggen.
De stemmen vervagen.
En voetstappen komen dichterbij.
Snel duiken we opzij.
"Meekomen jullie" commandeert een man ons.
Gehoorzaam staan we op en lopen we hem achterna.
Hij neemt ons mee naar een achterdeur.
Dan zie ik pas dat daar water is.
Met een boot.
Een boot waar wij op moeten.
De man duwt ons naar buiten.
We stappen in de boot en gaan zitten.
Mackenzie ligt bewusteloos op de grons.
Calum neemt haar in zijn armen en huilt zachtjes.
Een man stapt ik de boot en gaat achter het stuur zitten.
Hij start de boot en vaart gelijk weg.
Ik moet mezelf vasthouden om niet weg te vliegen.
Wegvliegen...
Weg van de boot...!
Snel loop ik naar Calum en leg ik hem mijn plan uit.
Hij knikt en tilt Mackenzie naar de achterkant van de boot.
"Blijven zitten!" Roept de man zonder op te kijken.
"Ja hoor!" Antwoord ik braaf.
We gooien wat water in Mackenzie's gezicht waardoor ze wakker wordt.
Snel leggen we het plan uit.
Ik laat mezelf uit de boot zakken en plons zachtjes in het koude water.
De boot vaart snel verder.
Iets verderop valt Mackenzie met Calum in het water.
Snel zwem ik naar ze toe.
"En nu?!?!" Vraagt Mackenzie paniekerig.
Overal waar we kijken is water.
"Zwemmen" zeg ik met een zucht.
We beginnen te zwemmen richting de kant waar we vandaan kwamen.

Een uur later
"Ik ga verzuipen" kreunt Calum.
Net als ik wil antwoorden, zie ik in de verte een vissersbootje.
"Help!" Roep ik hard.
Hij hoort ons niet.
"Help!" Roepen we in koor.
We blijven roepen totdat de visser opkijkt.
Snel start hij zijn boot en komt hij naar ons toe.
"Lift nodig?"
We knikken.
Hij helpt ons aan boord.
Als laatste ga ik aan boord.
"Heel erg bedankt" zeg ik opgelucht.

My brother and his bandmates 2 -dutch 5sos story-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu