Het is 1 april, sufkop.

4 2 0
                                    

Ik wist dat ik nu de oudste was en niet zou mogen huilen. Toch had ik gehuild. Minstens even hard als de achtjarige Kate. Emma had snotterend gevraagd of ze nog wel terug zouden komen en ik had gezegd dat ze misschien gewoon even naar de winkel waren geweest zonder het ons te melden. Toen had Emma gevraagd waarom ik dan moest huilen als ik dat dacht. Ik moest toen wel bekennen dat ik het gevoel had dat ze weg waren, voorgoed weg. Natuurlijk had ik Kate van streek gemaakt en natuurlijk begon Emma te bidden of god onze familie asjeblieft zou willen terug brengen. Heel de tijd had Kleine Thomas in zijn prentenboek lopen bladeren totdat het uit was. 'Hebben jullie verdriet?' Vroeg de drie jarige. 'Idioot, dat zie je toch.' Had Kate gezegd. Om de één of andere reden was ze altijd boos op Thomas. 'Ja, Thomasje. Maar het komt vast allemaal weer goed.' Suste Emma, de altijd lieve behulpzame Emma. Ik zei niks, omdat ik bijna zeker wist dat het niet goed zou komen, dat voelde ik. 'Ik heb honger.' Klaagde Kate. Ik moest een zucht onderdrukken, Kate kon soms bloed irritant zijn vond ik. 'Ja! Gaan we naar Sebastiaan?' Thomas sprong enthousiast op en neer op de zetel, gelukkig zag mama dat niet. Sebastiaan was de enige bakker in ons kleine dorpje. Hij was een goede vriend van onze ouders en bakte heerlijke koffiekoeken. Ik stond op en tilde Thomas van de zetel. 'Kom, dan gaan we.' Zei ik met een lachje.

De bakkerij was gesloten en ook het licht was uit. Thomas trok een pruilmondje en Kate zuchtte. 'Eh, Lola? Kan ik je even spreken?' Ik herkende zijn stem uit duizenden. Het was dezelfde stem die al weken voor kwam in mijn dromen. Ik draaide me om en ja hoor, achter mij stond Jasper. 'Alleen.' Hij keek even naar Thomas die mijn hand vast had en naar Kate en Emma die naast me stonden. Ik moest erg mijn best doen om mijn blijdschap te verbergen dat hij alleen met me wilde zijn. 'Tuurlijk.' Ik liet Kleine Thomas' hand los en liep naar Jasper. 'Mijn ouders zijn weg.' Zei hij. 'O nee, die van ons ook!' Ik deed nu mijn best niet meer om chill te zijn. Straks waren er alleen nog maar kinderen over! Toen hoorde ik een hoge lach van de hoek om komen. De lach behoorde toe tot Caitlyn, mijn ex-beste vriendin die een oogje had op Jasper, míjn Jasper. 'Lol, chill even. Het is 1 april, sufkop.' Ze snoof en deed een stap dichter naar Jasper. 'Volgens mij is dit een domme 1 april grap.'

Volwassenen gezocht.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu