Anoniem

12.0

Met een bonkend hoofd werd ze wakker.

Vermoeid keek ze om zich heen.

Dit lijkt niet op een 'hemel' of 'hel'

Was ze dan niet dood? Leefde ze nog?

Was er iemand geweest die haar had willen tegenhouden?

Was er iemand geweest die haar wens verpeste?

--

Zo snel als hij kon was hij naar het ziekenhuis gescheurd.

Zoals hij vanaf buiten al gezien had, zat de hele wachtkamer vol met mensen die iets moesten vragen.

'Politie, ik ben op zoek naar Eva van Dongen.'

Voor een keer besloot hij misbruik te mogen maken van zijn hoge rang.

'Kamer 207, hier de tr..'

Hij was al weg, hij kwam hier wel vaker en wist waar de kamers zo ongeveer lagen.

'Eva!'

Verschrikt bleef hij daar staan, ze zag er niet uit.

Haar hele gezicht was bleek, haar polsen zaten in het verband, en haar ogen staarde dof voor zich uit.

'Oh Eva..'