Hoofdstuk 3 (Isabel)

26 0 0
                                    

Het is s' morgens na een ontbijt te hebben gehad.

's Morgens bij de bibliotheek aangekomen, had ik eerst de oude ingeleverd. Daarna had ik boeken weer geleend.

Nadat ik het pasje en de boeken in mijn plastic tas zaten en naar de schuifdeuren liep, zag ik tussen de eerste en de tweede schuifdeuren kleine witte veertjes.

de witte veertjes duiden erop neer dat de engelen waren geweest of dat ze er voor je zijn.

Ik, lichtjes aan het nadenken. Kwam ik er op uit dat het mijn engelen kon zijn, want in de bieb had ik ook al een aparte en een rare gevoel gehad. Ik had niet verwacht dat er zoiets ook kon gebeuren.

In eerste instantie had ik gedacht dat het toeval was, dus niet.

Mijn gevoelens waren: verward, raar/apart, desorïenterend en beangstigend.

Daarnaast waren mijn gedachten van streek, zoals: waarom dit? Waarom nu? Is dit toeval? Is dit normaal?

Wat mijn idee en als oplossing was, was ik gewoon verder gelopen, want ik vond het ook wat creepy.



Een groot boek.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu