Hoofdstuk 19

116 12 21
                                    

Dennis P.O.V.

Ik zit nog steeds in de zwarte zee. Het lukt het me wel steeds vaker om dicht bij de oppervlakte te komen, alleen ben ik nog niet uit deze zwarte zee geweest. Ik weet inmiddels ook wie ik ben en ik herinner me ook steeds meer familie en vrienden. De meeste zijn al een keer langs geweest want ik heb ze horen praten. De enige die ik al een tijdje niet meer gezien heb is Rick. Waar is hij? Wat ik nog niet weet is hoe ik hier gekomen ben en hoe ik er weer uit kom, of misschien kom ik hier nooit meer uit en zit ik voor altijd in deze zwarte zee. Opeens herinner ik me een man met een bivakmuts. Wie is hij? Steeds meer herinneringen komen terug van vlak voor ik in het zwart viel. Ik fietste naar huis, door een bos. Daar werd ik van mijn fiets afgetrokken de bosjes in. Ik werd in elkaar geslagen en vlak voordat het zwart werd hoorde ik de man wat zeggen over Rick, dat dit zijn verdiende loon was. Wat Rick te maken heeft met die man weet ik niet, maar wel weet ik dat Rick in gevaar is. Ik voel het. Ik zwem naar boven en probeer bij de oppervlakte te komen. Het lukt, maar net voordat ik me omhoog kan trekken, word ik terug getrokken de diepte in, opnieuw.

Anna P.O.V.

Ik kijk naar het mailtje wat ik naar mezelf gestuurd heb. Het is een dreigmail om een meisje in elkaar te slaan. Ik kijk op het nieuws bericht. Dezelfde tijd, dezelfde plek, hetzelfde meisje. Alles valt op zijn plek. Rick heeft niet gelogen! Het is echt gebeurd. Ik voel me nu zo schuldig dat ik hem niet geloofde. Ik moet naar de politie gaan! Ik pak mijn jas en ga naar de voordeur. Als ik daar ben zie ik een man staan. "Waar denken we naar toe te gaan?" vraagt de man. Ik observeer de man. Hij lijkt me niet heel sterk. Ik moet de gok wagen. Ik glip onder de man door en ren zo snel als ik kan weg. Als ik de straat uit ben bedenk ik me opeens dat het avond is en dat het politie bureau helemaal niet open is. Ik merk dat ik begin te twijfelen waar ik nu naar toe moet gaan. Ik kijk achter me en zie dat de man steeds dichter bij komt. Snel ren ik door, maar blijkbaar ben ik niet snel genoeg want de man haalt me in en tackelt me. Ik val met een klap op de grond en dan is alles zwart... 

Ik doe mijn ogen open en kijk de kamer rond. Ik zit gewoon in mijn eigen woonkamer. Ik voel iets warms en nats langs mijn hoofd glijden. Het is bloed, mijn bloed. Ik probeer mijn handen te bewegen maar ik zit vastgebonden. Ik trek zo hard als ik kan aan de touwen maar ik schiet er niks mee op en het doet alleen maar pijn. Dan herinner ik me de achtervolging en de klap op de grond weer. Angstig kijk ik de kamer rond opzoek naar de man. Hij staat naast me. "Wat weet je allemaal over Rick?" vraagt de man. Ik blijf stil. "Kunnen we nu opeens niet praten?" sist de man. Ik voel een harde klap in mijn gezicht, mijn huid tintelt na van de klap. Nu pas lijk ik mijn verstand terug te hebben. "Help" schreeuw ik zo hard als ik kan. Ik wil nog een keer schreeuwen maar de man heeft al een stuk tape op mijn mond geplakt. Hij pakt mijn haar vast en trekt mijn hoofd naar achter zodat mijn nek ontbloot is. Ik ben bang dat ik weet wat hij van plan is. Herinneringen schieten door mijn hoofd. Herinneringen van mij, familie, vrienden, Rick en zodra ik het koude metaal van het mes in mijn hals voel. Sluit ik mijn ogen. Misschien wel voorgoed.

Hello everybody! I know ik zou eigelijk zaterdag pas weer uploaden maar ik kon het niet laten. Yep cliffhanger is aanwezig en niet zo'n kleine ook niet. Wat denken jullie? Laat ik Anna dood gaan of niet? Verders ben ik best zenuwachtig want ik heb dadelijk een Frans proefwerk. Hopelijk ga ik het niet verkloten. Heb je tips? Zet ze in de reacties. Doei! xxx Laura

Verdwijn! #netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu