Hoofdstuk 4

3 0 0
                                    

'Dat zullen we nog wel zien!' zei Domino. Het beginsignaal klonk. Het gevecht begon.

Beer was een grote kerel. Hij droeg een hemd met een korte broek. Hij was kaal met hier en daar nog wat plukjes haar. Hij had een sigaret in zijn mond en stonk naar zweet. Zijn naam was beer, aangezien hij zo groot leek als een echte beer.

'Kom maar op!' zei Domino. 'Val me maar aan! Ik zal je niks aandoen!' Beer kwam op hem afstormen. Hij sprong op hem af, maar Domino bukte. Beer sprong daardoor over hem heen.

'Hé!' riep Beer, 'Je zou niks doen!'

'Ik zou je niks aandoen!' zei Domino. 'Door simpelweg te bukken deed ik je niks aan.'

Domino lachte grimmig. 'Je bent zo dom.' Beer werd woedend. 'Dit zet ik je betaald!' Beer rende weer op Domino af. Dit keer sprong hij niet, maar rende hij alleen. Domino zette een stap opzij en Beer mistte hem totaal. Dat maakte hem alleen maar bozer. Hij begon wat om zich heen te slaan in de hoop Domino te raken, maar steeds lukte het Domino om hem te ontwijken. Uiteindelijk begon Beer moe te worden.

'Nu is het mijn beurt om jou aan te vallen!' zei Domino. Het lachje op Domino's gezicht verdween. Hij begon eindelijk serieus te worden.

'Hier kom ik!' zei hij tegen Beer, die zo moe was dat hij moeite had om adem te halen. Bliksemsnel rende Domino op Beer af, hij was er binnen een seconde.

'Hier kom ik.' fluisterde hij. Domino stompte Beer in zijn buik met zijn vuist. Beer had geen tijd om te reageren. Hij viel op de grond neer. Hij ademde nog steeds zwaar, en hij verging van de pijn in zijn buik.

'Ik geef niet op!' wist hij nog net uit te brengen.

'Heb je nog niet genoeg gehad?' vroeg Domino. 'Als je verder wil vechten, sta dan op.' Maar Beer deed dat niet. Hij had te veel pijn. Hij had overduidelijk rust en zorg nodig.

'Sta op dan!' zei Domino, dit keer met een klank van frustratie in zijn stem. 'Sta op.' Hij liep op Beer af en begon zijn gebroken lichaam te schoppen.

'Sta op! Sta op! Sta op!' zei hij woedend.

'Ik geef op!' riep Beer met wat moeite. 'Ik kan niet verder vechten. Maar ooit zal ik je verslaan, Domino.'

'Daar hou ik je aan.' zei Domino, en hij knielde naast hem neer. 'Beloof me dat je de volgende keer sterker terugkomt, en dat je me dan binnen een minuut neerhaalt.'

'Dat beloof ik.' zei Beer zacht. Hij stak zijn hand uit naar Domino, die niet twijfelde om deze vast te pakken.

'Train zo hard je kan, en geef niet op!' zei Domino. 'Maar nu moet je rusten.'

Domino stond op en liep de Ring uit.

'Kom,' zei hij tegen Raaf, 'we gaan mijn prijzengeld ophalen.' Samen liepen de twee naar Bart. Domino nam zijn geld in ontvangst en liep terug naar Jamy en Lola.

'Je hebt weer gewonnen grote broer!' zei Lola blij.

'Ik ben niet je grote broer.' mompelde Domino zachtjes tegen zichzelf.

'Lola is heel trots op je.' zei Jamy. 'Dat moet ook wel met zo'n leuke broer.'

Domino keek Jamy heel even aan.

'Gaan we weer naar huis, Domino?' vroeg Lola. 'Of blijven we nog even bij Jamy en Raaf?'

'We gaan naar huis.' zei Domino. Hij pakte Lola's kleine handje.

'Loop je nog even mee, Raaf?' vroeg Domino. Maar Raaf leek hem niet te horen. Hij was diep in gedachten verzonken.

'Raaf?' zei Domino, dit keer iets harder.

Domino in de RingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu