1. de botsing

121 7 7
                                    

het is hartje winter wanneer Freddy buiten de schooldeuren komt. zijn hoofd zit weggedoken in zijn jas en een grijze muts verbergt zijn rode oren en blonde haren. zijn handen zitten in zijn zakken terwijl hij door de sneeuw stapt, op weg naar huis. de rugzak op zijn rug staat op spannen door alle papieren die er in zitten. Freddy kijkt naar beneden terwijl hij door de sneeuw stapt en mompelt dat hij te laat thuis gaat komen.

en dan opeens ligt Freddy op de grond met zijn tas die ontploft is. papieren dwarrelen door de lucht terwijl Freddy op kijkt in de meest groene ogen die hij ooit heeft gezien. ze lijken wel licht te geven, dacht hij. de jongen waartegen Freddy was opgebotst, keek in zijn ogen en hij lachte ongemakkelijk.

"sorry, ik had nogal haast en keek niet waar ik liep." de jongen stopte met praten en keek om zich heen. "dat zijn nog is veel papieren." zei hij verbluft. "het was dan ook een hele moeite ze in mijn tas te krijgen." zei Freddy net iets te boos dan hij werkelijk was. eigenlijk was hij de jongen dankbaar dat hij hem even bezighield, ook al moest hij snel naar huis. het maakt niet uit hoe laat hij thuis komt, hij kreeg toch altijd gelazer. "sorry, nogmaals." de jongens zaten nu tegenover elkaar in de sneeuw terwijl de laatste papieren de sneeuw raakte en nat werden. ze keken in elkaars ogen alsof ze nog nooit ogen hadden gezien. ze glimlachte naar elkaar.

"ik ben Max." Max stak zijn hand uit. "Freddy." Freddy pakt Max's hand aan en schudde hem kort. ze hielden elkaars handen net iets te lang vast. Max schaapte even zijn keel en keek toen weer naar de papieren om hun heen. hij pakte een blad vast en las de titel ervan. " de olifant." hij bestudeerde de schetsen die eronder staan. " ga je dit maken?" Freddy knikte slechts en kreeg het met de minuut kouder terwijl hij buiten in de sneeuw zat. "Waarvan?" "Van hout." Zei hij naar de papieren om zich heen kijkend.

hij ging hurken en pakte de papieren om hen heen. verschillende schetsen van dieren en mensen kwamen voorbij en belandde in Freddy's gescheurde tas, die gelukkig alleen aan de bovenkant kapot was. de rits die eerst op gespannen stond was nu half van de tas gescheurd. zwijgend raapten de jongens de papieren van de sneeuw en stopte ze in de tas. na een paar minuten hadden ze alles opgepakt en nu stonden ze tegenover elkaar. Freddy met zijn tas om één schouder en zover dichtgeritst als maar kan en met een stapeltje papieren die er niet meer in pasten in zijn hand. Max met zijn handen in zijn zakken en zijn ogen gericht op alles behalve de jongen voor hem.

"dank je." zei Freddy. Max keek hem een beetje schuldig aan. "niks te danken hoor. ik liep immers tegen jou op." zei hij. "dan nog. je loopt tenminste niet meteen weg." Max haalde zijn schouders op. " dat hoor ik te doen als een aardig persoon." bij die zin moest Freddy grinniken. hij is best grappig, dacht hij. opeens realiseerde Max zich iets. "ik moet gaan! ik was mijn telefoon vergeten en ik moet zo meteen werken!" hij rende langs Freddy en Freddy keek hem verward na. is zijn telefoon zo belangrijk voor hem? hij schudde zijn hoofd en besloot weer op weg te gaan naar huis. "hey Freddy!" Freddy draaide zich vragend om, " veel succes met de olifant, en als het kan wil ik graag het resultaat een keer zien." riep Max. "is goed! ik zie je wel een keer op school!" riep hij terug. Max zwaaide naar me en ik zwaaide terug.

terwijl ik naar huis liep, keek ik om me heen. kerstmis kwam er bijna aan en iedereen had zijn kerstboom al binnen staan en de versieringen opgehangen. kinderen speelden vrolijk in de sneeuw terwijl anderen bibberend over de straten liepen. mijn ogen bleven op de spelende kinderen hangen. wanneer was het voor het laatst dat ik in de sneeuw heb gespeeld? ik groef diep in mijn gedachten, op zoek naar een antwoord.

ik was vijf geworden en ik was in de tuin aan het spelen in de sneeuw. ik pakte voorzichtig met mijn handjes sneeuw. ik kneep het samen en vormde een bal van de sneeuw. nadat ik de bal mooi rond had gemaakt, pakte ik meer sneeuw en uiteindelijk had ik een grote sneeuwpop gemaakt. Ik keek naar de sneeuwpop. "Waar ben je Freddy?" Mijn moeder riep me vanuit de woonkamer. " ik ben in de tuin mama!" Ik keek niet om toen de schuifdeur open ging achter me. "Wàt heb je gemaakt Freddy?" Vroeg mijn moeder me vol afschuw. "Dit is mijn nieuwe vriend! Meneer sneeuwpop!" Toen ik dat had gezegd knuffelde ik mijn nieuwe vriend. Hij is koud maar zo groot dat je ervan zelf warm van word. "Freddy! Kom onmiddelijk naar binnen! Spelen is voor kinderen. Je kan alleen overleven in deze afschuwelijke wereld door te werken." Ik liet de meneer sneeuwpop los en keek naar mijn moeder."maar..." mijn ogen vulde zich met tranen. "Geen gemaar! Naar binnen." Tranen gleden over mijn koude wangetjes terwijl ik naar binnen liep. Ik keek naar mijn moeder. Haar ogen stonden vol vuur. Mama is boos.

Ik knipperde met mijn ogen. Nooit wil ik die blik meer zien. Die blik vol haat en afkeer. Die blik die zei: was jij maar nooit geboren. Ik schudde het van me af en liep verder naar huis.

Terwijl ik mijn weg weer vervolgde moest ik weer denken aan die groene ogen van Max. Ze leken wel licht te geven. Zijn bruine haren... alles aan hem was gewoon... anders. Niet zoals alle andere jongens waren. Max was anders. Hij straalde een bepaalde-hoe zeg je dat?- aura? Nee. Hij straalde een bepaald gevoel uit waarom je gewoon moet glimlachen. Hij lijkt gewoon de hele wereld positief te zien. Alsof de wereld alleen bestaat uit wonderen. En geen haat of pijn. Alsof elke dag een cadeau is. Alsof elke keer dat de zon schijnt iedereen vrolijk hoort te zijn.

Freddy was eindelijk bij zijn huis aangekomen en toen hij de deur open wou doen werd hij al opengemaakt voor hem. Zijn vader stond voor hem en hij zag er niet vrolijk uit. Niet alsof zijn vader ooit vrolijk is. "Waarom ben je zo laat thuis?" Vroeg zijn vader streng. Freddy sloeg zijn ogen neer. "Ik kreeg een botsing met een andere jongen. Mijn tas ontplofte en toen moest ik alles oprapen. De jongen die tegen me opbotste hielp me." Hij liet zijn tas zien als bewijs. Zijn vader knikte enkel en zei: "ga maar naar boven." Zijn vader stapte opzij om hem erlangs te laten en Freddy vluchtte naar boven.

Hij vloog de trappen op en liep de gang door, op weg naar zijn kamer. Toen hij voor zijn witte deur stond zuchtte hij luid en pakte hij de hendel vast. Volgens mij worden de volgende dagen anders dan normaal.






Hot Chocolate (dutch)《BOYXBOY》Where stories live. Discover now