Hoofdstuk 1

188 14 2
                                    

Het is maandagochtend en net zoals elke andere maandagochtend is er niks te beleven op het bureau. De telefoon gaat, Milan neemt op 'Met het politiebureau Leeuwarden, goedemorgen, wat kan ik voor u doen?' 'Bij mijn buren is net ingebroken, ik weet dat de dochters van de buren alleen thuis waren en nu ben ik bang dat er iets met ze is gebeurd.' De vrouw aan de andere kant van de lijn klinkt paniekerig, op het moment dat de vrouw uitgesproken is klinkt er een schot. 'mevrouw, is alles oké?' vraagt Milan, 'als u uw adres vertelt, dan stuur ik gelijk een team naar uw buren, misschien zijn we dan nog op tijd. Let goed op of u ze naar buiten ziet komen en onthoud hoe ze eruit zien.' 'Van Cuycksraat 38' zegt de vrouw nog steeds in paniek. 


Bram is net zoals elke maandagmorgen lekker vroeg, hij heeft net koffie gepakt of hij komt Milan al tegen. 'Bram, er werd net gebeld, er is ingebroken in de Van Cuyckstraat, tijdens het telefoongesprek klonk er ineens een schot.' Op het moment dat Milan uitgepraat is, komt Samantha ook binnen. Samantha en Bram, jullie gaan er alvast heen, ik bel Evert en Fenna.' zegt Milan. Samantha is verbaasd, ze is nog maar net binnen en heeft nog niet eens tijd gehad om koffie te pakken. 'Ik leg het je in de auto wel uit.' zegt Bram terwijl hij zijn jas aandoet. Samen rennen ze naar de Mazda cx-5 van Bram. 

Milan belt Fenna en geeft haar het adres. 'Fenna, haal jij Evert op? Bram en Samantha zijn al onderweg.' 'Ik denk niet dat Evert blij met me zal zijn als ik hem uit zijn bed bel, hij is vrij op maandagochtend.' 

Een klein kwartiertje later staat Fenna voor Evert zijn huis, hij was al wakker en wilde wat eerder naar zijn werk gaan toen Fenna hem belde. Samen rijden ze naar de Van Cuyckstraat. Eenmaal aangekomen gaat Fenna naar de buurvrouw met de vraag of ze verder nog iets gezien of gehoord heeft. Na een kort gesprek gaat ook Fenna bij de buren naar binnen. Ze ziet dat Evert de deur in de gaten houd en besluit om hem een handje te helpen, ze houden nu samen de deur in de gaten zodat ze zeker weten dat er niemand naar binnen of naar buiten gaat.

Doordat het nog vroeg is duurt het even voordat Evert en Fenna de deur niet meer in de gaten hoeven te houden en ze zich volledig kunnen storten op de zaak. Ze lopen de trap op, de eerste deur die ze zien openen ze, een slaapkamer. Voorzichtig lopen ze de slaapkamer binnen, bij het raam staat een bed en op dat bed ligt een meisje van ongeveer 12, het hele bed zit onder het bloed. Op hetzelfde moment horen ze een schot, ze rennen zonder te twijfelen naar beneden, de tuin in. Bram komt ze achterna, halverwege de tuin ligt nog iemand... Zal dat het schot zijn geweest, of was het schot alleen maar om ze af te leiden zodat de daders konden vluchten? 'We moeten toch echt wachten op Liselotte,  kom we gaan naar binnen.' zegt Bram. Samen lopen ze naar de woonkamer, daar waar ze Samantha hebben achtergelaten. In de woonkamer aangekomen is Samantha nergens te vinden, het hele huis is doorzocht en Samantha is nergens. Buiten heeft ook niemand haar gezien...












Het einde van...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu