2.

73 7 6
                                    

Ik schrik me dood. Gebruikt mijn broer drr.... drugs? denk ik in mezelf. Ik ren naar Daans zijn kamer en ik doorzoek alle laden kasten en kussens. Ik vind uiteindelijk een briefje waar op staat 'Ik haat mijn kut leven.' Wat is er toch met mijn broer aan de hand? Ik heb eigenlijk nooit interesse naar zijn leven getoond en als ik dat vroeg zei hij 'Niks bijzonders' Waarom ben ik dan ook zo'n slechte zus? Waarom overkomt hij het? Mijn lieve broertje. Ik laat een traan over mijn wang lopen en ik ga op Daans bed zitten. Als ik beneden de deur hoor dicht slaan, veeg ik mijn traan snel weg en ren ik naar mijn eigen kamer.


Daans point of view

Ik loop naar het adres toe wat mij is doorgegeven. Zou het hier zijn? Ik loop zachtjes naar de deur en ik druk zenuwachtig op de bel. Mijn handen zijn nat van het zweet als ik iemand hoor aanlopen. Hij gooit de deur open. Ik kijk in het gezicht van een brede man met bruine donkere krullen. Hij heeft een sigaret in zijn hand. 'Jij moet Daan zijn' zegt hij. Ik knik en pak iets uit me tas. De man geeft 250 euro in ruil voor de drugs. 'Waarom gebruik jij eigenlijk drugs, ben je niet te jong?'vraagt de man fronsend. 'Ik heb zo mijn redenen' zeg ik zachtjes. Hij gooit de deur dicht en ik loop de voortuin uit.

Vera's point of view

Ik loop naar beneden en ik zie mijn moeder in de keuken staan. Ik ga het haar nog niet vertellen ze is eindelijk blij na de scheiding. Ik loop naar de woonkamer en ik roep 'Mam, wat gaan we eten?!' Ze mompelt iets terug. Ik kan het niet verstaan en ik loop naar haar toe. 'Wat zei je mam?' 'Broccoli met aardappels.' Ik knik en loop terug naar de woonkamer. Als ik de deur hoor loop ik er naartoe. Ik zie Daan staan in de deur opening met 250 euro. 'Hoe kom je daar aan?' zeg ik op een iets te valse toon. 'Gewoon gevonden' zegt hij. Ik word kwaad en ik zeg: 'Daan wij moeten is praten!' 'Dit is
niet het goede moment' mompelt hij terug. Hij doet zijn jas uit en loopt naar boven. Ik zucht en denk: Ik ben echt geen goede zus.

De volgende ochtend word ik wakker van het geschreeuw van me moeder: 'Veer opstaan! Je moet zo naar school!' 'Ja ja' roep ik.

Als ik onderweg naar school fiets hoor ik de vogeltjes fluiten en voel ik de warme zonnestralen. O ja vandaag is het lente geworden. Dat is wel te merken. Ik voel me al een stuk blijer ondanks gisteren. Het was geen goeie dag.

Als ik op school aankom is het schoolplein nog half leeg. Ik zet mijn fiets in de fietsenstalling en ik loop naar het bankje. Ik zie dat Jarno naar me toe loopt en hij komt naast me zitten. 'Hey' zegt hij. 'Hoi' zeg ik terug. 'Heb je zin in het feestje? Ik namelijk wel!' zegt hij enthousiast. 'Ja! Ik heb er super veel zin in' zeg ik terug. Alleen ik heb nog niks om aan te trekken. denk ik bij mezelf. Als ik Roos aan zie komen met Lara ren ik naar haar toe. 'Hey Roos! Heb je zin om met mij naar de stad te gaan vanmiddag? Ik moet nog kleren hebben voor vrijdag.' 'Sorry ik ga met Lara naar de opening van de Primark. ' 'Oke' zeg ik in de hoop dat ze het niet merkt dat ik het jammer vind. 'Ik wil wel mee!' zegt Jarno die de hele tijd heeft meegeluisterd. 'Nou vooruit!' zeg ik lachend.


Bedankt voor het lezen van het tweede!

deel! Deze was best kort maar ik had niet zo veel tijd.

Heb je nog ideeen of wil je iets laten weten?

Zet het in de rea's!

Groetjes mij.



Strange LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu