7

159 24 22
                                    

"Dat is nogal een verhaal, meneer Aktar", zegt de regio-officier nadat hij het hele verhaal heeft aangehoord. "Er zit trouwens nog wel een gat van bijna een uur in uw reistijd tussen de poort die u hebt stilgelegd en de eerstvolgende poort. Kunt u daar een verklaring voor geven?"

Jayden begint te blozen. "Tja, ach. De paar uur ervoor waren nogal zwaar; we zijn meerdere keren ternauwernood aan de dood ontsnapt. We moesten even... stoom afblazen."

De officier trekt een wenkbrauw omhoog. Hij lijkt even kort na te denken en zegt dan: "Ah. Heel begrijpelijk gezien de omstandigheden. Ik hoef de verdere details van het stoom afblazen uiteraard niet te weten. Ik zal een korte en discrete aantekening in mijn rapport schrijven. Dit soort kleine details zijn ze hoger in de hiërarchie gek op."

"Ze zijn gek op... stoom afblazen?" vraagt Jayden verbaasd.

"Nee, nee", schud de officier. "Nou ja, waarschijnlijk wel, maar ik bedoel dat ze gek zijn op ingevulde details. Geen gaten in verklaringen. Met name de inlichtingendivisie ziet graag een logische reden voor dat uur, anders gaan ze zelf dingen verzinnen."

Tot Jaydens eigen verbazing is het nu de officier die een beetje rood aangeloopt. Gelukkig, denkt hij, ben ik in ieder geval niet de enige.

De officier kucht in zijn vuist, schraapt zijn keel en gaat dan verder: "U zei dat u zo uitvoerig mogelijke scans van die schepen hebt genomen. En de wapensystemen die ze tegen uw schip hebben gebruikt?"

Jayden overhandigt hem een schijfje. "Alles wat ik heb staat hier op. Die torpedo's waren kolere-krengen; thermo-nucleare koppen. Heel gemeen spul. Die zie je niet veel meer, tegenwoordig. Niet in deze hoek van de Melkweg in ieder geval."

"Nee, dat klopt", bevestigt de officier terwijl hij het schijfje in ontvangst neemt. "Ik zal dit aan de juiste afdelingen zenden. Mochten er nog additionele vragen zijn, dan bent u voorlopig nog beschikbaar?" Ongetwijfeld heeft hij Jaydens dossier allang doorgenomen en weet hij dat Jayden veelal buiten de Plejaden vliegt.

"We zijn op familiebezoek vanwege kerstmis. Ik denk dat we pas over een dag of vijf weer vertrekken. Misschien zes. Ik houd onze berichtenbox wel in de gaten. Als u wilt, kan ik voor vertrek voor de zekerheid nog contact met u opnemen?"

De officier glimlacht. "Dat zal niet nodig zijn. We weten u wel te vinden als we daar een reden voor hebben."

"Ongetwijfeld", glimlacht Jayden terug.

"U kunt wat mij betreft gaan." De officier steekt de schijf al in de computer op zijn werkplek. Hij wil de gegevens vast zo snel mogelijk verzenden. Het was al lange tijd niet meer gebeurt dat iemand een poort had uitgezet, dat heeft hij Jayden net verteld.

Jayden doet een stap richting de deur, maar draait zich dan om. Hij twijfelde, maar besluit het toch te vragen. "Vindt u het goed als ik mijn gegevens deel met iemand binnen OCRA die ik ken?"

De officier kijkt hem oprecht verrast aan. "OCRA? Hoe dat zo?"

"Die schepen leken mij op doorreis. Niemand vliegt op impulssnelheid door dit gebied als ze niets te verbergen hebben en het lijkt mij dat hun aanwezigheid niets met ons te maken had. Ik denk dat ze ergens anders naar op weg waren, mogelijk gebieden die onder de jurisdictie van OCRA vallen."

De officier wrijft aan zijn kin. "Als deze gegevens met OCRA gedeeld worden, dan zullen ze ons enigszins erkentelijk zijn, bedoel je."

"We hebben weinig met hen te maken, maar ze laten ons met rust en dat willen we graag zo houden. Als ze achteraf ontdekken dat wij hier vanaf wisten, maar onze mond hebben gehouden..."

Jayden hoefde de zin niet af te maken; de officier begreep het al: "... dan zouden ze dat wel eens heel vervelend kunnen vinden. Als we, aan de andere kant, hen vrijwillig onze gegevens geven, dan scoren we op zijn minst wat plus-punten bij hen en in het gunstigste geval - als ze weten wie dit zijn - krijgen wij dat ook te horen."

"Ik kan het laten vallen. Niet zozeer als een voorwaarde, maar dat het terugvloeien van informatie erg gewaardeerd zal worden door het centrale commando", opperde Jayden.

"Je contactpersoon. Ken je hem goed?"

Jayden schiet in de lach. "Hij heeft mij ooit bijna vermoord, maar mij ook geholpen om mijn vriendin te redden uit de handen van een apocalyptische cultus. Of eigenlijk was het een wapenhandelaar, maar dat wisten we allebei niet toen we haar gingen redden."

"Dus je vertrouwt hem?"

Jayden grijnst breeduit. "Die handelaar had mijn schip opgeblazen en als compensatie voor mijn verlies heb ik mijn huidige schip recht onder zijn neus..."

"... gejat."

"... toegeëigend", verbetert Jayden hem. "En hij heeft het toegelaten. Zolang ik de Melkweg niet aan flarden begin te schieten vindt hij het prima. Ik kan wel een potje bij hem breken. En hij is eerlijk genoeg om informatie terug te sluizen als hij wat vindt of denkt dat wij die informatie kunnen gebruiken om hem van nog meer gegevens te voorzien."

De officier lijkt zijn voorstel even kort te overdenken en staat dan op vanachter zijn bureau. Hij reikt Jayden de hand. "Ik zal je voorstel overleggen met mijn leidinggevende officier, maar reken er maar op dat ik het in ieder geval een goed idee vind. We laten je nog weten wat onze beslissing is."

Jayden staat ook op, schud hem de hand en knikt erkentelijk. "Ik ben blij dat te horen. Ik denk echt dat we er goed aan doen hen in te lichten. Ik weet echt niet wie die gasten waren die door ons gebied vlogen, maar ik heb er een slecht gevoel bij."

"Ik ook, meneer Actar. Ik ook", bevestigt de officier en begeleid Jayden naar buiten toe. "Hoe dan ook wens ik je prettige kerstdagen toe. Je hebt familie op het station?"

"Mijn tante. Ik verheug mij nu al op haar kerstdiner. Haar kookkunst is legendarisch binnen onze familie." Het water begint al in zijn mond te lopen bij de gedachte van het kerstdiner, nu over niet meer dan een paar uur.

Ze lopen het kantoor uit. Emma springt overeind van een bankje naast de deur. Jayden en de officier wisselen nog een laatste vriendelijke groet uit en hij tikt met wijs- en middelvinger tegen zijn slaap als groet naar Emma, die - niet helemaal wetend hoe ze hierop moet reageren - een beetje stuntelig een vergelijkbaar gebaar maakt.

"Hoe ging het?" vraagt ze meteen.

"Ze gaan het onderzoeken en ik krijg nog te horen of ze willen dat ik de informatie aan Stuyvesant geef. Dat is een beslissing die ze in de top van het centrale commando moeten nemen", legt Jayden uit. Samen lopen ze het gebouw van het centraal commando uit.

"Ik heb Thijs een bericht gestuurd zodat hij weet waar we zijn. Hij zou deze kant op... Ah, daar komt hij al aangelopen."

"Gerend zou ik eerder zeggen", grinnikt Jayden. Thijs heeft een beroerde conditie en hij denkt zijn neef zelfs op de tien meter die nog tussen hen verwijderd is luid en duidelijk hoort hijgen.

"Hij weet verder nog van niets", fluistert Emma geheimzinnig. Maar dan vouwt ze haar handen om weerszijden van haar mond en roept: "Hé Thijs! Je raadt nooit wat wij hebben meegemaakt toen jij er niet bij was!"

"Kreng", fluistert Jayden terug. "Je bent gemeen. Hij zal ontzettend balen dat hij het gemist heeft en jij wrijft het er nog eens extra in."

"Niks kreng. Dat is goed voor hem. Wordt hij hard van", gniffelt ze.





Kerstmis van de Ziener (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu