Hoofdstuk 4

41 8 6
                                    


'Waarom was je zo geïnteresseerd in de Hel als de Hemel zo mooi was?' De vraag blijft in de lucht hangen zonder dat ik antwoord geef. Ik slik en kijk naar mijn zwarte gympen. Dan kijk ik haar strak aan.

'Omdat de Hemel perfect was. Té perfect. Ik wou weten hoe het in de andere wereld was. Infernum est Infernum, Caelum est Caelum.'

Ik zie Adelyta slikken. Ze haalt diep adem en zucht dan. Haar mond staat in een rechte streep. Haar aura wordt sterker. Ik zie een frons tussen haar wenkbrauwen komen.

'Je moet weg,' zegt ze dan ineens. Ik kijk haar verbaasd aan.

'Weg? Hoezo?'

'Hoor je wel wat je net tegen mij hebt gezegd!' zegt ze hard terwijl ze van de bank opstaat. 'Je beweerd dat je onsterfelijk bent! Dat je in de Hemel hebt gewoond! Dat je in de hel bent geweest! Dat ik achterna word gezeten!'

'Adelyta, ik...'

'Nee, je moet weg. Alsjeblieft. Ik moet nadenken. Ik moet... Ga weg, alsjeblieft,' zegt ze zacht. Ik kijk haar aan en open mijn mond om iets te zeggen.

"GA WEG! LAAT ME MET RUST" brult haar stem in mijn hoofd. Ik schrik als ik ook haar aura zie veranderen. De zuivere kleur word langzaam donkerder. Ik besluit niks te zeggen, sta op en loop naar de deur.

'Doe voorzichtig,' zeg ik voordat ik de deur uitloop. Ik loop naar mijn auto, stap in en rij naar mijn appartement. Ik denk aan wat er net is gebeurd. Één ding weet ik zeker, dit meisje is geen gewoon meisje. Er is iets bijzonders aan haar en dat is iets waar Dux niet achter mag komen. Er gaat een koude vlaag lucht langs me heen, die blijft hangen.

"Dat is schrikken, niet?" zegt een stem in mijn hoofd. Van schrik trap ik op de rem en komt de auto met een schok stil te staan.

"Dux..." grom ik.

"Bijzonder meisje, vind je ook niet?"

"Ja." Is mijn korte antwoord. Ik ga niet vertellen wat ik weet.

"Jij hebt het ook gehoord hé Alexius?"

"Wat gehoord?" vraag ik semi-verbaasd.

"Haar Alexius. Je hoorde haar."

"Hoe?"

"Iedereen heeft het gehoord Alexius. Ie-de-reen." Dan gaat de koude lucht weg en daarmee ook Dux'stem. Dit is niet goed... Iedereen... Ik druk mijn gaspedaal opnieuw in en scheur naar mijn appartement. Tien minuten later stop ik voor mijn appartement. Boven branden de lichten, wat betekent dat Calvin binnen is. Ik zet mijn auto half op de stoep, stap uit en loop snel naar binnen. Ik loop door naar mijn kamer, zonder ook maar om te kijken naar het gevleugelde schilderij, iets wat ik normaal wel uit respect doe. Ik doe mijn kamer door op slot en ga op mijn knieën op het grijze laminaat zitten. Mijn handen vouw ik samen, terwijl ik begin te fluisteren.

'Gabriël, vergeef me voor mijn daden. Vergeef me voor de dingen die ik fout heb gedaan. Vergeef me voor mijn nieuwsgierigheid. Ik smeek u. Vergeef mij! Geef mij alstublieft één laatste opdracht. Laat mij alstublieft het meisje beschermen. Er mag haar niks overkomen. Ik wil haar beschermen. Alstublieft.' Langzaam loopt er een zilveren traan over mijn wang naar beneden, maar ik ga verder.

'Alstublieft Gabriël. Ik smeek U en ik smeek de Heer. Laat mij één laatste opdracht doen. Als eer aan de Hemel, als een eer aan U, als een eer aan de Heer. Het meisje mag niet boeten. Ze mag niet boeten net als mij. Ze heeft niets fout gedaan Gabriël. Alstublieft...'

---

'Luilak wakker worden!' tettert een irritante stem in mijn oor. Ik open mijn ogen meteen en kijk recht in het gezicht van Calvin. Ik zucht geïrriteerd, draai op mijn buik en leg mijn hoofd in mijn kussen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 31, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Dochter van Mens en EngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu