Isa opende haar ogen. Nee... niet alweer! Waarom lukte het haar nooit om gewoon wakker te blijven? Dat was toch niet zo moeilijk?
Nou, voor mij blijkbaar wel, dacht ze bitter.
Nu was er geen weg meer terug.
In de verte zag ze hem al aankomen: de eerste blauwe lichtbol. Ze wist maar al te goed wat dat betekende: nachtmerries.
Isa draaide zich rond haar as en zag de anderen ook al aankomen. Ze bleven om haar heen zweven als een langzaam draaiende, blauwe tornado die steeds smaller en smaller werd. Het enige wat ze kon doen was rustig afwachten tot ze bij haar waren. Verzetten had toch geen zin.
Isa wachtte en wachtte. Hoe langer het duurde hoe angstiger ze werd. Het was zondag. Dat betekende: een nog enger monster dan anders, de slijmerige kers op de duistere taart. Ze zag zijn slijmerige kop, en vlijmscherpe uitstekende tanden al voor zich. De lichtbollen kwamen dichterbij. Zo dichtbij dat ze aan haar kleren begonnen te plakken. Ze herinnerde zich de eerste keer nog. Isa was doodsbang geweest en probeerde ze wanhopig van zich af te halen. Maar nu wist ze wel beter. Wat na de lichtbollen kwam. Dát was pas erg.
Toen waren ze opeens verdwenen en kwam er een grijze mist zomaar uit het niets opdagen. Er liep een rilling over Isa's onderrug. Ze spande haar spieren en zette zich schrap voor wat er komen ging.
Ze zag het ronde lichaam van de demon al langzaam in de mist verschijnen. Zo begon het altijd. Eerst het silhouet, en dan, voor je het wist stond het weerzinwekkende wezen op je hoofd te kwijlen. Tenminste, dat zou deze gaan doen, ze kwijlden namelijk niet allemaal. Isa had het idee dat deze zo kwijlde doordat zijn tanden uit zijn mond staken, en hij die daardoor niet goed dicht kon doen. Het was in ieder geval nogal smerig.
Door de mist zag ze het silhouet van het kikkerachtige monster steeds dichterbij komen. Hoe dichterbij hij kwam, hoe beter ze de wratten en vreemde uitsteeksels op zijn lijf kon zien. Toen hij nóg dichterbij kwam kon Isa het zwakke blauwe oplichten van zijn ogen zien. Toen hij nog maar een meter of drie van haar verwijderd was kon ze hem helemaal zien, en ruiken. En dat was geen pretje, dat beest stonk als een bedorven kers, vermengt met de geur van rottende eieren.
Zijn tanden staken uit zijn bek, en het was een wonder dat hij zichzelf er niet mee verwondde. Zijn dikke paarsachtige bek ging steeds open en weer dicht, alsof het hem enorm veel moeite had gekost om hiernaartoe te lopen, en hij nu stond uit te hijgen. Maar wat haar het meeste angst aanjoeg waren de grote poten, met haast nog grotere klauwen eraan, alle vijf uitgerust met gemene, scherpe, dunne, lange nagels, die haar al vaak zat gemeen verwond hadden. Ze deinsde geschrokken achteruit. Ze wist allang hoe de demon eruit zag, maar toch schrok ze elke keer weer van hem. Zijn lijf werd steeds groter en weer kleiner als hij in- en uitademde. Het slijm op zijn lijf werd daardoor in klodders verzameld en droop op de grond. Het was echt geen pretje om daaronder te belanden. Het stonk verschrikkelijk, en plakte bovendien ook nog eens als ranja. Dat wist Isa als geen ander.
Eindelijk klonk het vertrouwde kletterende geluid waar Isa al die tijd op had gewacht: het zwaard. Elke keer als de lichtbollen haar insloten, de mist verscheen en de demon tevoorschijn kwam, kwam ook het zwaard uit de lucht vallen. Ze twijfelde geen seconde en dook ernaartoe. Het was haar enige kans om te overleven. Iets anders dan dat zwaard was er niet op deze vreemde droomplek om haarzelf mee te kunnen verdedigen. Ze greep het handvat vast en het lemmet van het zwaard lichtte even blauw op, zoals altijd. de demon, ze was hem ondertussen Slijmpie gaan noemen, zette af met zijn enorme poten en sprong naar voren. Isa wist waar zijn zwakke plekken zaten, dat leerde je wel als je jaren lang elke week met hem moest vechten. Dat waren namelijk zijn ogen, jammer dat die recht boven zijn vlijmscherpe tanden zaten, en bijna drie meter boven de grond uitstaken.
Ze had inmiddels ook al uitgevonden hoe ze daar bij moest komen. Via zijn rug. Ze moest gewoon vanaf de achterkant zijn rug opspringen, proberen niet uit te glijden, en dan het zwaard in zijn ogen steken. Makkelijk zat! Nou, eigenlijk niet.
Isa verstevigde haar grip op het zwaard. Ze zou Slijmpie doden. Ze moest wel, anders zou ze nooit meer wakker worden. Ze had een keer geprobeerd om weg te rennen. Precies zoals ze overdag deed. Ze had, voor haar gevoel, dagen geslapen zonder wakker te worden. Ze kon gewoon niet wakker worden voor dat dat stomme beest dood was!
Ze verstevigde haar greep op het zwaard en wachtte geduldig af tot Slijmpie bij haar was. Hij deed altijd hetzelfde. Maakte dezelfde bewegingen, deed dezelfde aanvallen, in dezelfde volgorde. In het dromenland was hij voorspelbaar, maar overdag...
Slijmpie was bij Isa en sprong naar voren. Isa dook naar beneden en stootte met het zwaard naar Slijmpies buik. Het zwaard drong niet erg diep zijn vlees in, maar dat was niet erg, dat gebeurde altijd. Het was genoeg om hem uit zijn evenwicht te halen. Terwijl Isa onder hem door dook haalde ze nog uit naar een van zijn zes poten. Ze raakte de achterste twee, zoals altijd. De demon zakte door zijn poten, vlak nadat Isa onder hem vandaan was gekomen. Slijmpies kont kwam op de grond terecht en Isa verspilde haar enige kans niet. Ze rende naar voren en zette af. Ze kwam op zijn slijmerige, glibberige rug terecht en deed haar best om niet uit te glijden. Ze liet zichzelf op haar buik zakken en tijgerde richting de kop.
Gelukkig neem ik dat slijm niet mee als ik wakker word. dacht Isa bitter. Ze zat helemaal onder nu. Van top tot teen.
Ze kroop omhoog, terwijl Slijmpie als een gek door de lucht sprong om haar van haar rug te krijgen. Isa plantte haar zwaard in de rug van Slijmpie om zichzelf nog ergens aan vast te kunnen houden. De demon schreeuwde oorverdovend en begon nog harder te schudden. Isa wachtte tot hij weer rustig werd. Dat zou gebeuren, want dat gebeurde altijd. Op de een of andere manier kon dat beest altijd weer herstellen van zijn pijn. Behalve als het om zijn ogen ging, dan niet.
Slijmpie kwam tot rust en bleef staan. Isa trok het zwaard uit zijn rug, het beest gaf geen kik. Nu had ze maar een paar seconden om naar voren te kruipen en het zwaard door zijn ogen te boren. Ze tijgerde zo snel als ze kon naar de kop van Slijmpie. Ze trok zich omhoog aan de uitsteeksels die net boven zijn ogen zaten en greep het zwaard met twee handen vast en ramde het zijn linkeroog in. Slijmpie schreeuwde het uit. Al was het niet echt schreeuwen te noemen. Het gekrijs klonk afschuwelijk en Isa moest moeite doen om haar handen niet tegen haar oren te drukken. Slijmpie tilde plotseling zijn kop op en Isa gleed van hem af. Maar ze had haar handen nog om het zwaard geklemd, zodat ze niet viel. Ze hing nu tegen de vlijmscherpe tanden en en ze voelde ze al langs haar buik schuurden. Ze trok zichzelf omhoog aan het zwaard en slingerde haar lichaam weer op Slijmpies slijmerige kop.
Ze trok het zwaard uit zijn overgebleven oog en gleed van de kop af. In een laatste wanhopige poging, waarvan ze eigenlijk al wist dat hij ging lukken, stootte ze haar zwaard naar voren. Dwars door het oog van Slijmpie.
JE LEEST
Followed by demons [nl]
خيال (فانتازيا)Isa wordt al jaren in haar dromen achtervolgd door demonen. Ze moet ze doden, anders wordt ze niet wakker. Overdag komen haar dromen uit. En rent ze weg. Ze lijken onverslaanbaar lijken... ps: er word nog gewerkt aan de cover, dus voor nu even di...