Hoofdstuk 1

162 8 1
                                    

Terwijl ik uit het raam van het klaslokaal keek, beantwoordde ik mijn telefoon. ''Middernacht op lokatie, stel me niet teleur.'' Een telefoongesprek bestaande uit zeven woorden, maar van zo'n grote impact, liet me even huiveren. Vertwijfeld keek weer ik naar buiten. Ik wil dit niet meer. Na vanavond stop ik definitief. Zware voetstappen verraadden de binnenkomst van mr. Drijfsma oftewel 'mankepoot.' En hoewel ik op het punt stond mijn vaste plaats naast Jamal op te zoeken, werd mijn aandacht getrokken door een figuur aan de andere kant van het raam.
Mijn adem stokte. Het was alsof ik haar zoete geur kon ruiken, alsof ik haar aanraking kon voelen en alsof de warmte van haar glimlach mijn hart markeerde. Mijn ogen trokken zich tot spleetjes alsof ik elk detail van haar verschijning in mijn geheugen wilde griffen. Donkerblonde, lange halve slag pijpenkrullen, groenblauwe ogen en vuurrode volle lippen. Als ik haar niet een keer Marokkaans hoorde praten, zou ik, denk ik tenminste, niet kunnen plaatsen dat zij van Marokkaanse afkomst was. Het is absoluut een zeldzaamheid dat Marokkanen blonde haren hebben, laat staan gekleurde ogen. En ik prijs Allah op m'n knieën dat Hij me toeliet deze combinatie, oftewel deze schoonheid, eens in mijn leven mee te mogen maken, gepaard met de diepgang waarvan ik gewoon zeker wist dat zij die als individu bezit en natuurlijk het gevoel dat ze me geeft.
Elke keer als ik haar zie, word ik overspoeld met emoties waarvan ik me geen raad weet. Nog nooit heeft iemand het recht gehad om te beweren dat ze me ooit zo heeft geraakt.
De gevoelens die ze bij me losmaakte kon ik maar niet plaatsen. Het was alsof ik haar wilde beschermen tegen het leed achter de droevige blik die ze soms bij haar droeg. Ik wilde de rots zijn waarop ze kon bouwen. Ik wilde degene zijn waarvan ze het toeliet haar te beminnen...

Ruw werd ik verstoord uit mijn gedachten. ''Wil je daar een kop koffie bij, mr. Diane?" "Liever een kopje thee," herstelde ik me snel. "O, en als het kan ook nog een koekje," deed ik er nog bovenop. Toen de klas uitgelachen was, wees hij me naar de deur. "Vraag maar aan de rector of ze misschien nog clowns nodig hebben in het circus." "Dan kan ik net zo goed hier blijven mees, want hij stuurt me vast en zeker naar uw adres." Weer barstte de klas in lachen uit, waarna Drijfsma met veel gespuug iets uitkraamde dat klonk als: ''Verdwijn uit mijn zicht, voordat ik je laat schorsen."
Dit liet ik me geen twee keer zeggen en ogenblikken later bevond ik me in de schoolbibliotheek. Mijn rust en toeverlaat. Ik kwam hier namelijk voor de stilte die mij toeliet de slaap van eerder gemiste nachten in te halen. Glimlachend schuifelde ik naar mijn vertrouwde plekje achterin tussen de boeken.

Na een halfuur kon ik de slaap nog steeds niet vatten. Ik dacht na over het duistere bestaan dat ik leidde en de beste manier om daarmee alle banden te breken. Plotseling hoor ik iemand zingen. Hoewel zacht en breekbaar, konden de pure klanken mij toch bereiken. Ik keek op. Het waren die ogen...


Just hold meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu