Hoofdstuk 2

492 35 17
                                    

Ik gris mijn spullen bij elkaar. Joy kan nu elk moment voor de deur staan en ik ben nog lang niet klaar. Ik haal een borstel door mijn haar en stop die daarna ook in mijn tas. Ik pak ook een elastiekje. Een staart maak ik daar wel. De bel gaat en ik ren naar de voordeur. Ik schuif snel in mijn slippers en pak mijn tas beet.

"Let's go" zeg ik.

Ik pak mijn fiets en samen fietsen we naar de sportschool. Dit is de eerste les boksen die we gaan volgen. Vrolijk praten we met elkaar. Ik vind het best spannend, zo'n eerste les. Er zijn waarschijnlijk alleen maar jongens. Het is ongeveer een kwartiertje fietsen naar de sportschool. Als we er zijn zetten we onze fietsen neer en lopen naar binnen. Ik vraag wat de bedoeling is. We mogen eerst omkleden en dan opwarmen op de apparaten. We lopen de kleedkamer binnen en kleden ons om.

Als we klaar zijn lopen we weer terug en komen in de zaal met alle apparaten. We beginnen maar simpel op de loopband. Na een paar minuten komen ook anderen van onze les binnen. Jongens. Er zijn er maar weinig deze keer, want veel hadden afgezegd, had de instructeur verteld. Als we klaar zijn met de loopband en het is tijd om te beginnen, lopen we naar de zaal waar we gaan trainen.

We lopen naar binnen en kijken om ons heen. Het is een grote zaal voor zo weinig mensen.

"Kies allemaal maar een partner uit" zegt de instructeur en meteen sprint ik naar mijn vriendin.

We beginnen met een simpele sla-beweging en elke keer moeten we die een stukje uitbreiden. Ik ben er niet helemaal 100% bij met m'n hoofd en vergeet dus steeds de volgorde die we moeten aanhouden. Het is eigenlijk een soort dansen, maar dan met slaan en schoppen. De volgende opdracht is meer hoe ik me deze les had voorgesteld. We mogen tegen elkaar slaan. Natuurlijk heb je wel een beetje bescherming en de bokshandschoenen zijn zacht, maar ik beveel je zeker aan om af te weren. Eigenlijk ging het best goed. Tot dat ene moment:

"Oke, wissel nu maar van partner" roept de instructeur boven de muziek uit.

Mijn ogen worden groot en ik kijk hem aan. Hij begint te wijzen. Hij stuurt mij naar een, ik schat 17 jaar oude, jongen. Als het dan moet. Ik loop langzaam naar mijn plaats en neem een houding aan. Als de instructeur het beginsignaal geeft, start ik met een beetje bewegen. De jongen slaat tegen mijn schouder, maar het doet geen pijn. Het is verboden om tegen het hoofd te slaan of schoppen, aangezien ik geen bitje had.

Ik vraag me af hoe iedereen zou reageren als ze me zo zien. Stoer, in gevecht met een oudere jongen. Ik denk aan de mensen in mijn klas. Op dat moment krijg ik een klap tegen mijn hoofd. Het was niet de bedoeling van die jongen, maar hij was er toch echt. Ik word meteen een beetje duizelig, maar niet genoeg om op te geven. Ik denk aan de mensen bij de hockey. Aan mijn 'vriendin op de hockey'. Die leuke vriendin die fijn als ik haar nodig heb mijn geheimen rond gaat verspreiden. Iedereen weet nu wat voor 'n zwakkeling ik ben. En bedankt.

Net op het moment dat ik wil uithalen slaat de jongen mij en daardoor kon ik geen bescherming bieden. Weer raakt zijn bokshandschoen mijn hoofd. Ja, dankje... Nu voel ik me zeker een stuk sterker, denk ik sarcastisch. Ik wil mijn woede en haat naar mezelf toe omzetten in energie. Een probleem: het lukt niet. Ik word duizelig en heb de kracht niet meer om te slaan of schoppen. Ik besluit om mijn laatste beetje energie te gebruiken voor het verdedigen. Tevergeefs. Geestelijk ben ik volledig van de aarde, maar lichamelijk voel ik hoe de grond aan me trekt. Ik wil me laten vallen, maar ik kan niet nóg een nederlaag begaan. Niet nog een. Ik hoor het eindsignaal als teken dat ik het tot het eind heb volgehouden. Een klein beetje moed komt weer naar boven. De zwakkeling overleeft.

Na de les kijk ik in de spiegel. Dat had ik beter niet kunnen doen. Er schieten tranen in mijn ogen zodra ze mijn spiegelbeeld ontvangen. Ik ben lijkbleek en mijn ogen zijn rood. Ik gooi wat water in m'n gezicht in de hoop dat het er dan weer normaal uit gaat zien. Het werkt niet. Mijn vriendin vraagt of het nog wel gaat. Ik antwoord zo normaal mogelijk 'ja', maar ze gelooft me niet als ze mijn gezicht ziet. Nu komt er ook nog eens een andere vrouw de kleedkamer binnen. Ook zij vraagt of het gaat. Ik zeg van wel, en ik lach er bij in de hoop dat de rest dan minder opvalt. Het werkt niet. Ze haalt een doekje voor mijn tranen, en vraagt wat ze kan doen. Niks. Er is niets dat me uit deze situatie kan helpen. Zelf kan ik niks doen, geloof me, dat heb ik al zo vaak geprobeerd. En anderen doen niks. Hoe? Alsjeblieft vertel me, hoe, gaat dit ooit nog goed komen?

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 23, 2013 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Falling ~ Nederlands, waargebeurd verhaalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu