Oké, onze grap is een beetje uit de hand gelopen, want nu hebben we allemaal gekleurd haar. Lune heeft onze haren betoverd. ( Voor een betere uitleg lees het boek van lillya2002 van moony and nighteye.) Iedereen die we langskomen staren ons met open mond aan. De jongens zijn opschepperig bezig, want ze denken dat dat komt omdat iedereen naar hun staart. Sorry Sirius, maar ze kijken toch echt naar ons haar en niet naar jou.
Het is al 8 uur 's avonds en over 4 uur moet ik in de bibliotheek zijn. De rest weet van niets en dat is maar goed ook, anders wordt ik bestookt met vragen en daar heb ik niet echt zin om 12 uur 's avonds. Ik weet niet hoe het met jullie zit;)
Tijdens het eten in de grote zaal zaten de jongens weer als varkentjes te eten. Net zoals altijd. Samen met Lily deed ik net alsof ik de jongens niet kende als er iemand onze kant op keek. Dat was moeilijker dan gedacht, want Sirius bestookte me de hele tijd met vragen hoe hij zijn haar weer terug kan krijgen in zijn normale zwarte kleur. Ik heb al 10.000 keer gezegd dat hij dat aan Lune moet vragen. Maar ik denk dat je Sirius inmiddels al wel kent. Het is nou niet echt een persoon dat luistert, dusja.
Bij het portret aangekomen schrik ik me kapot. Nee, dit meen je niet! Ook de anderen staan met open mond naar het incident te kijken. Allerlei vragen gaan door mijn hoofd. Wie heeft dit gedaan? Waarom? Weet hij/zij iets? Hoe kan dit? Sirius komt beschermend naast me staan en ook James staat als een bodyguard naast me.
Waar normaal het portret hangt, is nu een lege plek met een foto van mij erop. Met nep bloed. En een mes. Midden in de foto. Voorzichtig stap ik naar voren. Lune zet kleine stapjes naar achter richting Remus. Remus pakt haar pols en trekt haar tegen zich aan en legt zijn arm om haar schouders. Lune glundert, maar dan kijkt ze weer serieus en kijkt naar de foto.
Met een bibberende hand haal ik het mes uit de foto en trek de punaises waarmee de foto is vastgemaakt een voor een los. Ik draai de foto om en een klein gedichtje komt tevoorschijn.
Kale vlaktes zijn mijn favoriet.
Aangenaam ben ik niet.
Tranen van angst bij mensen die ik aankijk.
Een stap op mijn territorium en je bent je leven kwijt.
Denk goed na wie ik ben. Ik laat overal aanwijzingen achter. Kan je er al een vinden in deze tekst?
xxx
'Laat eens zien.' Bella trekt de foto uit mijn handen en kijkt naar het kleine stukje tekst. 'Waar slaat dit op!?' zegt ze. Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb echt geen idee. Wie haat mij zo erg dat hij/zij mij dood wil hebben, want echt, ik kan iedereen nagaan, zelfs de Zwadderaars, niemand haat mij zo erg dat hij/zij levens van andere leerlingen in gevaar brengt.'
Sirius slaat zijn arm rond mijn schouders. 'Wees maar gerust. Niemand kan je iets aandoen zolang ik in je buurt ben.' Ik glimlach naar hem. 'Dankjewel.'
We lopen met zijn allen naar het kantoor van professor Perkamentus, want nu we onze leerlingenkamer niet meer in kunnen, moeten we toch een andere manier bedenken om te kunnen slapen.
Voorzichtig klopt Lune op de deur. Uit zich zelf vliegt de deur open. Professor Perkamentus kijkt met een ernstige blik naar ons. 'Ik verwachtte jullie al, of op zijn minst andere Griffoendors die me kwamen vertellen dat ze de leerlingenkamer niet meer in kunnen.' Hij richt zijn blik op mij. 'Luna, ik snap dat je geschrokken bent, maar wees alsjeblieft niet bang om alleen door het kasteel te lopen.' Ik snap waar hij op doelde. Natuurlijk van dat briefje! 'Je vrienden zullen je beschermen totdat wij hier op Zweinstein een oplossing hebben gevonden zodat je weer veilig je lessen kan volgen. Daar sta ik op.' Mijn vrienden knikken. 'Zeker professor. Ik laat Luna in deze periode niet in de steek!' zegt Sirius. Ik glimlach en pak zijn hand. 'De andere Griffoendors liggen in de keukens. Ik wil jullie op een nog veiligere plek hebben, dus ik verzoek jullie om naar de kamer van de Hoge Nood te gaan. Jullie zullen daar alles vinden wat jullie nodig hebben om een comfortabele week in te gaan. Totdat professor Anderling jullie uit de kamer komt halen wil ik dat jullie daar blijven. Jullie mogen gaan, ik wil Luna nog even onder 4 ogen spreken.'
De rest loopt het kantoor uit en ik blijf samen over met professor Perkamentus. 'Luna, ik heb nu geen tijd om er met je over te praten, maar ik geef je toestemming om dan vanavond naar de bibliotheek te komen. Ik moet je iets belangrijks laten zien. Misschien wordt dan alles duidelijk.' Ik knik en verlaat het kantoor ook.
En wat als het nou niet duidelijk wordt?
JE LEEST
Together With Sirius Black!? ✔
FanfictionZijn ogen: zo mooi Zijn spieren: adembenemend Zijn lach: oogverblindend Zijn ego: te groot... Zet Sirius zijn reputatie als player aan de kant voor een echte relatie? Geef het een kans ;) Alle personen behoren tot J.K Rowling. Behalve de personen di...