Hoofdstuk 2

21 0 0
                                    


'Lelie, let jij ook even op?' zegt de lerares dringend. Ik zucht en leg mijn pen neer, terwijl Melissa en haar klonen gniffelen. Ik noem ze klonen, omdat Rina en Judith altijd precies hetzelfde doen wat Melissa doet. Ze kopen dezelfde kleding, zeggen dezelfde  dingen en maken zelfs hetzelfde huiswerk! Ik liep een keer langs ze in de aula, en toen spraken ze af dat ze de dagen zouden afwisselen met huiswerk maken. Maandag Rina, dinsdag Judith, woensdag Rina, donderdag Melissa, vrijdag Judith... 
Judith en Rina hadden zelfs niet door dat Melissa smokkelde met haar beurt, en dat de klonen veel vaker huiswerk moesten doen dan zij! Ik vraag me af hoe die twee op de havo terecht zijn gekomen. 

'Lelie, moet ik het nou alweer zeggen? Stop dat boekje maar weer in je tas en concentreer je op je werk.' zegt mevrouw Laan, die me streng aankijkt. Ik knik blozend, en stop mijn notitieboekje weer in mijn tas. 

Frans, Frans is altijd al mijn slechtste vak geweest. Samen met wiskunde dan. Ik spreek de woorden verkeerd uit en bij wiskunde schrijf ik alles verkeerd op,  met tekeningen in de kantlijnen. Op mijn laatste toets had ik een 5,7, net aan een voldoende. Niet dat het mijn ouders wat uitmaakt of ik een onvoldoende heb. En  mij kan het ook niks schelen.

Eindelijk, gered door de bel. Nu kan ik lekker naar huis. Willeke negeerde me na het gesprek van eergisteren nog steeds, dus er is op school niet veel te doen wat leuk is.

Ik ren zo hard als ik kan het lokaal uit, naar mijn kluisje. Ik pak mijn jas uit het kleine hokje en ren de school uit.

 Zodra ik bij de bushalte ben zie ik dat ik niet de enige ben.
'Hallo,' zegt een jongen met blonde krullen. Hij ziet er niet veel ouder uit dan ik, en heeft ronde, grijze ogen en een lange neus. 'Ga jij ook met de bus?'
Die vraag was een beetje overbodig.
'Nee, ik ga hier in de kou mijn huiswerk zitten maken, nou goed?' flapt eruit, botter dan dat ik bedoelt had. Maar de jongen lijkt helemaal niet beledigd, zijn grijns wordt juist nog breder.
'Aha,' zegt hij. 'Best logisch natuurlijk.' Hij steekt zijn hand uit. 'Ik ben Elias, of Eli.'
Ik schud zijn hand. Hij voelt niet zweterig zoals bij de  meeste jongens, maar zacht.
'Lelie,' zeg ik glimlachend.

'Mooie naam,' complimenteert Elias me. 'Past goed bij je huid.'
Ik trek mijn jas uit en kijk naar mijn blote arm. 'Hoezo?'
'Lelieblank,' lacht hij. Dit is geen gewone jongen, merk ik op. Hij ziet dingen heel snel, net als ik. En ik kan ook niet zeggen dat ik zo normaal ben. 

De bus komt aangereden, en ik laat mijn maandkaart zien. Daarna zoek ik een plekje ergens achterin. Elias komt naast me zitten.
'Hoezo ga jij ineens met de bus?' vraag ik. 'Normaal wacht ik altijd in mijn eentje in dat bushokje, en nu ben jij er ineens!'
Zijn grijze ogen twinkelen, maar hij geeft geen antwoord. Hij blijft alleen maar glimlachen.
'Je ziet er leuk uit,' zegt hij na een lange stilte. Ik bloos. Dit is al het tweede compliment dat hij me heeft gegeven, in tien minuten! En het is het derde compliment dat ik me kan herinneren uit mijn hele leven.

'Ehm, jij ook,' weet ik er uit te brengen.
'Dank je!' hij glimlacht en knipoogt. Hoe  die jongen naar me kijkt! Er is iets met hem, maar ik weet niet weet. Hij doet wat met me. Ik herken mensen aan hoe ze doen, en wat voor bewegingen ze maken, maar bij deze jongen kan ik zijn karakter niet plaatsen. Na twee bewegingen van Carlos en Melissa wist ik hoe vervelend ze zouden worden, maar bij Elias kan ik alleen zeggen dat hij aardig is, meer niet. Ik weet niet of het een dekmantel is, terwijl ik dat altijd zie.|

Wat haalt deze jongen toch met me uit? 




WingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu