2. In haar droom

729 22 6
                                    


Moedeloos draaide hij zich nog een keer om. Meestal ging het wel, maar vandaag lukte het hem echt niet om de slaap te vatten. Hij zuchtte en dacht na over de zaak. Ze hadden een ontvoerd meisje gered vandaag. Ze. Hij en Eef, Eef en hij. Dit soort zaken raakten hem diep in zijn hart. Kinderen waren zijn zwakte geworden sinds hij weer contact had met zijn dochter. Erg betrokken was hij niet geweest bij de opvoeding. Integendeel zelfs en het woord spijt was dan ook zacht uitgedrukt. Weer draaide hij zich om zodat hij nu zicht had op het raam. Het flauwe licht van de maan scheen tussen de gordijnen door naar binnen. Op straat was het stil. Te stil voor zijn doen, alhoewel hij gewend was geraakt aan het rustige leven in Maastricht. Amsterdam was zijn eigenlijke thuisbasis en het woord stilte was daar bij geen ene inwoner bekend. Maar Amsterdam was en is verleden tijd. De vele fouten die hij daar had gemaakt kon hij hier vergeten. Hij was opnieuw begonnen en het beviel hem wel. Vooral zijn werk en zijn collega. Eva van Dongen had hem vanaf het eerste moment gegrepen met haar stoere blik en haar prachtig mooie ogen. Dat was niet het enige, ook de samenwerking tussen de twee verliep vlekkeloos. Hij zuchtte en overwoog om uit bed te stappen. De knoop werd doorgehakt en ietwat wankelend liep hij naar de deur. Hij vloekte, zijn kamerdeur valt altijd met een harde klap dicht en dit was nou net niet het juiste moment om dat te vergeten.  Even stond  hij stil om te luisteren of Eva enig teken van leven gaf. Echter hoorde hij niks en kalm liep hij de trap af naar de keuken. Hij nestelde zich op een stoel aan de eettafel en keek de ruimte in, totdat hij gekraak achter zich hoorde. Hij draaide zich om en zag zijn werkpartner en tevens zijn beste vriendin staan in haar nachtkledij. "Hoi" kwam er flauwtjes uit haar mond. "Slaap je niet?" vroeg hij. "De deur.." zei zij. Natuurlijk was ze wakker geworden van de deur. "Sorry, ik eh kon de slaap niet vatten." Zij knikte en ging tegenover hem zitten. In stilte zaten ze een tijdje tegenover elkaar. "Weet je," begon ze zachtjes, hem niet aankijkend. Terwijl ze dit zei kleurden haar wangen lichtjes rood. "Ze zeggen dat je wakker bent in andermans droom, als je de slaap niet kunt vatten." Met deze woorden stond ze op en vlug liep ze de trap op, hem daar verward en verbaasd achterlatend.


Sorry als het een beetje langdradig is...


Mini Fleva'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu