Splat Wars

H17 De mensheid

Zonder wat tegen elkaar te zeggen lopen we over het plein. "Hey Felicia.. Waarom hebben onze stammen zoveel ruzie eigenlijk. Ik bedoel, jullie zijn eigenlijk best wel aardig." Ik rol met mijn ogen. "Dat moet je onderhand wel weten.." Ze schudt haar hoofd. "Nee, weet jij het wel dan?" Ik knik. "Ik vertel het je wel.."

Lang geleden toen onze stammen er nog niet waren, leefden er wezens ongeveer net als wij. Benen, armen maar geen tentakels. Het waren mensen die net als ons leefden. Alleen zij waren niet zo ver in de technologie als wij. Zij hadden geen turf spellen. Ze konden niet van vorm veranderen. Er is pas geleden een 12.000 jaar oud fossiel gevonden van een compleet skelet met een rond glimmend voorwerp en een mini computer. De zeespiegel steeg, en ze storven uit. Dat kwam niet door moeder natuur, dat deden ze zelf.
Toen kwamen wij, we evolueerden vanuit de zee en kwamen op het land. We leefden in vrede met elkaar, maar omdat de zeespiegel nog steeds steeg, kwamen we in een oorlog, 'The Great Turf War'. De Inklings wonnen en de Octarianen trokken zich terug, in de Octo vallei waar ze nu onder de grond leven in een zelfgemaakt riool. Later, bouwden de Octarianen grote robots die de Inklings zouden moeten verwoesten. Er kwam een Inkling, genaamd Agent 3 die deze robots versloeg en de gezonken rollen terugbracht. Daarop stond al deze informatie. Nu de Octarianen nog zwakker zijn hebben ze de boxen van de toren gestolen waardoor de stroom niet meer kan worden overgezet in normale stroom voor bijna alles. En vanaf dat punt.."

"Zijn we in het nu. Waarin jij en ik op dit plein staan en ik slachtoffer ben van wat jouw stam heeft veroorzaakt." Ik neem een hap lucht en zucht. "Zo Felicia.. Das een grote mond vol. Kun je het herhalen en dan langzamer?"
"Serieus?"
Bò bloost en knikt. "Beter luisteren, ik ga het niet nog een keer vertellen. En anders neem je maar geschiedenis les." Als we langs een bankje komen duwt ze me op het bankje en gaat ze naast me zitten. "Nu vertel ik wat over mezelf. Ik ben 14 jaar, en heb zoals iedereen een vader en moeder.. Alleen mijn vader was een Inkling.. Ik ben van uiterlijk als mijn moeder. Een Octariaan. Daarnaast heb ik nog een broertje. Die is van uiterlijk als mijn vader, een Inkling." Ik kijk haar geinterreseerd aan. "Hoe heet je broertje?"
"Als ik je dat vertel.. Wordt je boos.."
Ik pak haar hand en sla mijn pink om haar pink. "Ik zweer, ik wordt niet boos. Waarom zou ik daar boo-."
Ze onderbreekt me. "Hij heet Ray."

"Hij wat."

Ik pak haar kraag vast en ruk het omhoog. "Waar is hij?! Hij is al dagen weg!" Ze slikt luid. "W-weg.."

"Wat bedoel je weg?!"