hoofdstuk 3

286 1 0
                                    

     Ik ben thuis wanneer de telefoon ineens rinkelt. Ik lig in bed hoewel het al middag is en heb geen behoefte om op te nemen. Mijn mama zal dat wel doen. En ik had gelijk. Ik hoor haar voetstappen, een klein piepgeluidje en haar praten tegen iemand. Ik kan niet verstaan wat ze zegt, maar dat maakt mij niet uit.

     Mama komt naar mijn kamer en zegt dat de trainer heeft gebeld om te vragen of ik morgen meega naar de begrafenis.

“Ik heb geen zin om de mensen te zien die ervoor zorgden dat Sam zelfmoord gepleegd heeft.” antwoord ik bot.

“Het gaat je goed doen om een keertje buiten te komen. Je bent nu al drie dagen in je bed.”

“Ik ga wel… Alleen maar omdat ik wil bewijzen dat ik om haar geef.”

“Dat is goed. Ik zal je morgen wakker maken.”

“Oké.” ik draai me om en maak daardoor duidelijk aan mijn moeder dat ik wil dat ze weggaat. Ik hoor haar voetstappen zachtjes wegebben.

_____

     Mijn moeder maakt mij wakker. Het is tijd om op te staan en naar de begrafenis te gaan. Ik trek een warme kleren aan. Daar bovenop doe ik mijn jas, muts en grote sjaal aan. Ik voel me veilig in mijn muts en mijn sjaal zorgt ervoor dat ik mijn gezicht kan verstoppen. Ik steek een pakje papieren zakdoeken in mijn jaszak en vertrek naar het metrostation.

_____

     Ik stap in de metro en zie Josh. Wat doet hij in de metro? Waarschijnlijk gaat hij naar een vriend. Het maakt mij toch niet uit. Ik vraag me wel af hoe hij mijn naam kende de vorige keer. Dat zal de trainer wel geweest zijn, hij praat zijn mond altijd voorbij.

“Vind je het erg als ik hier kom zitten?” vraagt Josh. Ik antwoord niet, ik verstop me gewoon in mijn sjaal. Josh trekt zijn schouders op en komt langs me zitten. Heel zachtjes vraag ik: “Heeft de trainer jou ook gebeld?”

“Ja, hij dacht dat ik jou misschien een beetje kon ondersteunen nu je… een goede vriendin verloren hebt.”

“Ze was niet enkel een goede vriendin. Ze was mijn enige.”

“De enige vraag die ik me nog stel is waarom. Waarom neemt ze haar eigen leven van haar weg?”

“Daar wil ik het niet over hebben. Je hoort haar te kennen om dat te weten, maar denk aan één ding. Haar ouders hadden het echt niet goed bedoelt met haar…”

     De metro stopt aan onze halte. We stappen uit, gaan de trappen omhoog en wandelen naar de kerk. We draaien om de hoek aan de kerk en zien een paar groepen mensen staan. Eén groep daarvan is die van de badmintonvereniging. Wij gaan erbij staan. Iedereen zit een beetje te mompelen. Over andere dingen dan Sam. Opzij kijkend zie ik Sams ouders. Ze staan te huilen. Nu begrijpen ze pas wat ze haar hebben aangedaan. Als het te laat is. Ik kijk hun aan met een ijzige blik. Haar moeder heeft een zwarte jurk, hoge hakken en zo’n hoedje met een sluier ervoor. Die sluier bedekt goed haar diepgelegen, slaperige ogen. Haar vader heeft een gewone jeans aan en een zwart hemd. Hij ziet er ook uit alsof hij een paar dagen niet geslapen heeft. Ik vond al langer dat haar ouders er niet vers uitzagen, maar dit slaat alles.

_____

     De mis begint, we wandelen naar binnen en gaan vanachter in de kerk zitten. Samen met al de anderen van badminton. Ik let niet op wat de pastoor zegt. Ik wil gewoon aan Sam denken en al mijn tranen voor de laatste keer laten vloeien. Ik heb afgelopen drie dagen niets anders gedaan dan huilen om haar, maar nu wil ik het samen doen met alle anderen.

     Op een begrafenis zie je echt de meest ondenkbare dingen waarheid worden. De stoerste, hardste mannen bezwijken onder de emoties. Honderden zakdoeken worden getransformeerd van droog naar zeiknat. Niemand houdt zich sterk. Zelfs Josh niet. Ik zag hem zelf een traantje wegpinken.

De jongen van de metro.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu