"Remus! Edya! Jullie moeten vertrekken!" roept mijn moeder vanuit de woonkamer. Ik spring van mijn bed en neem mijn jasje van de stoel. We gaan naar Wegisweg om onze nieuwe schoolspullen te kopen. Remus en ik zijn een tweeling en gaan dus beide naar het vijfde jaar op Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pucus. Zweinstein is dé school om naar toe te gaan als je een tovenaar of heks bent. Het grote gebouw is gevuld met geheime gangen en trappen die van plaats veranderen. Bomen die je proberen vermoorden en schilderijen die bewegen en praten. Dat zegt mijn broer toch. Ik zit altijd op mijn kamer, met mijn neus in de boeken. Ik sta niet zo graag in de spotlight en haat het als mensen mij aanstaren. Ik ben liever het onzichtbare, slimme meisje dat voor een onbekende reden in Griffoendor is geplaatst, want ik ben absoluut niet moedig. Remus daar in tegen, hij sluipt 's nachts rond in het kasteel met de coolste jongens van de school: de Marauders. James, Sirius, Remus (en Peter) kent iedereen als de grappen uithalers van de school. De leerkrachten krijgen grijs haar van hun, straf helpt niet. Ze blijven gewoon verder doen, toch halen ze goede punten. Zeker door Remus, dacht ik. Ze schreven als het huiswerk vast over van hem. Remus is slim, net als ik, enorm slim. Een familietrekje volgens ons vader.
"Lya, je bent weer aan het dromen," grinnikt Remus. Ik kijk verast op en besef dat ik midden in de gang ben blijven stilstaan. Ik bloos eventjes, dat doe ik enorm snel, en ga dan snel mee naar beneden. Ons moeder staat al klaar met de brieven, het geld en de brandstof in haar handen. Ze overhandigt ons de brief, met daarin de lijst met benodigdheden, een mini buideltje geld en geeft ons een kus op ons voorhoofd.
"Geen kattenkwaad uithalen en binnen twee uur ben je weer thuis, oke?" Beide knikken we en ik ga in de haard staan. Ik adem in, gooi het brandstof in de lucht en zeg dan 'De Lekke Ketel'. De groene vlammen nemen mij mee en ik zie duizenden beelden voor mij flitsen. Als ik de plaats zie waar ik moet zijn, zet ik een stap en sta ik plots in een helemaal andere ruimte. Overal staan tafeltjes met stoelen en er hangt de geur van boterbier. Een hele hoop heksen, tovenaars en andere wezens zitten aan de bar, slurpend van hun drankje. Ik wend mijn blik af van een tafeltje met vreemde heksen met hoge, groene hoeden en stap snel vooruit, anders botst Remus straks tegen me aan. Even later verschijnt ook Remus en gaan we samen naar de achterkant van het kroezelige café. Remus tikt op de stenen en er verschijnt meteen een lange straat voor ons. Honderden tovenaars en kinderen lopen haastig door de lange, kronkelige straat om hun schoolspullen te komen. Langs de rand staan vele winkels waar je je toverstok kunt komen of een bezem, de raarste ingrediënten voor toverdranken en magische wezens als huisdier. Ik hou van Wegisweg.We kopen onze boeken, nieuwe gewaden en vullen onze ingrediënten voor toverdranken aan. Na iets meer dan een uur zijn we klaar en lopen we terug naar De lekke ketel.
"Zullen we nog iets drinken?" stelt Remus voor. Ik knik. Remus gaat wat bestellen en ondertussen zoek ik een plaats. Even later zet hij een glas boterbier voor mijn neus. Meteen neem ik een slok, heerlijk. Remus kijkt me even raar aan en begint dan te lachen. Dit gebeurt nu elke keer. Snel kuis ik met mijn mouw mijn mond af, ik heb altijd een snor als ik boterbier drink. We praten nog wat verder over het komende jaar.
"Jullie gaan zeker en vast weer heel de tijd 's nachts rondsluipen en grappen uit halen," zeg ik grinnikend. Remus kijkt mij lachende aan.
"Dat is zeker," grijnst hij.
"Over de Maraurders gesproken, kijk eens achter je," zeg ik tegen hem als er een twee mensen lachend de kroeg binnenkomend.
Remus zwaait lachend naar Sirius en James, die komen meteen onze kant uit. Ik zucht in mezelf, daar gaat het moment dat we rustig iets dronken. Niet dat ik het erg vind dat ze er zijn, ze zijn gewoon een beetje, tja, luidruchtig.
"Maanling!" begroet Sirius hen, "en Edya." Hij knipoogt. Ik bloos, maar waarschuw mezelf. Sirius is en zal altijd de grootste player zijn. Hij is wel knap, met zijn prachtige ogen. Ik negeer die gedachten en zeg hallo terug.
"Hey, Gaffel en Sluipvoet," zegt Remus terwijl hij me raar aankijkt. Ik kijk hem kwaad aan en schud mijn hoofd. Die blik in zijn ogen ken ik. De 'hier-komen-we-later-nog-eens-op- terug'-blik.
Al snel beginnen ze luidruchtig te praten en te lachen. Ik volg het gesprek maar met één oor. Ik denk na over het komende schooljaar? Hoe zou mijn jaar verlopen? Liefst blijf ik onzichtbaar voor iedereen en blijf ik goede punten halen. Remus heeft me al vaak gevraagd of ik bij hem wou zitten en kennis maak met de Maraurders,maar ik ben blij met mijn rustig leventje buiten de spotlights. Wat zouden ze moeten doen met mij, ik haat aandacht en regels overtreden.
Ik wil kijken hoe laat het is, maar tijdens mijn poging om naar min horloge te kijken stoot ik tegen mijn halfvolle glas boterbier. De inhoud beland op mijn kleedje en ik sta vloekend op. De drie jongens kijken mij verward aan en beginnen daarna al snel te lachen. Ik kijk hem boos aan.
"Een beetje hulp zou welkom zijn!" mompel ik. Ik pak een doekje en wrijf over de vlek, maar die actie heeft een omgekeerd effect en de bruine vlek wordt groter. De drie blijven lachen en ik begin lichtjes geïrriteerd te worden. Ik haat dat de aandacht van de drie op mij gericht zijn en voel mijn wangen gloeien.
"Zo kan ik toch niet rondlopen," mopper ik.
"Heb je mijn T-shirt nodig," zegt James terwijl hij zijn shirt over zijn hoofd trek.
"Euh, nee," zeg ik snel.
Dit is akward. Sirius en Remus zijn nog altijd aan het lachen, James staat in een overvol café zonder T-shirt en ik zit met een grote vlek op mijn kleedje.
"Dan niet," zegt hij en hij trekt zijn shirt weer aan. Ik pak snel mijn toverstok en mompel 'Sanitato' en kijk tevreden naar het weer propere kleedje.
"Nu ja, zo kan het ook," zegt Sirius grijnzend. Ik kijk op mijn horloge, nu iets voorzichtiger, en zie dat de twee uur bijna voorbij zijn. Ik kijk naar Remus. Hij knikt en neemt afscheid van James en Sirius. Ik stap in de haard en na een paar seconden flitsen verschillende huizen voorbij. Ik stap er thuis uit en leg al mijn spullen op mijn kamer. Nog een weekje en het schooljaar begint. Ik kijk er naar uit.
Jammergenoeg wist ik niet dat dit jaar helemaal anders ging lopen dan ik verwachtte.
JE LEEST
In love with a Marauder
FanficEdya Lupos is een vijfde jaar Griffoendor. Ze is verlegen en staat niet graag in de spotlights. Maar dan gebeurt er iets waardoor heel de school plots haar naam kent en wordt ze ruw uit haar vertrouwde leventje getrokken. Ze beland in een achtbaan v...