Hoofdstuk 2

126 3 0
                                    

Ik zit verveeld voor mij uit te staren terwijl we een hele toespraak krijgen over het zijn van een Klassenoudste. Remus en ik zijn uitgekozen als klassenoudste voor Griffoendor. Ik denk dat Perkamentus hoopt dat Remus James en Sirius een beetje in toom gaat houden, maar dat is ijdele hoop volgens mij. Als de toespraak gedaan is, ga ik samen met Remus een coupé zitten.

"Kom je bij mij zitten?" vraagt hij, een poging aan het doen om mij bevriend te laten worden met de Maraurders. Ik kijk hem aan. Ik weet dat hij het jammer vindt dat ik niet bevriend ben met zijn vrienden.

"Ik weet niet..." mompel ik, terwijl ik aan mijn armband frunnik.

"Alsjeblieft, Lya. Anders zit je toch maar alleen en de kans is groot dat Lily er ook is," probeert hij mij te overtuigen. Ik denk na. Ik kan altijd wat met Lily praten, zij is heel erg leuk en lief en zoals Remus zegt, anders zit ik toch maar alleen. Remus kijkt mij verwachtingsvol aan en ik knik.

"Super!" zegt hij blij en hij trekt me mee in de coupé. Meteen wordt ik aangestaard door vijf paar ogen. James, Sirius en Peter zitten langs de ene kant en Lily en een meisje, dat volgens mij Lara Scamander noemt, waren vrolijk aan het praten.

"Edya! Ik was je daarstraks aan het zoeken in de trein, maar ik vond je niet!" zegt Lily als ze me in een knuffel trekt. Verbaast door haar enthousiasme wurm ik me uit haar armen.

"Ik zat bij de Klassenoudste," mompel ik, wijzend op de badge op mijn gewaad.

"Tuurlijk! Dat was ik helemaal vergeten, natuurlijk koos Perkamentus jou als Klassenoudtse! Ik weet niet dat je Lara al kent. Ze zit in ook in Griffoendor in ons jaar," zegt ze enthousiast. Ik ga blozend door het compliment zitten en stel me voor aan Lara.

Pratend en lachend met Lily stap ik Zweinstein binnen. Het grote kasteel ziet er nog net hetzelfde uit als vorige jaren en ik krijg direct het gevoel alsof ik thuis ben. Samen met de hele groep komen we binnen in de grote zaal en gaan we aan onze tafel zitten. Na de indeel ceremonie verschijnt het eten en snel begin ik te eten. Ik prop mij vol tot ik mij een opgeblazen ballon voel dat op het punt staat om te ontploffen. Aan het gezicht van Remus te zien heeft hij dat gevoel ook. Als onze blikken elkaar kruisen glimlacht hij naar mij. Ik glimlach terug en kijk hem na als hij de zaal uitstapt met Sirius, James en Peter.

"Kom je Edya?" onderbreekt Lily mijn gedachten. Ik ga snel rechtstaan en wandel samen naar de leerlingen kamer van griffoendor.

"Hoe is het met Petunia?" probeer ik een gesprek op gang te brengen.

"Het is verschrikkelijk," begint Lily," Tuuntje zit mij als een monster en ze is vreselijk jaloers. Maar het komt wel goed, binnenkort zal ze beseffen dat ik geen monster ben. Dan kunnen we weer gewoon lachen en praten met elkaar. Petunia heeft het er gewoon moeilijk mee dat ik een heks ben en zij niet. Maar ik neem haar niets kwalijk. Alles komt wel op zijn pootjes terecht."

Alles komt wel goed, de zin die Lily dagelijks zegt. Als je ooit iemand nodigt hebt die je troost, is het Lily wel. Lily moet je wel vertrouwen en is verschrikkelijk lief. Dat is vast de reden dat James haar zo leuk vind. Dat doet me aan iets denken.

"Hoe gaat het met James en jij?"

"Zwijg me over James," zucht ze overdreven," Hij heeft me ongeveer tien keer uitgevraagd in de treinreis en zit de hele tijd te slijmen. Wanneer gaat die jongen eens begrijpen dat hij een arrogante klootzak is?" Ze kijkt me aan. Ik grinnik om haar gezicht. James achtervolgt haar al van het eerste jaar en probeert haar vanaf dan mee uit te vragen. Hopeloos natuurlijk, Lily haat hem. Vooral omdat hij Severus, een goede vriend van Lily die in Zwadderich zit, altijd pest. Niet dat ik hen dat kwalijk neem. Severus heeft een grote, scheve neus, lange, vettige haren en heeft alle eigenschappen van een Zwadderaar. Dat zeg ik natuurlijk niet tegen Lily.

"Laat James maar hopen," grinnik ik.
"En jij en Sirius?" Vraagt ze met een scheve lach op haar gezicht.
" Ik en Sirius. Laat me niet lachen. Ik denk dat hij mijn naam enkel weet doordat Remus mijn broer is en waarom zou hij nu op mij vallen. Hij is de grootste player die er bestaat. Hij valt echt niet op mij."

" Hij staarde wel de hele reis naar jou," oppert Lily.
"Droom maar verder, Lily," lach ik. Ik zou nooit samen zijn met Sirius, hij is een player en niemand valt op mij, het verlegen meisje van gryffindor. En zoveel aandacht zou ik toch nooit aankunnen.

Ik blijf nog even in de leerlingenkamer hangen, maar ga na een uurtje naar de kamers. Ik trek mijn pyjama aan en ga dan onder mijn rood met gouden laken liggen. Ik sluit mijn ogen en val al snel in slaap.

In love with a MarauderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu