Daar zit ik dan op een harde houten stoel, zo eentje waar je niet langer dan een minuut op kan zitten, wachtend op hem. Gisteren zag ik hem voor het laatst, maar het lijkt nu al een eeuw geleden.
Om de tijd te doden kijk ik om me heen, twee bewakers, een man en een vrouw, allebei rond de 35 schat ik het zo, maar door de vele lagen make-up van de vrouw is het lastig te zien. Aan mijn rechterkant zit een stelletje van rond de 60, waarschijnlijk komen ze voor hun zoon. Ik wil net de vrouw aan mij linkerkant gaan bestuderen als ik de deur open hoor gaan, ik kijk onmiddellijk op naar de deur recht voor mij.
Een man van rond de 30 komt binnen en hij loopt naar het stelletje naast mij. Er komen nog twee mannen binnen die lopen allebei naar mensen achter me en dan, dan komt Floris binnen, ik heb besloten hem Floris te noemen tot hij weer normaal doet dan verdient hij zijn naam weer terug. Hij kijkt om zich heen maar na nog geen seconde ontmoeten zijn ogen de mijne en kan ik de verbazing in zijn ogen lezen, hij verwacht me niet. Ergens diep vanbinnen steekt dat, hij denkt dat onze jarenlange vriendschap en partnerschap zo met één gebeurtenis weg is. Misschien, misschien heeft hij ook wel gelijk, ik weiger hem Wolfs te noemen en ik twijfel er niet aan dat hij dat geld heeft gestolen.
Floris komt langzaam naar me toe lopen en hij gaat zitten. 'Eva' komt er fluisterend uit zijn mond, het klinkt zo fragiel, zo vol liefde. 'Floris' komt er uit mijn mond, hij helt naar achteren alsof ik hem een klap in zijn gezicht heb gegeven door hem Floris te noemen. 'Waarom, waarom Floris?' komt er stamelend uit zijn mond tegelijkertijd zowel verwijtend als verdrietig. 'Daarom, dat is je naam.' Waarom zou ik hem vertellen waarom.
Hij zucht 'Hoe is het, Eva?' heeft hij blijkbaar besloten het onderwerp naam te laten rusten. 'Wat denk je zelf?' bijt ik hem toe, wat denkt hij wel dat ze nu over koetjes en kalfjes kunnen gaan praten? Hoe gaat het? O, wat is het lekker weer. Wat heb je gisteren gegeten? Het blijft stil aan Floris' kant blijkbaar heeft hij nu al opgegeven een normaal gesprek te voeren.
Stop, Eva, zo gaat het niet als je wil dat hij antwoord geeft op de vraag, dan moet je hem niet gaan irriteren en opschieten anders was straks de tijd al om voordat ze hem het had kunnen vragen.
'Waarom?' komt er nu al iets vriendelijker uit mijn mond, 'Wat, Eva?' rustig blijven Eva, doe alsof je met een kind praat. 'Waarom heb je het geld gestolen?' nu ik de vraag heb uitgesproken vraag ik me af of het de goede vraag is en precies op dat moment zegt Wolfs exact waar ik over twijfelde. 'Ik heb het geld niet gestolen, Eva. Kom morgen terug, vanavond nemen ze contact met me op.' Op dat moment wordt de bel geluid en moeten de gevangenen terug naar hun cel. 'Wie?' probeer ik nog over het geluid uit te komen maar het is nutteloos.
Na tien minuten sta ik weer buiten, alleen met nog meer vragen dan eerst, ik had gehoopt dat het zwart-wit zou zijn, slecht-goed. Ik draai me om naar het gebouw, de gevangenis, ergens daar zit Floris, ik twijfel even en kijk om er is niemand om me heen, dan steek ik mijn hand op en zwaai naar Floris. Tot morgen............
![](https://img.wattpad.com/cover/63006684-288-k773088.jpg)
JE LEEST
De Overloper Herschreven (FM)
FanfictionFanfictie van Flikken Maastricht Alles is vanuit Eva geschreven Wolfs is opgepakt en Joes is weg, Eva blijft achter met talloze vragen. Zal Eva antwoorden gaan vinden op deze vragen? En wat nou als er opeens een nieuwe man in het leven van Eva komt...