Maandag morgen
Ik zag mijn ouders recht voor me staan in de woonkamer. Hun koffers lagen open op de grond, kledij lag overal ronggeslingerd en tandpasta was op de muren gesmeerd. 'Ellierose Borghs! Alles is jouw schuld! Ben je wel goed bij je hoofd? wij hebben nooit van je gehouden…' Riep mijn vader met een kwade lach. Nu begon mijn moeder te tieren. 'Hahahaha, Ellie wordt wakker uit je fantasiewereld! Ik en je vader zijn weggegaan omdat we je beu waren, kotsbeu!' riep ze. Het leek wel alsof ze er plezier in had. 'We hebben nooit, nooit van je gehouden! Je was gewoon een blok aan ons been, een zware blok. We hebben zoveel voor jou gedaan en jij doet niets terug, jij haat ons hé? Wij haten jou ook!'... Deze haatvolle zinnen kwamen tegelijk uit hun monden, als een koor dat uit volleborst aan het zingen was. En ik keek maar toe...
RIIINNGGG!! M'n wekker maakt me op een brute manier wakker. De tranen rollen uit mijn ogen alsof het twee dikke regenwolken zijn. Ze hadden gelijk, ik was gewoon een blok aan hun been..
Wacht, wat?
En toen was ik écht wakker.
Helemaal verward was ik. Voor even dacht ik dat mijn droom de werkelijkheid was. Het was echt een vreselijk gevoel, het leek net echt. Ik keek op mijn radiowekker, 7:10... ik moet me snel klaarmaken. Snel liep ik de houten trap af, smeerde ik een boterham me choco en dronk ik een glas melk. Mijn outfit had ik de dag ervoor al klaargelegd. Een strakke, zwarte, high waisted broek en een lichtblauw hemdje dat ik in de broek vastmaakte. Toen ik op het zadel van mijn fiets zat realiseerde ik mij dat ik m'n mp3 speler op de keukentafel vergeten was. Shit! Zonder muziek stap ik niet op mijn fiets, niet met dit weer.
Eindelijk was ik onderweg. Ik was er zeker van dat ik te laat ging zijn, de eerste keer dit jaar. Bijna al mijn klasgenoten waren strevers tot en met, zij kwamen dus nooit te laat. Hoe hard ik ook probeerde, die nachtmerrie liet me niet los. Klein flashbacks van de droom kwamen af en toe terug in mijn hoofd gekropen. Ik trapte harder en harder op mijn pedalen, de regendruppels voelden aan als stukjes gebroken glas die in mijn gezicht gegooid werden. Harder en sneller en harder en sneller... Een liedje van radiohead speelde luid op mijn mp3 speler, Paranoid Android heet het. Ik kon dat nummer wel tienduizendkeer beluisteren zonder het beu te worden. Harder en sneller en harder en sneller... toch verdwenen de flashbacks niet uit mijn hoofd. Mijn gedachten gingen net als mijn pedalen harder en sneller en... Ik had geen controle meer over m'n stuur, en voor heel even was mijn hoofd leeg, heel even waren al mijn zorgen weg. Maar in één klap waren ze weer terug, en erger dan ooit, want nu zat er nog fysieke pijn bij ook.
Ik zag wel alles wat er om me heen gebeurde, maar ik was zo in shock dat ik als een verlamde onder m'n fiets bleef liggen en niet kon bewegen. Pijn voelde ik niet, nog niet. Gelukkig was ik daar niet alleen. Een redelijk jonge man, ik schat rond de 25, kwam snel naar me toe gelopen. Ik zag aan z'n gezicht dat hij bezorgd en heel serieus keek. Hij had een hemd met een stropdas aan, hij was zeker op weg naar een belangrijke vergadering ofzo. 'Kan je me horen, jonge dame?' vroeg de man een beetje ongemakkelijk. Meer dan een flauw geluidje kon ik niet uitbrengen. De man schoot eindelijk in actie en nam de vermorzelde fiets van me af. Eindelijk, het bloed kon weer door mijn aderen stromen. Ik voelde een paar hevige pijnscheuten vanuit m'n knie en voorhoofd. 'Je reed behoorlijk snel, jongedame' zei de man, zijn bezorgde blik was verdwenen. Hij had ondertussen al gemerkt dat ik geen ernstige verwondingen had. 'Ik, ik had geen controle meer' stamelde ik. 'Waarom rijdt je dan ook zo snel?' zei de man. 'Omdat ik geen controle meer had, en ik voelde me vrij, alle zorgen waren weg, alle flashbacks'. De man keek me vreemd genoeg begrijpend aan. 'Uhh, sorry, ik heb slecht gedroomd, ik ben een beetje in de war'. Snel stond ik op en probeerde ik verder te lopen. 'Hoef je geen ijs? En je fiets dan? Hé? Laat me je helpen!' riep de man. Ik draaide me om en zei 'wel, zou u mij naar school kunnen voeren?'.
Even later zat ik in de man zijn auto. Het was een witte, kleine fiat. Nu pas viel het me op dat hij er eigenlijk wel mag zijn. Hij had donkerbruin, krullend haar, diepe en donkere ogen, en een heel warme stem. 'Ik heet Pieter trouwens, wat is jou naam?' vroeg hij terwijl hij de auto startte. 'Ik ben Ellierose, je kan me ook Ellie noemen, dat doet iedereen' zei ik een beetje verlegen. 'Ik hou het bij Ellierose, prachtige naam!' zei pieter glimlachend terwijl hij recht in mijn verlegen ogen keek. Ik opende het spiegeltje dat in de auto hing en keek naar m'n pijnlijke hoofd. Een bloedende vlek op de linkerkant van mijn voorhoofd. De wond bonkte alsof mijn hart erin zat verborgen. 'Gaat het wel?' vroeg Pieter voor de zoveelste keer. 'Ja hoor, op school verzorg ik dit wel in de toiletten, toch bedankt' Zei ik glimlachend. Ondertussen waren we aan de schoolpoort aangekomen. 'Ik zal maar eens naar binnen gaan, veel te laat natuurlijk' lachte ik. 'Tja, kan gebeuren! En euhmm.. Als je eens iemand nodig hebt om mee te praten...' Hij gaf me een kaartje met z'n naam en gsm-nummer op. Een beetje ongemakkelijk nam ik het aan. 'Be..bedankt' stamelde ik. Nog één mooie glimlach en toen verdween Pieter uit m'n zicht.
JE LEEST
Everyone against me
Teen FictionEllierose Borghs is een meisje dat in haar verleden te doen had met psychische problemen. Na een paar stille bezoeken bij de psycholoog is er een vage diagnose gesteld en kreeg Ellie medicatie voorgeschreven. Na een tijd leek alles wel te beteren...