Voor mij stond Lord Deephart. We waren helemaal alleen, op een open veld. "Ik weet niet wat je hier doet maar je zou bij mij in training gaan toch?". Ik hem aan. Ik wilde zo snel mogelijk weg. Maar hij liet me niet door. Mijn shuttle stond recht achter hem. Hij trok zijn zwaard. "Heb je al is gevochten". Ik stond daar zonder zwaard. Ik focuste op mijn shuttle. Mijn zwaard rommelde in het schip. Toen ging de cockpit open. Mijn zwaard vloog door de lucht, recht in mijn hand. De laser schoot uit de koker. Ik wist niet wat ik moest doen. Het zwaard van Deephart ging ook aan. Ik keek met een streng gezicht. Hij schoot op me af. Mijn zwaard kletste tegen zijn zwaard. Mijn zwaard ging heen en weer tegen die van Deephart. Ze kraste tegen elkaar aan. Ik keek tegen zijn masker aan. Ik duwde zijn zwaard naar hem terug en trapte in zijn buik en renden langs hem naar mijn shuttle. Hij schreeuwde me toe dat hij terug zou komen en met me zou afrekenen. Ik sloot de cockpit en vloog weg. Hij keek me na. Ik vloog zo snel als ik kan weg. Het zweet stond op me voorhoofd. Ik wilde naar een volgende staat. Hei
Toen ik uit het beeld van Deepford was kwam ik aan bij een eiland met een brug naar een ander eiland. Het waren erg grote eilanden. Ik keek op me radar. Het was waar ik hier niet goed zat. Het waren Skyfall en Seamile. Ik wist wat ik ging doen. Ik landen tussen een gebouw. Ik pakte mijn lightsaber. Ik stapte mijn X-Wing uit en zei tegen BB8 dat ik niet snel terug zou zijn, maar als ik zei dat hij moest gaan dat hij me dan moest ophalen. Ik was klaar voor een confrontatie. Ik liep door de straten, met mijn zwarte mantel met kap. Mensen keken me aan. Ik liep zonder te kijken door. Ik kwam aan op een groot plein. Daar stond een enorme hoofdafhakker. Er stonden mensen rond het plein. Ik zag toen iets......
JE LEEST
The Republic
Science FictionHet is stil. Diep in de nacht. Iedereen slaapt. Maar ik ben wakker. Ik heb een vreemd gevoel in me maag. Alsof ik iets voel aankomen. Iets wat zelf een medium niet kan voorspellen. Er komt iets aan, iets groots. Maar ik ben niet bang. Me handen tril...