4. Een duistere ontmoeting

13 2 0
                                    

Ik stormde het gebouw uit. Ik renden naar de hangar waar de schepen stonden. Ik was nog nooit zo snel geweest. Het zweet liep over me voorhoofd. Toen ik bij de hangar was was ik uitgeput. Ik had nog nooit zo snel gerend. Er stond een chagrijnige man bij de ingang. Hij verbaasde zich toen hij me zag. "Gegroet" zei ik hijgend van het rennen. "Ik wil het snelste schip wat onder mijn familie staat". Hij keek me verbaasd aan. Er komt ook echt altijd een jongen van 13 een vliegtuig besturen. Maar ik had een perfecte reden om een keer in een X-Wing te vliegen. Toen ik in de cockpit zat pakte ik de brief weer uit me zak. Er stond: 
Gegroet, mijn heer. Ik ken jou al langer dan vandaag. Ik heb je onderzocht. Ik wil je helpen. Want er is maar één kracht die deze oorlog stoppen kan. Kom naar de coordinaten: 1537,374729. Dan zullen we elkaar ontmoeten.

Ik stelde vast beraden de gegevens in. Op de radar stond dat het op niks uitkwam. Ik zetten hem op automatisch -e piloot en steeg op. Ik had de stad nog nooit zo gezien. Ik hing achterover en staarde naar het kilometer scherm. Het was niet heel ver weg.

Een kwartier later rinkelde er belletjes in de X-Wing. We waren er. In mijn gezichtsveld stond een enorme bal dat leek op een oog. Het leek wel een mini planeet, maar door de midden gehakt. Ik was niet bang. Want er stond iets wat mij wilde helpen. Ik voel het. Ik vloog automatisch door een vreemd schild heen. De hele controle van het schip lag plat. Ik werd bijna opgezogen door de grote ijs maan. Ik had hier nog steeds een goed gevoel bij. Al had ik misschien beter moeten nadenken. Ik landen vreemd genoeg in een zwarte hangar. Helemaal goed en op de grond. Al voelde ik me alsof ik de hel was binnengestapt. Er stonden om het vliegtuig heen allemaal robots. Ze staarde me vreemd aan. Ze hadden wapens vast. Er druppelde een beetje zweer over me wang. Ik werd niet bang. Ik kreeg juist meer moed. Ik deed de cockpit open. "Ik kom in vrede" zei ik. Ze richte allemaal hun geweren. Ik was erg bang. "WELKOM" zei een zwaren stem in de deuropening van de hangar. "In Starkiller-base" zei hij trots. Ik snapte niet wat er aan de hand was. "Wie ben je? en wat doe ik hier eigenlijk? Vanwaar die brief?"
"Ik ben Lord Deephard. En alles zal heel snel duidelijk worden".

The RepublicWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu