proloog

28 4 2
                                    

22 maart 1999

in het ziekenhuis

derde verdieping kamer 317

er klinkt kindergehuil

een vrouw en een man

zij een mens, hij een weerwolf

met een baby tussen hen in

'Haar naam is Clary'

Sarah wiegde de baby zachtjes in haar armen, het kindje was al gestopt met huilen. Ze keek in het rond, op zoek naar haar John. Haar man stond tegen de muur aangeleund, starend naar het glas dat hen van de andere kamers scheidde. Naar de het koppel dat naar hen keek, en vooral naar de eenjarige jongen tussen hen in. Hem zo te zien, zo bedroefd. Vulde Sarah met weemoed.

Ze dacht terug aan die dag, één jaar geleden. Het gepiep van het apparaat klonk nog steeds door haar oren. Hoe kon zo'n zwak geluid, zo onbenullig, zovel levens verwoesten? Dat hoge,eentonige geluid stond gelijk aan het verdriet dat haar man nu moest ondergaan.

Ze dacht aan het enige gesprek dat ze met háar had gevoerd. Zíj had naar haar geglimlacht en haar handen op háar buik gelegd. Zíj wist wat haar ging overkomen, en Sarah wenste dat ze het eerder had begrepen. "Zorg dat hij gelukkkig word, zorg voor hem als ik dat niet meer kan."
Het was haar niet gelukt.

Ze zag háar liggen, op het ziekenhuisbed, zíj werd weggereden onder de kille klaagzang van het gepiep. Terwijl haar baby huilde om zijn moeder, die hij nooit meer zou zien.

Langzaam verdween het piepende geluid. En veranderde het gehuil van de kleine jongen in dat van Clary, haar baby.

Zachtjes kuste ze haar dochter op haar kleine hoofdje.

John kwam teruglopen van het raam, het koppel was verdwenen, evenals de jongen. Haar echtgenoot boog zich voorover naar de baby en nam het kleine meisje in zijn armen.

Zodra hij zijn dochter had opgepakt begon ze hevig te trillen, haar kleine mondje ging open en haar zeeblauwe ogen werden zilvergrijs.

'Sarah, ze krijgt haar wolf, zorg dat ze haar niet zien!' fluisterde hij dwingend. Dit was de allereerste keer dat er een weerwolf baby werd geboren in een menselijk ziekenhuis. Hij kon niet anders, in zijn eigen roedel was hij niet meer welkom. En geen enkel pack ziekenhuis, wilde helpen met een halfbloed baby.

Sarah stond beschermend voor haar man, zodat de dokters niets konden zien van wat er met kleine Clary gebeurde. Dit zorgde er ook voor dat ze er zelfs niks van kon zien, ergens was ze daar blij om. Ze was zelf menselijk, en vond het dus in weze niet prettig om te zien hoe haar kind weerwolfachtige trekjes vertoonde. Ze hoopte maar dat Clary en deel van die waanzin bespaard bleef.

zoals mates

Werewolf moonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu