// waar, waar is het
Gouden, krullende letters.
Pagina twaalf, twaalf. //Nog steeds met in mijn handen het boek sta ik stil. Precies stil in de tijd. Ik zou beter iets ondernemen dan hier nutteloos stil te staan. Het bankje komt daarbij van pas en ik ga zitten.
De rug van het bruine boek trekt mijn aandacht. Met grote gouden krullende letters staat erop gegraveerd 'Peter Pan.' Aparte naam. Wie is dat? Zou dat mijn zogezegde 'nederige' neef zijn? Wie weet, misschien wel, misschien niet.
Met mijn hand wrijf ik de grijze stof -dat het boek direct al een stuk onaangenamer maakt- die op de bruine cover van het boek zit eraf. Er komt in dezelfde gouden krullende letters tevoorschijn 'Neverland'. Staat dat daar echt? Ik knipper met mijn ogen. Ja, het staat er echt. Mijn lichaam maakt een klein sprongetje. Eerlijk gezegd, een gigantische.
Het enige waar ik nu voor oog is het boek. Van mijn zogezegde nederige neef, Peter Pan. Wie zou dat toch zijn? Familie, nooit geweten dat ik er had. Nooit. Like Never.
Al wrijfend in mijn ogen word ik wakker, de hemel is klaar, helder blauw. Ik ben in slaap getuimeld, doordat ik te lang in het boek doorbladerde en doorbladere en doorbladerde dat mijn ogenleden het niet meer konden houden.
Het boek? Waar is het boek? Waar is het boek van Peter Pan die nu aan mij toebehoord, denk ik. Voor mijn oogleden het begaven wist ik zeker, bijna zeker dat ik mijn boek nog had.'Alana, rustig! Probeer tenminste te denken wat er in stond. Slechts één paginanummer kwam mijn gedachten in gedropt. Pagina nummer twaalf. Twaalf.
It's not because my eyes don't tear, my heart don't cry.
It hurts, but i'm used to it.
Daddy, you always tolded me that its ok to be not ok, is that really what you want me to say?