proloog

20 2 4
                                    

Mijn hand trilde.
Ik bracht de sleutel omhoog richting het sleutelgad.
Dit was het. Het was nu of nooit.
Als dit me zou lukken dan zou ik vrij zijn. Dan zou ik eindelijk weer terug naar huis kunnen.
Nog een paar centimeter.
Ik stak de sleutel in het sleutelgat en draaide. Het klikkende geluid klonk als muziek in mijn oren.
Achter me hoorde ik een schreeuw en ik wist dat iemand de zuster had gezien. De zuster die bewusteloos op de gang lag. De zuster die ik had neergeslagen om haar sleutels te kunnen pakken.
Of er bloed was weet ik niet. Het enige wat ik zag was de blik in haar ogen. Ik had haar veraden. Dat is wat haar ogen me vertelden. Ze was mijn lievelings verzorgster geweest, en daar lag ze dan. Ik weet niet of ze nog leeft. Ik weet niet wat ze zullen doen als ze me weer te pakken krijgen, maar dat maakt allemaal niet uit. Waar het om gaat is dat ik hier weg kom.
Ik draaide nog een keer. Er klonk een klik.
Ik zat Op mijn hurken in de vensterbank. Ik hoorde vlugge voedstappen op de gang en wist dat ik op moest schieten.
Gouw schoof ik het ijzeren hek dat zich voor het raam bevond opzij. Het raam kon nu geopend worden. Ik pakte het handvat en draaide hem naar rechts. Ik duwde tegen het raam aan en hij ging open. Een golf van Triomf ging over me heen.
Ik keek naar beneden en kreeg kippenvel toen ik tien meter onder mij de harde stenen tegels zag.
"Maria!" Klonk een stem vanuit de gang. Het was een dokter. Hij had me gezien!
Paniek was het volgende wat ik voelde, en ik probeerde me vlug door het net iets te kleine raam te wurmen.
Ik sprong. Klaar om mijn vrijheid tegemoed te vliegen. Een paar stevige handen sloten zich om mijn enkels. Mijn vaart was abrubt verdwenen en ik klapte tegen de muur onder het raam aan. Alle lucht verdween uit mijn longen en ik snakte naar adem. Een tweede paar handen pakte mijn onderbeen beed en ik werd naar binnen getrokken. In paniek greep ik me vast aan de stenen om te voorkomen dat ik naar binnen werd gesleept. Meer handen kwamen en ze hadden me nu ook bij mijn bovenbenen vast. Mijn verzet had niet veel zin maar ik bleef me koppig aan de muur vasklampen. Mijn nagels scheeurden in en bloed begon langzaam op te wellen onder mijn nagels. Ik realiseerde me dat mijn situatie hopeloos was. Tranen maakte mijn beeld wazig en ik begon in wanhoop met mijn benen te trappen. De dokters verloren bijna hun grip op mij maar leerde al snel door mijn getrap heen te kijken. Ik werd verder naar binnen getrokken. Ik liet de tegels los en staarde naar mijn handen. Een donkerrode druppel rolde vanaf mijn duim naar de ijzere sleutel die ik nog altijd in mijn hand klemde. De druppel rolde over de sleutel. Hij beriekte het uiteinde en viel op de grond.

Bijna.
Bijna was ik weggekomen.
Bijna was ik vrij.
Een druppel viel op mijn hand en mengde zich met het rode bloed. Het was een traan. Er vielen er steeds meer. Ik voelde me ellendig. Alles was voor niets geweest.
Ik werd nog verder naar binnen gesleept en was nu weer helemaal binnen.
Naast me stonden twee dokters en een zuster.
"Hoe heeft ze het raam open gekregen?" Vroeg de zuster zuchtend. Haar blik gleed over me heen en kwam tot stilstand bij mijn linkerhand.
"Een sleutel.." zei de zuster zacht
"Hoe komt ze aan de sleutel verdomme!" Riep ze uit. Ze zuchte en keerde haar aandacht naar mij.
"Maria, geef me de sleutel."
Mijn ogen werden groot. Ik verborg mijn hand achter mijn rug. Met zoveel mensen in de buurt kon ik nooit wegkomen. Ik liep langzaam achteruit en voelde de muur in mijn rug. Ik liet mezelf verstrooid tegen de muur aan zakken. Toen ik op de grond zat voelde ik me nog ellendiger.
De zuster fronsde. "Maria.." zei ze met een hardere stem.
Ik voelde nieuwe tranen over mijn wangen stromen. Ze boog zich over me heen en trok me aan mijn schouders omhoog. Haar grip op mijn schouwders was strak, en ik piepte zachtjes wegenehaar hardhandigheid. Ze zag dat ze me pijn deed en verslapte haar grip.
"Maria, geef ons alsjeblieft de sleutel terug." Zij ze met dezelfde vriendelijke toon als ze aan het begin had gehad. Ik richte mijn blik naar de grond en besloot haar te negeren. Ze pakte mijn kin beed en zorgde ervoor dat ik haar aan moest kijken. Ze was mollig en had vriendelijke bolle ogen. Haar haar was kort en bestond uit blonde sierlijke krullen. Bijna fluisterend zei ik "Wat gaat u ermee doen." Ze glimlachte naar me. Toen draaide ze me naar het raam toe en gebaarde naar het ijzeren hek. "Het raam moet dicht, Maria." Ze ging op haar knieën zitten om net zo lang als ik te zijn. Ze stekte haar hand uit en glimlachte me bemoedigend toe. De sleutel werd van achteren uit mijn hand gepakt. Ik keek verschrikt om en zag een tweede zuster met de sleutel in haar hand naar het raam toe lopen. Ik keek bevroren toe hoe ze de sleutel in het sleutelgat van het hek stak. Een gil ontsnapte uit mijn mond.
Ze wou het raam dichtdoen! Paniek kreeg het beste van me en er knapte iets in mijn hoofd. Ik begon zo hard te schreeuwen als ik kon. Een van de dokters rende naar me toe en sloeg zijn armen om mijn middel. Zo waren mijn armen gevangen en kon ik geen kant meer op. Een waas van tranen belemmerde mijn zicht.
Toen verloor ik het. Ik had geen zeggenschap meer over wat ik deed. Ik probeerde uit alle macht weg te komen. Ik trapte de dokter achter mij in zijn kruis en voelde zijn grip verslappen. Ik wurmde me los en rende op de zuster af. Ik spong op haar rug en ze viel met een gil om. Mijn handen bewogen uit zichzelf en pakte haar bij haar nek. Toen kneep ik. Haar handen sloten zich om mijn polsen in een poging los te komen. Ik hoorde haar verstikte geluiden maken. 'Stop!' Riep ik tegen mezelf, maar in plaats van te stoppen sloten mijn handen zich nog strakker om haar keel. De zusters ogen stonden wijd open en ik wist dat haar luchtpijp op het punt stond om te knappen. Ik had absoluut geen controle meer over mezelf. Net toen de demoon die in mij naar boven was gekomen de luchtpijp van de zuster wou verbrijzelen sloten twee sterke armen zich mijn middel. Met inmense kracht werd ik opgetild. Ik was opgelucht dat ik weg was gehaald maar mijn lichaam trapte verstrooid om me heen. De zuste die ik bijna had gewurgd snakte verstikt naar adem. Een tweede dokter kwam vlug aanrennen met een injektie naald en een buisje. Er zat een blouw goedje in. Hij zetten de naald aan het buisje en liep op me af. Ik hoorde mezelf schreeuwen en zag mijn armen wild om me heen maaien. De mollige zuster pakte mijn armen beed om te voorkomen dat ik de dokter zou slaan. "Shhtt," zei ze met een kalmerende stem. "Ga maar even slapen" De naald werd in mijn nek gezet en het blouwe goedje werd mijn aderen in gespoten. Meteen voelde ik me slaperig.
De dokter legde me op de grond neer en pakte me zorgzaam op. Het laatste wat ik weet is dat ik richting mijn bed werd getilt. En dat vanuit mijn ooghoek iemand de pols van de bewusteloze zuster controleerde.

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu